Woord voor vandaag |
Maand: april 2022
Woord voor vandaag
Woord voor vandaag |
Dag: 119
Lezen: Jeremia 31:1-15
Thema: Contract voor de toekomst
Tekst voor vandaag: Jeremia 32:15
HSV: [15] Want zo zegt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Er zullen weer huizen en akkers en wijngaarden gekocht worden in dit land.
NBV21: [15] Want dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël: Eens zullen in dit land opnieuw akkers, huizen en wijngaarden worden gekocht.”
BGT: [15] Want ooit zullen er in het land weer akkers, huizen en wijngaarden gekocht worden.’ Dat zegt de machtige Heer, de God van Israël.’
Aantekening bij: Jeremia 31:15
Nu volgt de zin van de symbolische handeling (vgl. Jeremia 13:1-4; 16:1-13; 18:1-11;19:1-15; 27:1-28:17): God zal het volk terugbrengen naar dit land, en er zullen weer akkers worden gekocht en verkocht.
Uit de vrouwen Bijbel
Eerst doen, dan denken Jeremia 31:6-25
Jeremia krijgt een opdracht van de Heere, die hij niet goed begrijpt. Het is mooi om te zien Jeremia eerst precies doet wat hem is opgedragen. Als hij daarmee klaar is, gaat hij bidden. In het gebed vraagt hij de Heere om uitleg. Gehoorzaamheid gaat hier vóór begrijpen.
Wij zeggen meestal: eerst denken, dan doen. Bij de Heere kan het omgekeerd zijn. Heb jij dat weleens meegemaakt?
Woord voor vandaag
Woord voor vandaag |
Dag: 118
Lezen: Jeremia 31:31-40
Thema: Eeuwigdurend verbond
Tekst voor vandaag: Jeremia 31:33
HSV: [33] Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun [1]tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn.
NBV21: [33] Maar dit is het verbond dat Ik in de toekomst met Israël zal sluiten – spreekt de HEER: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven. Dan zal Ik hun God zijn en zij mijn volk.
BGT: [33] Dit zal mijn nieuwe afspraak met de Israëlieten zijn: Ik zal ervoor zorgen dat ze mijn regels kennen. Ik zal ze in hun hart schrijven, zodat ze die nooit vergeten. Dan zal ik hun God zijn, en zij zullen mijn volk zijn.
Aantekening bij: Jeremia 31:31-34
God zal definitief een einde maken aan het aloude probleem met Zijn volk, dat allen besneden van lichaam zijn maar dat er zo weinig besneden van hart zijn (d.w.z. werkelijk de Heere kennen). Wat God wilde schenken (Hem kennen en vergeving van zonden), had Hij in het Oude Testament allemaal aangeboden, maar was maar door zeer weinig mensen aangenomen. Christelijke lezers komen voor twee belangrijke interpretatievragen te staan: (1) Wat bedoelt de auteur van Hebreeën als hij deze profetie over het huis van Israël en … Juda (31:31) verbindt met de Messias (Hebreeën 8:8-12)? (2) Doelt de profetie in Jeremia 31:27, 31, 36-37 op het etnische volk Israël of op een nieuwgevormd Israël (Jodenchristenen én heidenchristenen)? De tweede vraag is haast gelijk aan de vraag over de betekenis van ‘heel Israël’ in Romeinen 11:26. In dit hoofdstuk ligt de nadruk op het nieuwgevormde Israël dat mag wonen in het Beloofde Land (Jeremia 31:38-40). Hetzelfde volk dat het verbond verbroken heeft, ontvangt een nieuw verbond.
[1] Jeremia 31:[1] In die tijd, spreekt de HEERE, zal Ik al de geslachten van Israël tot een God zijn, en zíj zullen Mij tot een volk zijn.
Jeremia 24:[7] Ik zal hun een hart geven om Mij te kennen, dat Ik de HEERE ben, en zij zullen Mij tot een volk zijn en Ík zal hun tot een God zijn; want zij zullen zich tot Mij bekeren met heel hun hart.
Jeremia 30:[22] En u zult Mij tot een volk zijn en Ík zal u tot een God zijn.
Woord voor vandaag
Woord voor vandaag |
Dag: 117
Lezen: Jeremia 31:23-30
Thema: Opbouw
Tekst voor vandaag: Jeremia 31:28
HSV: [28] Dan zal het gebeuren, dat Ik ten aanzien van hen zal waken om te bouwen en te planten, zoals Ik ten aanzien van hen gewaakt heb om weg te rukken en af te breken, om omver te halen en te vernielen, en hun kwaad aan te doen, spreekt de HEERE.
NBV21: [28] Zoals Ik niet aarzelde om hen uit te rukken en te verwoesten, af te breken, kwaad te doen en te vernietigen, zo zal Ik niet aarzelen om hen op te bouwen en te planten – spreekt de HEER.
BGT: [28] Ik heb niet geaarzeld om mijn volk te straffen. Ik heb hen weggehaald uit hun land, ik heb alles afgebroken. Ik heb hen vernietigd, ik heb hen kapotgemaakt. Ik heb rampen op hen afgestuurd. Maar nu zal ik ook niet aarzelen om hen te redden. Ik zal hen terug laten gaan naar hun land, en alles weer opbouwen.
Aantekening bij: Jeremia 31:28
Dan zal God even vastbesloten zijn om te bouwen en te planten als Hij eerst was om weg te rukken en te vernielen (Jeremia 1:10).
Woord voor vandaag
Woord voor vandaag |
Dag: 116
Lezen: Jeremia 31:15-22
Thema: Nieuwe dingen
Tekst voor vandaag: Jeremia 31:22
HSV: [22] Hoelang blijft u draaien, afvallige dochter? Voorzeker, de HEERE heeft iets nieuws geschapen op de aarde: een vrouw zal een man omvatten.
NBV21: [22] Hoe lang nog blijf je talmen, hoe lang nog blijf je eigenzinnig, vrouwe Israël? De HEER schept op aarde iets nieuws: een vrouw maakt een man het hof.
BGT: [22] Ontrouw volk, hoe lang blijf je nog weglopen van de Heer? Kom naar huis! De Heer zorgt voor een nieuwe tijd. Alles wordt anders. Dan zal het volk van Israël lijken op een vrouw die haar man omhelst.
Aantekening bij: Jeremia 31:22
Hoelang blijft u draaien, d.w.z. hoelang zult u wachten met het vervullen van de profetie in vers 6? afvallige dochter. Efraïm in het verleden. iets nieuws. Een nieuw begin (Jesaja 43:19; 48:7). een vrouw zal een man omvatten. Een zegswijze waarvan de betekenis niet meer bekend is. Er zijn verschillende interpretaties voorgesteld: (1) De meest waarschijnlijke: ‘de zwakke zal de sterke overwinnen’: door Gods kracht zal het zwakke Israël (waarvan de soldaten als barende vrouwen zijn geworden, Jeremia 30:6) door zijn terugkeer de sterke vijanden overwinnen. (2) ‘Omvatten’ betekent ‘omhelzen’: de vrouw (Israël) zal de man (God) liefhebben. (3) Israëls soldaten zullen de vijand zo verpletterend verslaan dat vrouwen henbij hun terugkeer zullen omringen zonder aanval te vrezen. (4) Oude commentatoren zagen hierin een voorzegging van de geboorte van Jezus, die voor Zijn geboorte ‘omvat’ was door de baarmoeder van Maria; huidige exegeten oordelen echter dat dit buiten de strekking van het hoofdstuk valt.
Uit de vrouwen Bijbel
Rolwisseling Jeremia 31:21-22
Israël wordt vergeleken met een jonge vrouw die een afwachtende houding aanneemt. In die tijd was het gebruikelijk dat de man bepaalde wanneer er toenadering werd gezocht. Maar de Heere heeft iets nieuws bedacht: het initiatief mag voortaan van de vrouw komen. De rollen worden omgedraaid: het volk mag nu de eerste stap zetten door de Heere te gaan liefhebben. De Heere verlangt ernaar dat wij Hem zoeken!
Woord voor vandaag
Woord voor vandaag |
Dag: 115
Lezen: Jeremia 31:2-14
Thema: Terugkeer
Tekst voor vandaag: Jeremia 31:8
HSV: [8] Zie, Ik doe hen komen uit het land van het [1]noorden, Ik zal hen bijeenbrengen van de uithoeken van de aarde; onder hen zijn blinden en verlamden, zwangeren en barenden met elkaar: met een grote menigte zullen zij hierheen terugkomen.
NBV21: [8] Ik laat hen uit het noorden terugkeren en breng hen samen van de einden der aarde. Ook blinden en lammen komen mee, ook zwangere vrouwen, en vrouwen in barensnood. In dichte drommen keren ze terug.
BGT: [8] De Heer zegt: ‘Ik haal mijn volk terug uit het verre noorden en uit de verste landen op aarde. Ze komen allemaal terug, ook de mensen die blind zijn, en de mensen die niet kunnen lopen. Ook vrouwen die zwanger zijn of moeten bevallen. Een enorme groep mensen zal terugkomen!
Aantekening bij: Jeremia 31:8
bijeenbrengen van de uithoeken van de aarde. Waarheen Israël na de val van Samaria in 722 v.Chr. is verdreven (2 Koningen 17:18; Jesaja 7:8). blinden en verlamden. Lichamelijke zwakte is voor ‘het overblijfsel’ geen beletsel om terug te keren.
[1] Jeremia 3:[18] In die dagen zal het huis van Juda naar het huis van Israël gaan. Tezamen zullen zij komen uit het land in het noorden naar het land dat Ik uw vaderen in erfelijk bezit heb gegeven.
Woord voor vandaag
Woord voor vandaag |
Dag: 114
Lezen: Jeremia 30:12-31:1
Thema: Weer als vroeger
Tekst voor vandaag: Jeremia 30:20
HSV: [20] Zijn zonen zullen zijn als vanouds, en zijn gemeente zal voor Mijn aangezicht bevestigd worden. Ik zal al zijn onderdrukkers straffen.
NBV21: [20] Het volk wordt weer als vroeger en houdt door mijn bescherming altijd stand. Wie het bedreigt, zal Ik straffen.
BGT: [20] Mijn volk zal weer net zo groot zijn als vroeger. Het blijft altijd bestaan, want ik zal het beschermen. En ik straf iedereen die mijn volk wil onderdrukken.
Aantekening bij: Jeremia 30:20
gemeente of ‘gemeenschap’ is in het Oude Testament een uitdrukking voor een volksvergadering voor onderricht, eredienst of rechtspraak (Exodus 12:3; 35:1; 1 Koningen 8:5). voor Mijn aangezicht bevestigd worden. Weer Gods gunst ontvangen.
Betekenis van de ballingschap
Hoewel er maar een gedeelte van de bevolking in ballingschap naar Babylonië werd meegevoerd, heeft de ballingschap grote indruk gemaakt.
In bijbelteksten die na de ballingschap opgeschreven zijn (zoals Jesaja en Joël) is de ballingschap geïnterpreteerd als straf van God voor het hele volk. De verwoesting van Jeruzalem en de ballingschap werden gezien als straf vanwege de ongehoorzaamheid van Juda (zie ook Post-exilische profeten).
De ballingschap door de Babyloniërs maakte geen einde aan de tradities en overleveringen. Integendeel, juist door de ballingschap werden mondelinge tradities op schrift gesteld. De hele geschiedenis van het volk Israël zoals die is beschreven in de boeken van het Oude Testament, staat daardoor in het teken van de ballingschap.
Woord voor vandaag
Woord voor vandaag |
Dag: 113
Lezen: Jeremia 30:1-11
Thema: Geknakt, niet gebroken
Tekst voor vandaag: Jeremia 30:10
HSV: [10] U dan, wees niet bevreesd, [1]Mijn dienaar Jakob, spreekt de HEERE, wees niet ontsteld, Israël, want zie, Ik ga u verlossen uit verre landen, uw nageslacht uit het land van hun gevangenschap, zodat Jakob terugkeert, rust heeft en zonder zorgen is, en niemand hem schrik aanjaagt.
NBV21: [10] Wees niet bang, mijn dienaar Jakob, heb geen angst, Israël – spreekt de HEER. Ik zal je uit dat verre land bevrijden, uit de ballingschap breng Ik je nageslacht terug. Het volk van Jakob keert terug en zal in vrede leven, zonder zorgen, zonder dat het nog wordt opgeschrikt.
BGT: [10] De Heer zegt: ‘Wees niet bang, Israël, mijn volk. Want ik zal jullie bevrijden uit het verre land waar jullie naartoe gebracht zijn. Ik breng jullie terug naar huis. Ik laat jullie teruggaan naar je eigen land. Daar zullen jullie in vrede leven, zonder zorgen. En jullie hoeven voor niemand meer bang te zijn.
Aantekening bij: Jeremia 30:10
Wees niet bevreesd, want God zal optreden ten behoeve van het volk. Mijn dienaar Jakob. Zie aantekening bij Jesaja 42:1-9. Jakob terugkeert, en dan is de ballingschap ten einde.
Aantekening bij Jesaja 42:1-9 > Dit is de eerste van vier profetieën (ook wel ‘Liederen’ genoemd) over de Knecht van de Heere, vervuld in Jezus Christus (vgl. Jesaja 49:1-13; 50:4-9; 52:13-53:12). Jesaja zinspeelt in heel hoofdstuk 40-55 op de ‘Knecht van de Heere’. Als er ‘knecht’ of dienaar staat, wordt hiermee vaak het volk Israël als geheel bedoeld (Jesaja 41:8-9; 43:10; 44:1-2, 21, 26; 45:4; 48:20); maar soms is ‘de Knecht’ een specifiek iemand binnen Israël Die apart gezet is van het volk, met een roeping om Israël en daarbuiten te dienen (Jesaja 49:5-6; 50:10; zie aantekening bij Jesaja 52:13; 53:11). De tweede profetie (Jesaja 49:1-13), waaruit blijkt dat Gods Knecht niet Israël zelf is, noemt Hem wel ‘Israël’ (Jesaja 49:3). Hij vertegenwoordigt en belichaam hier het hele volk. De traditionele christelijke opvatting dat Gods Knecht een Messiaanse Persoon is, dekt dan ook precies Jesaja’s bedoeling: (1) In Gods verbond met David vertegenwoordigen en belichamen zijn opvolgers Gods volk als geheel: Israël is Gods ‘zoon’ (Exodus 4:22-23), en de koning wordt bij zijn kroning Gods ‘zoon’ (2 Samuël 7:14; vgl. Psalm 89:27-28). Dus de Knecht van de Heere volgt het model van Davids opvolgers. (2) Gods Knecht voltooit de uitbreiding van het koningschap over alle heidenvolken (Jesaja 42:1-4; 52:13-15), wat het werk is van de Messias uit het geslacht van David in hoofdstuk 7-12. (3) Latere profeten noemen een Nakomeling van David – en met name de Messias – Gods Knecht (Ezechiël 31:23-24; 37:25; Haggaï 2:24; Zacharia 3:8; Jeremia 33:21-22, 26), reden te meer om ook de Knecht bij Jesaja te zien als een Messiaanse Persoon. Naast Zijn koninklijke functie vervuld de Knecht ook een profetische (Jesaja 49:1; 50:4, 10) en een priesterlijke rol Jesaja 53:11; vgl. Psalm 110:4, dat Zijn priesterdienst verbindt met Zijn koningschap). Jesaja’s toehoorders moeten weten dat God de ballingen zal terugbrengen en dan Israëls opdracht zal vervullen door middel van Zijn Knecht, Die Hij na de terugkeer uit de ballingschap op een bepaald moment zal doen opstaan. Hierop is heek hun volksbestaan gericht.
Aantekening bij Jesaja 52:13 > verstandig handelen. Zijn taak zal gelukken. verhoogd en verheven. Zie aantekening bij Jesaja 6:1. In Johannes 12:38-41 combineert Johannes Jesaja 6 met de vierde profetie over de Knecht van de Heere en zegt dat Jesaja Jezus’ heerlijkheid zag; de herhaling in dit vers bevestigt Johannes’ visie.
[Aantekening bij Jesaja 6:1 > In het jaar dat koning Uzzia stierf (ca 740 v.Chr.) kwam in Juda een einde aan een langdurige voorspoed (zie 2 Kronieken 26). Uzzai had Gods heiligheid getrotseerd en was melaats geworden. Zijn zoon Jotham had ca. 10 jaar meegeregeerd (2 Kronieken 26:16-21). zag ik de Heere zitten op een … troon. De eeuwige Koning houdt in de hemel een rechtszitting. De uitdrukking hoge en verheven komt ook elders ij Jesaja voor (Jesaja 52:13; 57:15) en hoort bij Jesaja’s stijl. Dat Johannes 12:38-41 Jesaja 6:9 in combinatie met Jesaja 53:1 citeert, toont aan dat Johannes de Knecht van de Heere in Jesaja 52:13-53:12 niet alleen zag als Messiaans, maar ook als Goddelijk. De tempel in Jeruzalem was een model van de tempel in de hemel (vgl. Hebreeën 9:24; Openbaring 4:1-4).
Aantekening bij Jesaja 52:13-53:12 > De Knecht van de Heere draagt de zonde. De vierde en laatste van de vier profetieën (of liederen) van de Knecht van de Heere, vaak geciteerd in het Nieuwe Testament (bv. Handelingen 8:30-35; 1 Petrus 2:22-25), beschrijft de Messias (zie aantekening bij Jesaja 42:1-9). Jesaja verklaart ten slotte hoe de Heilige van Israël Zijn zondige volk kan zegenen: Al Gods beloften worden aan hen vervuld doordat Gods lijdende en zegenvierende Knecht door Zijn offer hun schuld voor God uitdelgt. In deze profetie staat: ‘Ik’ voor de Heere, ‘Hij’ voor Zijn Knecht en ‘Wij’ voor Diens discipelen, die zelf de Knecht nodig hebben om hun schuld te dragen (Jesaja 53:4-6). Daarom kan de Knecht van de Heere niet Israël zijn, of de vromen van Israël.
[1] Jesaja 41:[13] Want Ik ben de HEERE, uw God, Die uw rechterhand vastgrijpt en tegen u zegt: Wees niet bevreesd, Ik help u.
Jesaja 43:[5] Wees niet bevreesd, want Ik ben met u. Vanwaar de zon opkomt, zal Ik uw nageslacht halen en vanwaar zij ondergaat zal Ik u bijeenbrengen.
Jesaja 44:[1] Maar nu, luister, Jakob, Mijn dienaar, Israël, die Ik verkozen heb!
Jeremia 46:[28] U dan, wees niet bevreesd, Mijn dienaar Jakob, spreekt de HEERE, want Ik ben met u. Ik ga immers een vernietigend einde maken aan alle heidenvolken waarheen Ik u verdreven heb. Aan u echter zal Ik geen vernietigend einde maken. Ik zal u bestraffen met mate, maar u beslist niet voor onschuldig houden.
Woord voor vandaag
Woord voor vandaag |
Dag: 112
Lezen: Psalm 114
Thema: De dans van de aarde
Tekst voor vandaag: Psalm 114:4
HSV: [4] de bergen sprongen op als rammen,
de heuvels als lammeren.
NBV21: [4] Bergen sprongen op als rammen,
heuvels huppelden als lammeren.
BGT: [4] Bergen en heuvels sprongen op,
het leken wel jonge lammetjes.
Aantekening bij: Psalm 114:3-6
De Schelfzee en de Jordaan. Het volgende gedeelte roept in herinnering hoe God de Schelfzee (Exodus 14:21-22) en later de rivier de Jorddan doormidden spleet (Jozua 3:15-17; vgl. Jozua 4:21-24, waar de twee gebeurtenissen nadrukkelijk met elkaar in verband zijn gebracht) in het belang van Zijn volk. De bergen zouden kunnen verwijzen naar Gods komst op de Sinaï (Exodus 19:18-20). De elementen van de natuur zijn gepersonifieerd alsof de zee, de rivier en de bergen verschrikt waren door de Heere. Deze beeldspraak schetst dat God de absolute macht heeft over Zijn eigen schepping.
Korte overdenking:
Het thema van vandaag is: De dans van de aarde. En omdat wij mensen op de aarde leven, moeten we wel meedoen met de aarde. Als de aarde de almacht van onze Vader en Heer laat zien, door te gaan bewegen (springen). Mogen wij dus gaan dansen en laten blijken dat wij blij zijn met de Schepper van de aard en ons. Laat ons loflied voor U zijn als reukwerk,
Laat ons loflied voor U zijn als zuilen voor uw troon.
Laat ons loflied voor U zijn als reukwerk.
Wij verhogen en eren U, Vader, Geest en Zoon.
Nu w’U zien, Heer, in uw schoonheid, U aanschouwen in uw majesteit.
En wij samen met de engelen U belijden als de Heilige.
Heilig, heilig, heilig, heilig is de Heer.
Waardig, waardig, waardig, waardig is de Heer.
Jezus, Jezus, Jezus, Jezus is de Heer.
Woord voor vandaag
Woord voor vandaag |
Dag: 111
Lezen: Jeremia 29:24-32
Thema: Weerwoord
Tekst voor vandaag: Jeremia 29:30-32
HSV: [30] Toen kwam het woord van de HEERE tot Jeremia: [31] Stuur aan alle ballingen deze boodschap: Zo zegt de HEERE van Semaja, de Nechelamiet: Omdat Semaja u geprofeteerd heeft, terwijl Ík hem niet heb gezonden, en heeft gemaakt dat u [1]op leugen vertrouwt, [32] daarom, zo zegt de HEERE: Zie, Ik ga Semaja, de Nechelamiet, en zijn nageslacht straffen. Hij zal niemand hebben die woont in het midden van dit volk. Hij zal niet het goede zien dat Ik doen zal aan Mijn volk, spreekt de HEERE, want hij heeft opgeroepen [2]afvallig te worden van de HEERE.
NBV21: [30] richtte de HEER zich tot Jeremia: [31] ‘Stuur de volgende brief aan de ballingen: Dit zegt de HEER over Semaja, de Nechelamiet: Hij heeft bij jullie geprofeteerd zonder dat Ik hem gezonden heb en heeft jullie met leugens misleid. [32] Daarom – dit zegt de HEER: Ik zal hem en zijn nageslacht straffen. Ze zullen onder dit volk ophouden te bestaan, ze zullen de voorspoed die Ik mijn volk zal brengen niet meemaken – spreekt de HEER. Want hij heeft het volk tegen Mij opgezet.’
BGT: [30-31] Daarna gaf de Heer aan Jeremia de opdracht om opnieuw een brief te sturen naar de Judeeërs in Babel. Dit moest hij schrijven: ‘Semaja uit Nachlam zei dat hij jullie een boodschap vertelde namens de Heer, maar dat is niet waar. Semaja is niet door de Heer gestuurd. Hij heeft jullie laten vertrouwen op leugens. [32] Daarom zegt de Heer: ‘Ik ga Semaja straffen, samen met zijn hele familie. Er zal niemand van zijn familie overblijven. Hij zal niet meemaken dat ik mijn volk weer gelukkig maak. Want hij heeft de Judeeërs in Babel tegen mij in opstand laten komen.’’
Aantekening bij: Jeremia 29:31-32
Jeremia ontmaskert Semaja als een valse profeet, die het volk leugen laat geloven (Jeremia 28:15). Met zijn nageslacht kan zijn bedoeld afstammelingen die zijn afvalligheid ondersteunen (zie Exodus 20:5-6; Ezechiël 18:1-4). opgeroepen afvallig te worden door dingen te verkondigen die God niet heeft gezegd.
[1] Jeremia 28:[15] Toen zei de profeet Jeremia tegen de profeet Hananja: Luister toch, Hananja, de HEERE heeft u niet gezonden. Ú echter hebt dit volk op leugen doen vertrouwen.
[2] Jeremia 28:[16] Daarom, zo zegt de HEERE, zie, Ik ga u wegwerpen van de aardbodem. Dit jaar sterft u, omdat u hebt opgeroepen afvallig te worden van de HEERE.