Bijbel open in 2023

Dag: 243 

Lezen: 2 Koningen 17:34-41

Thema: Het slechte voorbeeld

Tekst voor vandaag: 2 Koningen 17:34

 

HSV: [34] Tot op deze dag toe doen zij overeenkomstig de vroegere handelwijze. Zij vrezen de HEERE niet en zij handelen niet naar hun verordeningen, naar hun bepalingen, naar de wet en naar het gebod dat de HEERE geboden heeft aan de kinderen van Jakob, die ^[1]Hij de naam Israël gaf.          

 

NBV21: [34] Ook de Israëlieten zelf vervielen telkens opnieuw in hun oude gewoonten en doen dat tot op de dag van vandaag: ze vereren de HEER niet en houden zich niet aan de voorschriften, regels, wetten en geboden die de HEER heeft opgelegd aan de nakomelingen van Jakob, aan wie Hij de naam Israël heeft gegeven.

 

BGT: [34] En zo gaat het nog steeds. De nieuwe bewoners van het land leven nog altijd volgens hun oude gewoontes. Ze vereren de Heer niet op de goede manier, want ze houden zich niet aan zijn wetten en regels. Dat zijn de regels die de Heer gegeven heeft aan de nakomelingen van Jakob. Aan Jakob had hij de naam Israël gegeven.

 

Aantekening bij: 

2 Koningen 17:34-41 Maar de auteurs vonden dit helemaal geen vreze voor de Heere (vers 34). Als de ene, waarlijk bestaande God eist de Heere ongedeelde aanbidding voor Zich op. Een hele wereld van goden is onaanvaardbaar. Onder deze goden bevinden zich Sukkoth Benoth (de godin Banitu en mogelijk ook Sakkut/Ninurta), de Mesopotamische god van de onderwereld Nergal (geassocieerd met hongersnood, droogte, pet, dood) en de west-Semitische god Asima. Nibha en Adrammelech en Anammelech zijn wellicht Fenicische resp. Emaritische goden.

---

^[1] Genesis 32:[28] Toen zei Hij: Uw naam zal voortaan niet meer Jakob luiden, maar Israël, want u hebt met God en met mensen gestreden, en hebt overwonnen.

   Genesis 35:[10] God zei toen tegen hem: Uw naam is Jakob, maar uw naam zal voortaan niet meer Jakob luiden, maar Israël zal uw naam zijn; en Hij gaf hem de naam Israël.

   1 Koningen 18:[31] Elia nam twaalf stenen, overeenkomstig het getal van de stammen van de zonen van Jakob, tot wie het woord van de HEERE was gekomen: Israël zal uw naam zijn.

Bijbel open in 2023

Dag: 242 

Lezen: 2 Koningen 17:24-33

Thema: God en andere goden

Tekst voor vandaag: 2 Koningen 17:33

 

HSV: [33] ^[1]Zij vreesden de HEERE maar dienden ook hun goden, overeenkomstig de handelwijze van de volken waaruit men hen weggevoerd had.          

 

NBV21: [33] Ze vereerden dus wel de HEER, maar dienden ook hun eigen goden zoals ze in hun land van herkomst gewoon waren geweest.

 

BGT: [33] Zo dienden ze de Heer, en ze bleven ook hun eigen goden dienen, net als in de landen waar ze vandaan kwamen.

 

Aantekening bij: 

2 Koningen 17:24-33 De koning van Assyrië bracht mensen … en liet hen in de steden van Samaria wonen. Het land Israël blijft niet onbevolkt: volken uit nabijgelegen (bv. Hamath) en verafgelegen gebieden (bv. Babel) moeten zich daar vestigen, hun godsdienst is een belangrijk onderwerp in het laatste deel van dit hoofdstuk. Het was een godsdienst waarbij ze – naar hun voorstelling – de God van Israël vreesden maar ook hun eigen goden (vers 33) dienden.

 

Samaritanen                (Uit de mannen Bijbel)

 

2 Koningen 17:29 De Samaritanen bestaan nog steeds als kleine groepering. Ze hebben hun oorsprong in het noordelijk rijk, wanneer ze in het land achterblijven nadat de bovenlaag van Israël in ballingschap moet naar Assyrië. Ze zijn vaak afgeschilderd als tweederangsburgers.

 

De Samaritanen           (Uit de Vrouwen Bijbel)

 

2 Koningen 17:24-28 De koning van Assyrië brengt allerlei volken samen in Samaria en omgeving. Ze brengen allen hun goden mee. Maar God laat hun weten dat Hij op die plaats gediend wil worden. Zijn wij in staat om contacten te maken met vreemdelingen (door God in ons land gebracht)? En om hun de bevrijdende liefde van Christus bekend te maken?

---

^[1]  Zefanja 1:[5] en hen die zich neerbuigen op de daken voor het leger aan de hemel, en hen die zich neerbuigen en zweren bij de HEERE én zweren bij Malcam,

Bijbel open in 2023

Dag: 241 

Lezen: 2 Koningen 17:13-23

Thema: Verworpen en verstoten

Tekst voor vandaag: 2 Koningen 17:20

 

HSV: [20] Toen verwierp de HEERE het hele nageslacht van Israël. Hij vernederde hen en gaf hen in de hand van plunderaars, totdat Hij hen van Zijn aangezicht weggeworpen had.          

 

NBV21: [20] Daarom verwierp de HEER alle nakomelingen van Israël. Hij vernederde hen door hen uit te leveren aan plunderaars, en uiteindelijk verstootte Hij hen allemaal.

 

BGT: [20] De Heer strafte en vernederde het hele volk van Israël. Hij liet hun land leegroven door andere volken, en hij stuurde alle Israëlieten weg uit het land.

 

Korte overdenking

 

Het lijkt dat de Heere onredelijk is, omdat hij het hele volk verwerpt en verstoot. Maar als wij goed en aandachtig hebben gelezen kunnen we weten dat de Heere Zijn volk herhaaldelijk heeft gewaarschuwd, door Zijn dienaren en de profeten. Dus heeft het volk de schuld te dragen die ze zelf hebben verdiend. Het volk heeft niet alleen niet geluisterd naar de profeten maar ook de verordeningen en geboden verworpen en zelfs profeten gedood. De wet die Mozes van de Heer had ontvangen hebben ze naast hen neergelegd en ze zijn de afgoden gaan aanbidden. Omdat de God van Israël een God is die trouw en rechtvaardig is, doet Hij wat Hij heeft gezegd en dus werd hele nageslacht van Israël verworpen en ze werden vernederd en in de hand van plunderaars gegeven, totdat Hij hen van Zijn aangezicht verworpen had (vers 20). 

Hoe is het met ons? Luisteren wij naar Zijn woord en de profeten? Of gaan wij ook onze eigen weg? 

God is een God van trouw en als wij tot inkeer komen en Hem oprecht gaan zoeken, zal Hij ons vergeven en zijn wij gered. Niet door onze eigen kracht maar door het offer van onze Redder en Zaligmaker, Jezus Christus. Het lied dat mij nu te binnen schiet is: God is getrouw, Zijn plannen falen nooit. Hij zal ons allen roepen en Hij kiest de Zijnen uit. Wat een blij vooruitzicht hebben wij.

Bijbel open in 2023

Dag: 240 

Lezen: 2 Koningen 17:1-12

Thema: Tegen Gods wil in

Tekst voor vandaag: 2 Koningen 17:7 

 

HSV: [7] Dit gebeurde omdat de Israëlieten gezondigd hadden tegen de HEERE, hun God, Die hen uit het land Egypte geleid had, onder de hand van de farao vandaan, de koning van Egypte. Zij hadden andere goden vereerd,          

 

NBV21: [7] Dit alles gebeurde omdat de Israëlieten zondigden tegen de HEER, hun God, die hen had bevrijd uit de macht van de farao, de koning van Egypte, en hen uit Egypte had weggeleid. Ze waren andere goden gaan vereren

 

BGT: [7] Dat is allemaal gebeurd omdat de Israëlieten ontrouw geworden waren aan de Heer, hun God. Hij had hen bevrijd uit Egypte en uit de macht van de farao. Maar zij waren toch andere goden gaan vereren.

 

Aantekening bij: 

2 Koningen 17:7 De auteurs bestempelen ongehoorzaamheid als een zonde tegen Gods liefde en trouw en benadrukken hiermee de ernst ervan.

 

Redding uit beeld?                (Uit de mannen Bijbel)

 

2 Koningen 17 Ondanks vele waarschuwingen van de profeten blijft het volk hardnekkig zondigen. Niet alleen de koning, maar ook het volk doet wat slecht is in Gods ogen (vers 6-23). Het gevolg is dat Israël weggevoerd wordt naar een vreemd land. Eeuwen daarvoor waren ze uit Egypte gered en naar het Beloofde Land gebracht (vers 7). Nu moeten ze dat lans door eigenschuld weer verlaten. Het besef dat God het is Die hen gered had van slavernij, dat Hij hun het Beloofde Land gegeven had, is door zonde en afgoderij uit beeld geraakt. Zijn redding bepaalt niet meer hun relatie met Hem. De gevolgen zijn vreselijk, zowel voor de koning als voor het volk.

Kiezen om trouw te zijn aan God en Hem te gehoorzamen, voorkomt ellende en geeft geluk (Psalm 32:2). Hoe meer je onder de indruk bent van Gods liefde en genade, hoe meer je weg wilt blijven van zonde. Het is ook niet voor niets dat Jezus vraagt Zijn dood te gedenken tijdens het Heilig Avondmaal. Elke keer word je door brood en wijn bepaald wat Hij gedaan heeft voor jou, opdat jij zou leven voor Hem! Alle reden om van zonde weg te blijven en je steeds opnieuw aan Hem toe te wijden.

 

Gods reden                  (Uit de vrouwen Bijbel)

 

2 Koningen 17:1-23 Israël gaat in ballingschap. God doet wat Hij heeft laten voorzeggen. Het is indrukwekkend hoe concreet de Heere antwoord geeft op het ‘waarom’. Zelfs de oproep tot bekering had geen effect (vers 13-14).

Wij leven in een andere bedeling. Kun jij in de praktijk wat met de geschiedenis?          

Bijbel open in 2023

Dag: 239 

Lezen: Mattheüs 16:21-28

Thema: Wat God wil

Tekst voor vandaag: Mattheüs 16:21

 

HSV: ^[1][21] Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te laten zien dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden van de kant van de oudsten en de overpriesters en de schriftgeleerden, en dat Hij gedood zou worden en op de derde dag zou worden opgewekt.          

 

NBV21: [21] Vanaf die tijd begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden door toedoen van de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden, en dat Hij gedood zou worden, maar op de derde dag uit de dood zou worden opgewekt.

 

BGT: [21] Vanaf dat moment begon Jezus zijn leerlingen te vertellen wat er met hem moest gebeuren. Hij zei: ‘Ik moet naar Jeruzalem gaan. Daar zal ik veel moeten lijden. De leiders van het volk, de priesters en de wetsleraren zullen mij doden. Maar drie dagen later zal ik opstaan uit de dood.’

 

Aantekening bij: 

Mattheüs 16:21 Van toen aan markeert het einde van Jezus’ dienstwerk in Galilea en het begin van Zijn tocht naar Jeruzalem voor Zijn kruisiging. Jezus voorspelt in totaal vier keer (Mattheüs 16:24; 17:22-33; 17-19; 26:2) Zijn gevangenneming en kruisiging.

 

 

---

^[1]  Mattheüs 17:[22] Toen zij in Galilea verbleven, zei Jezus tegen hen: De Zoon des mensen zal overgeleverd worden in de handen van mensen.

    Mattheüs 20:[18] Zie, wij gaan naar Jeruzalem en de Zoon des mensen zal aan de overpriesters en schriftgeleerden overgeleverd worden, en zij zullen Hem ter dood veroordelen;

    Markus 8:[31] En Hij begon hun te onderwijzen dat de Zoon des mensen veel moest lijden en verworpen worden door de oudsten en overpriesters en schriftgeleerden en gedood worden en na drie dagen opstaan.

    Markus 9:[31] Want Hij gaf onderwijs aan Zijn discipelen en zei tegen hen: De Zoon des mensen zal overgeleverd worden in de handen van mensen en zij zullen Hem doden, en nadat Hij gedood is, zal Hij op de derde dag opstaan.

    Markus 10:[33] Zie, wij gaan op naar Jeruzalem en de Zoon des mensen zal aan de overpriesters en de schriftgeleerden overgeleverd worden, en zij zullen Hem ter dood veroordelen en Hem aan de heidenen overleveren.

    Lukas 9:[22] Hij zei: De Zoon des mensen moet veel lijden en verworpen worden door de oudsten, overpriesters en schriftgeleerden, en Hij moet gedood en op de derde dag opgewekt worden.

    Lukas 18:[31] En Hij nam de twaalf bij Zich en zei tegen hen: Zie, wij gaan naar Jeruzalem en alles wat geschreven is door de profeten zal aan de Zoon des mensen volbracht worden.

    Lukas 24:[7] De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in handen van zondige mensen en gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.

Bijbel open in 2023

Dag: 238 

Lezen: Mattheüs 16:13-20

Thema: Wie ben ik

Tekst voor vandaag: Mattheüs 16:16

 

HSV: [16] ^[1]Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God.          

 

NBV21: [16] ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God,’ antwoordde Simon Petrus.

 

BGT: [16] Simon Petrus antwoordde: ‘U bent de messias, de Zoon van de levende God.’

 

Aantekening bij: 

Mattheüs 16:16 Simon Petrus antwoorde en zei. Petrus treedt weer op als woordvoerder van de twaalf (vgl. Mattheüs 15:15). Christus betekent ‘Messias’ (zie aantekening bij Mattheüs 1:1). Zoon van de levende God. Jezus is de Zoon van de God Die leeft, anders dan de heidense goden van Ceasarea Filippi (zie aantekening bij Mattheüs 16:13). Hij is Gods eniggeboren Zoon (vgl. Mattheüs 1:21-23; 2:15; 3:17; 4:4; 5:7-21; 8:29; 10:32-33; 11:25-27; 12:50; 15:13; 18:35; 20:23; 24:36; 25:34; 26:39, 42, 53; 28:19). De vervulling van de belofte in het Oude Testament over de Goddelijke Zoon, de gezalfde koning (2 Samuël 7:14; Psalm 2:7).

 

Aantekening bij Mattheüs 1:1 Het geslachtsregister van Jezus Christus. De beginwoorden van het Mattheüsevangelie zijn van bijzondere betekenis voor de Joodse lezer, wiens afkomst onlosmakelijk verweven is met het verbond dat God met Israël sloot. Jezus (Grieks ‘Iësous) was Zijn oorspronkelijke, alledaagse naam, in het jesjua’/jehosjua’ (wat ‘de Heere redt’ betekent (Nehemia 7:7; vgl. Mattheüs 1:21). Christus (Grieks Christos, Hebreeuws Masjiach, ‘de gezalfde’) gaat terug op David die tot koning van Israël gezalfd werd. In de benaming ‘Messias’ komen de verwachtingen uit het Oude Testament samen m.n. de belofte van een ‘gezalfde’ die Gods volk in gerechtigheid zal leiden (2 Samuël 7:11^b-16). Zoon van David doelt op een Verlosser van koninklijke afkomst Die de troon en het rijk van Israël zal herstellen. Zoon van Abraham. Gods verbond met Abraham maakte Israël tot het uitverkoren volk en betekende ook dat de hele aarde door zijn geslacht gezegend zou worden (Genesis 12:1-3; 22:18). 

 

Aantekening bij Mattheüs 16:13 Caesarea Filippi lag 40 km ten noorden van de zee van Galilea en was eerst een centrum van verering van  (1) Baäl, toen van (2) de Griekse god Pan, en daarna van (3) Caesar. Nu was het een belangrijke Grieks-Romeinse stad met een hoofdzakelijk Syrische en Griekse bevolking. Filippus de viervorst (een van de vier zonen van Herodes de Grote) hat toen juist de naam Paneas veranderd in Caesarea Filippi, ter ere van zichzelf en Augustus Caesar. Opgravingen hebben munten aan het licht gebracht die bij de tempelbouw ter ere van Augustus geslagen werden, en een aan Pan gewijde grot met schrijnen en gewijde nissen die nu nog te zien zijn. Over de benaming Zoon des mensen, zie aantekening bij Mattheüs 8:20.

 

Aantekening bij Mattheüs 8:20 Jezus noemt Zichzelf graag de Zoon des mensen (zie aantekening bij Johannes 1:52; vgl. Daniël 7:13) en gaf daarmee de feitelijke betekenis van Zijn identiteit en opdracht aan: (1) de ootmoedige Knecht, Die kwam om zondaars te vergeven (vgl. Mattheüs 9:6); (2) de lijdende Knecht, Die door Zijn verzoenende dood en opstanding Zijn volk verlost (Mattheüs 16:13, 27-28, en (3) de verheerlijkte Koning en Rechter, Die terug zal komen om Gods Koninkrijk op aarde te stichten (Mattheüs25:31; 26:64). niets waarop Hij het hoofd kan neerleggen. Christenen krijgen dezelfde behandeling als Jezus en kunnen dan ook geen gerieflijk, comfortabel leven verwachten (Johannes 15:18; vgl. Johannes 16:33).

 

Aantekening bij Johannes 1:52 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u is een plechtige verklaring om het gezag en het belang van Jezus’ uitspraken te beklemtonen. In dit evangelie komt de uitdrukking 25 keer voor. Hier is ‘u’ beide keren meervoud. de hemel geopend … en de engelen van God opklimmen en neerdalen herinnert aan het verhaal van Jakob in Genesis 28 (zie m.n. vers 12). Jezus zal een heerlijker weg zijn om bij God te komen dan de hemelse ladder waarop engelen heen en weer klommen tussen God en Jakob (Genesis 28:12; vgl. Hebreeën10:19-20). Elke plaats waar Jezus is, wordt een nieuw ‘Bethel’ waar God geopenbaard wordt. de Zoon des mensen. Jezus is niet alleen ‘een mensenzoon’ zoals ieder mens; Hij noemt Zich herhaaldelijk (in de evangeliën 85 keer) ‘de Zoon des mensen’: de grootste Mensenzoon van alle tijden. Dit is een Messiaanse titel, toegekend aan de Mysterieuze Goddelijk/menselijke figuur van Daniël7:13-14 (‘iemand als een Mensenzoon’), aan Wie eeuwige heerschappij zou worden verleend over alle volken op aarde (vgl. Mattheüs 26:44). De Zoon des mensen zal worden ‘verhoogd’ aan het kruis (zie aantekening bij Johannes 3:14). Hij zal Goddelijke openbaring geven (Johannes 6:27) en zal met eindtijdgezag optreden (Johannes 5:27; 9:39).

 

Aantekening bij Johannes 3:14 verhoogd. Dit is de eerste van drie uitspraken in Johannes dat de Zoon des mensen zal worden ‘verhoogd’ (vgl. Johannes 8:28; 12:32). Het heeft telkens de voor Johannes typerende dubbele betekenis,* het verwijst dus (a) naar Jezus’ dood en (b) naar Zijn opstanding en verheffing tot heerlijkheid in de hemel (vgl. Handelingen 2:33; 5:31). slang in de woestijn. Zie Numeri 21:9; maar vgl. ook Jesaja 52:13.

 

 

---

^[1] Johannes 6:[69] En wij hebben geloofd en erkend dat U de Christus bent, de Zoon van de levende God.

Bijbel open in 2023

Dag: 237 

Lezen: Mattheüs 16:1-12

Thema: Een ander zuurdesem

Tekst voor vandaag: Mattheüs 16:12

 

HSV: [12] Toen begrepen zij dat Hij niet gezegd had dat zij op hun hoede moesten zijn voor het zuurdeeg van het brood, maar voor het onderricht van de Farizeeën en de Sadduceeën.          

 

NBV21: [12] Toen begrepen ze dat Hij niet bedoelde dat ze op hun hoede moesten zijn voor de zuurdesem in brood, maar voor het onderricht van de farizeeën en de sadduceeën.

 

BGT: [12] Toen begrepen de leerlingen het. Dat gevaarlijke voedsel was geen eten. Maar het waren de gevaarlijke ideeën van de farizeeën en de sadduceeën.

 

Aantekening bij: 

Mattheüs 16:6-12 Anders dan in Mattheüs 13:33 is het zuurdeeg hier negatief bedoeld om duidelijk te maken hoe het kwaad van het verderf binnen kan dringen en het goede kan verwoesten. Vgl. Exodus 12:8, 15-20. geen broden meenemen. De discipelen zijn zo druk met hun dagelijkse behoeften dat hun de figuurlijke betekenis van het zuurdeeg, bedoeld als geestelijke les, ontgaat. Nadat Jezus hen vermaand heeft, begrepen zij het eindelijk.

 

 

Bijbel open in 2023

Dag: 236 

Lezen: Mattheüs 15:29-39

Thema: Brood en vis

Tekst voor vandaag: Mattheüs 15:36

 

HSV: [36] En Hij nam de zeven broden en de vissen, en nadat Hij ^[1]gedankt had, brak Hij ze en gaf ze aan Zijn discipelen; en de discipelen gaven ze aan de menigte.          

 

NBV21: [36] Toen nam Hij de zeven broden en de vissen, sprak het dankgebed uit, brak de broden en gaf ze aan de leerlingen, en die deelden ze uit aan de mensen.

 

BGT: [36] Hij nam het brood en de vis, en dankte God voor het voedsel. Daarna brak hij het brood en de vis in stukken. Hij gaf het aan de leerlingen, en zij gaven het aan de mensen.

 

Aantekening bij: 

Mattheüs 15:35-38 Voor een gelijksoortige situatie, zie aantekening bij Mattheüs 14:13-21.

 

Aantekening bij Mattheüs 14:13 vertrok. Zie aantekening bij Mattheüs 12:15.

 

Aantekening bij Mattheüs 12:15 Jezus … vertrok vandaar (vgl. Mattheüs 2:14. 22; 4:12, 13), niet vanwege alle tegenstand, maar om erger te voorkomen, want de tijd van het voorspelde verraad en Zijn sterven was nog niet gekomen.

 

Aantekening bij Mattheüs 14:15-21 Een grote menigte (vers 14) was Jezus gevolgd naar een plaats die eenzaam was, maar had aan het eind van de dag niets te eten. Deze situatie herrinnert aan Israëls zwerftocht door de woestijn na de uittocht en aan hoe God Zijn volk zegende met manna. Waarschijnlijk is het aantal van twaalf manden bewust vermeld als beeld van Israëls twaalf stammen, maar ook van Gods rijke zegen. zij aten allen en werden verzadigd kan men ook zien als een voorafschaduwing van het feestmaal in het Koninkrijk aan het eind der tijden (vgl. Mattheüs 8:11). broden … vissen. Brood en gedroogde of gezouten vis zijn als basisvoedsel ideaal voor een korte reis naar de heuvels. Het brood was een koek, genoeg voor een lunch van één persoon. opkeek naar de hemel. De gewoonlijke houding voor een gebed (vgl. Johannes 17:1). Jezus zegende dit zo wonderlijk door de Vader verschafte voedsel: een teken voor iedereen die op de Vader vertrouwt voor zijn dagelijkse noden (zie Mattheüs 6:11). vijfduizend mannen, de vrouwen en de kinderen niet meegeteld. Totaal waren er misschien meer dan 10.000. Jezus lenigt noden van Zijn volk; Hij is de nieuwe en betere Mozes.

 

 

Deel uit                                 (Uit de Vrouwen Bijbel)

 

Mattheüs 15:36 Als je naar jezelf kijkt, vraag je je misschien weleens af wat je in het koninkrijk van God kunt betekenen. Kijk dan eens hier, zomaar een paar broden en vissen. Maar onder dankzegging is er genoeg voor iedereen. Dank God voor je gaven, tijd of geld. En stel ze ter beschikking aan Hem. In Zijn handen komen ze tot hun recht. Hij kan ze gebruiken en vergroten.

---

^[1] 1 Samuël 9:[13] Wanneer u de stad binnenkomt, zult u hem vinden voor hij de hoogte opgaat om te eten. Het volk zal immers niet eten totdat hij komt, want hij zegent het offer en daarna eten de genodigden. Ga dan nu, want u zult hem dadelijk vinden.

Bijbel open in 2023

Dag: 235 

Lezen: Mattheüs 15:21-28

Thema: Een groot geloof

Tekst voor vandaag: Mattheüs 15:28

 

HSV: [28] Toen antwoordde Jezus en zei tegen haar: O vrouw, groot is uw geloof; het zal gebeuren zoals u wilt. En haar dochter was vanaf dat moment gezond.         

 

NBV21: [28] Toen antwoordde Jezus haar: ‘U hebt een groot geloof! Wat u verlangt, zal ook gebeuren.’ En vanaf dat moment was haar dochter genezen.

 

BGT: [28] Jezus zei tegen haar: ‘Je hebt een groot geloof. Wat je gevraagd hebt, zal gebeuren.’ En vanaf dat moment was de dochter van de vrouw beter.

 

Aantekening bij: 

Mattheüs 15:28 Het lag in Gods voornemen om eerst het uitverkoren Israël en dan de heidenen te redden (zie aantekening bij vers 24), maar Hij antwoordt eenieder die Hem met een waarachtig geloofaanroept. Door het nederig geloof van de heidense vrouw kon Jezus genezen.

 

 

Gelovige moeder                   (Uit de vrouwen Bijbel)

 

Mattheüs 15:22-28 Jezus geneest veel mensen, we lezen niet altijd de details. Des te opvallender is deze uitgebreide beschrijving. In vergelijking met mannen hadden vrouwen in de Joodse gemeenschap geen volwaardige plek. Zeker niet deze vrouw, van heidense afkomst nota bene. Dat weet ze zelf ook. Maar hoe groot blijkt haar geloof! Jezus prijst haar, geneest haar dochter. Dit bemoedigt mij: ook ik mag met zorgen, om mezelf of om anderen, naar Jezus gaan.

 

Aantekening bij Mattheüs 15:24 alleen … naar de verloren schapen van het huis van Israël. Later komt door de dienst van de apostelen het Evangelie ook tot de heidenen (Handelingen 1:8; 22:21; 26:17-18, 23; vgl. Lukas 24:47; Johannes 10:16), maar Gods voornemen richt op dit moment op de Joden en hun geestelijke nood. Zie Mattheüs 10:6 en aantekening bij Mattheüs 22:9.

 

Aantekening bij Mattheüs 22:9 Dat de aanvankelijk niet-genodigden alsnog uitgenodigd werden, loopt vooruit op de verkondiging van het Evangelie aan de heidenen (Mattheüs 28:18-20; Handelingen 1:8; Romeinen 1:16). Vgl. aantekening bij Mattheüs 15:24.

Bijbel open in 2023

Dag: 234 

Lezen: Mattheüs 15:1-20

Thema: Het is het hart dat telt

Tekst voor vandaag: Mattheüs 15:19

 

HSV: [19] ^[1]Want uit het hart komen voort kwaadaardige overwegingen, alle moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen, lasteringen.          

 

NBV21: [19] Want uit het hart komen boze gedachten, moord, overspel, ontucht, diefstal, valse getuigenissen en laster.

 

BGT: [18-19] Maar juist de dingen die uit je mond naar buiten komen, maken je onrein. Want dat zijn de slechte dingen die uit je hart komen: slechte gedachten, verboden seks, en moord. En ook vreemdgaan, stelen, en anderen beledigen of vals beschuldigen.

 

Aantekening bij: 

Mattheüs 15:17-20 alles wat de mond ingaat. Vgl. aantekening bij Markus 7:19 en Markus 7:20-23.

 

Aantekening bij Markus 7:19Zo wordt al het voedsel gereinigd. Volgens andere handschriften: ‘Zo verklaarde Hij al het voedsel rein.’ De rituele wet van Mozes onderscheidt ‘rein’ en ‘onrein’ voedsel (zie Leviticus 11:1-47). Het doel daarvan was besef van Gods heiliging op te wekken en mensen er bewust van te maken dat de zonde een barrière is voor een verhouding met God. Maar als het hart volledig is gereinigd en er een open verhouding met God is gekomen (op basis van het verzoenend sterven van Jezus, Zie Markus 10:45; Romeinen 14:14; Hebreeën 8:6-13; 9:10, 14), is het doel van de rituele wet bereikt en gelden deze geboden niet meer. Zoals uit Handelingen 10-11 valt af te leiden, heeft het wel verschillende jaren geduurd voordat de discipelen dit begrepen. (*ten aanzien van voedselwetten in het bijzonder, zie 1 Timotheüs 4:3-5).

 

Aantekening bij Markus 7:20-23 Wat uit de mens naar buiten komt sluit aan bij Jezus’ onderricht in vers 15. Jezus geeft enkele voorbeelden van zondige gedachten en daden, en kenmerken van een onrein hart. In vers 23 vat Hij Zijn onderricht samen met: al deze slechte dingen komen van binnenuit.

 

 

Huichelaar?                 (Uit de mannen Bijbel)

 

Mattheüs 15:1-20 Soms lees je in de krant: ‘Politieagent veroordeeld wegens diefstal.’ Onze reactie is dan vaak: ‘Wat een slecht voorbeeld geeft die man!’ Of een leraar zegt tegen zijn leerlingen dat ze niet mogen roddelen, maar hij kletst zelf over een collega. Of een vader vermaant zijn kinderen omdat ze een koekje uit de trommel pakken, terwijl hij dat zelf regelmatig doet waar z’n kinderen bij zijn.

Zulke mensen noemen we terecht huichelaars. Een belangrijk gevolg is dat hun voorbeeld geen uitwerking heeft. Mogelijk werkt het de verkeerde kant op. Alsof hun boodschap niet belangrijk is.

Jezus spreekt in dit hoofdstuk niet de eerste de beste aan met huichelaar. Integendeel, de schriftgeleerden en de Farizeeën meenden dat zij de grote voorbeelden waren voor de samenleving. Maar Jezus zegt dat ze niet oprecht zijn.

Als volgeling van Jezus moet elke christenman een voorbeeld in de samenleving zijn. Dat is best lastig, want wij zijn nu eenmaal geen heiligen. Maar het is wel belangrijk dat de christelijke boodschap wordt doorgegeven aan anderen. Ons gedrag mag die boodschap dus niet verzwakken. Reden genoeg om telkens weer na te gaan of onze woorden en daden met elkaar overeenkomen en te bidden: ‘Doorgrond en ken mijn hart, o God!’ 

---

^[1] Genesis 6:[5] En de HEERE zag dat de slechtheid van de mens op de aarde groot was, en dat al de gedachtespinsels van zijn hart elke dag alleen maar slecht waren.

   Genesis 8:[21] En de HEERE rook die aangename geur, en de HEERE zei in Zijn hart: Ik zal de aardbodem voortaan niet meer vervloeken vanwege de mens; de gedachtespinsels van het hart van de mens zijn immers slecht, van zijn jeugd af; en Ik zal voortaan niet al het levende meer doden, zoals Ik gedaan heb.

   Spreuken 6:[14] In zijn hart zijn verderfelijke dingen, hij smeedt te allen tijde kwaad en hij brengt twisten teweeg.

   Jeremia 17:[9] Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen?