TEKST VOOR VANDAAG
DEUTERONOMIUM 18:18-20
DAG 31
LEZEN: DEUTERONOMIUM 18 : 14 -22
THEMA: Echte en valse profeten
(HSV) [18] Ik zal een Profeet voor hen doen opstaan uit het midden van hun broeders, zoals u. Ik zal Mijn woorden in Zijn mond geven, [1]en alles wat Ik Hem gebied, zal Hij tot hen spreken. [19] En met de man die niet naar Mijn woorden luistert, die Hij in Mijn Naam spreekt, zal het zó zijn: Ík zal rekenschap van hem eisen. [20] Maar[2] de profeet die overmoedig handelt door een woord in Mijn Naam te spreken dat Ik hem niet geboden heb te spreken, of die in de naam van andere goden spreekt, die profeet zal sterven.
(BGT) [18] Ik zal zorgen dat er bij hen profeten komen, profeten zoals jij. Ik zal tegen die profeten zeggen wat er gaat gebeuren. Zij zullen mijn woorden doorgeven aan het volk. [19] En als iemand niet naar die woorden luistert, zal ik hem straffen! [20] Maar stel dat een profeet zegt dat hij namens mij spreekt, terwijl dat niet zo is. Of stel dat hij namens een andere god spreekt. Dan moet die profeet gedood worden.’
Aantekening
Deuteronomium 18 : 15 – 19 God belooft een lijn van profeten die namens Hem tot Israël zullen spreken (vgl. Jeremia 1:7, 9 m.b.t. de dienst van Jeremia). Dit gebeurt in het verlengde van de eerdergenoemde ambtsdragers (rechters, een koning, priesters). Mozes noemt zichzelf een ‘profeet’, het instrument waarmee God Zijn Woord aan Israël communiceert (vgl. Deuteronomium 18:19; Exodus 7:1). De heidenvolken luisteren o.a. naar waarzeggers (Deuteronomium 18:14); Israël moet luisteren naar Gods profeten en niet vertrouwen op heidense methoden van openbaring en leiding. de stem van de Heere. Zie Deuteronomium 5:23-28. een Profeet … zoals u (Deuteronomium 18:18). God belooft Israël steeds profeten. In de toekomst zal er een grote Profeet komen. In de 1e eeuw na Christus leefden de Joden in de verwachting van een laatste Profeet. De auteurs van het Nieuwe Testament identificeerden Jezus als deze Profeet (Handelingen 3:22-24; 7:37; vgl. Johannes 1:21).
Deuteronomium 18 : 20 – 22 Valse profeten moeten gedood worden (Deuteronomium 13:1-5), of zij nu spreken in de Naam van God of in de naam van andere goden. Een toetssteen voor een valse profeet is dit: als hij iets voorspelt en het gebeurt niet en het komt niet uit, dan waren het niet de woorden van de Heere. Als de woorden van een profeet wel uitkomen, betekent dat echter niet automatisch dat hij Gods profeet is (zie Deuteronomium 13:1-5 en aantekening). Hier blijkt dat niet de grote Profeet bedoeld is, maar de opeenvolgende reeks profeten in Israël.
Profeet Deuteronomium 18 : 15 – 18 (Uit de vrouwen Bijbel)
Hier wordt al de Profeet beloofd (vers 15 e.v.). Mozes kennen wij als pleitbezorger bij God en de brenger van Gods wetten. Daarmee is hij ook een profeet, en een voorloper van Jezus, Die de wet heeft vervuld. Omdat Hij dat heeft gedaan, veroordeelt de wet ons niet meer. Als je dat gelooft, ben je vrij.
Deuteronomium 13:[1] Als in uw midden een profeet opstaat of iemand die dromen heeft, en u een teken of wonder geeft, [2] en dat teken of dat wonder waarvan hij tot u gesproken had, komt en hij zegt: Laten we achter andere goden aan gaan, die u niet kent, en laten we die dienen, [3] luister dan niet naar de woorden van die profeet of naar hem die die dromen heeft! Want de HEERE, uw God, stelt u dan op de proef om te weten of u de HEERE, uw God, liefhebt met heel uw hart en met heel uw ziel. [4] Achter de HEERE, uw God, moet u aan gaan, Hem moet u vrezen, Zijn geboden moet u in acht nemen en Zijn stem gehoorzamen; Hem moet u dienen en u aan Hem vasthouden. [5] En die profeet of hij die die dromen heeft, moet gedood worden, omdat hij heeft opgeroepen afvallig te worden aan de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte heeft geleid en u uit het slavenhuis verlost heeft; en omdat hij u wilde afbrengen van de weg die de HEERE, uw God, u geboden heeft daarop te gaan. Zo moet u het kwaad uit uw midden wegdoen.
Aantekening bij Deuteronomium 13
Deuteronomium 13:1 Veel van het recht in het Oude Testament is ‘jurisprudentierecht’, waarin specifieke situatie en de juiste reactie omschreven worden. Hier wordt elke situatie geïntroduceerd met Als (vers 1, 12) of ‘wanneer’ (vers 6). een profeet … of iemand die dromen heeft. Beiden pretenderen een gezaghebbende Goddelijke openbaring te hebben ontvangen.
Deuteronomium 13:2 In dit scenario moeten twee dingen gebeuren. Ten eerste: dat teken of dat wonder waarvan hij tot u gesproken had, komt. Een wonder of teken is op zichzelf nog geen bewijs dat het van God komt. Zij kunnen gedaan worden onder een andere kracht dan die van God (zie de Egyptische magiërs [bv. Exodus 7:22] en Simon de tovenaar [Handelingen 8:9]). Maar een voorspeld teken of wonder dat niet uitkomt, was een duidelijke indicatie dat het niet van de Heere kwam, en dat de spreker niet namens de Heere sprak (Deuteronomium 18:21-22). Het tweede criterium is dat de profeet zegt: Laten we achter andere goden aan gaan. Deze theologische test is essentieel.
Deuteronomium 13:3 Want de Heere, uw God, stelt u dan op de proef. De Heere test of het volk Hem trouw is door valse profeten te laten opdagen. De waarschuwing is dat vervulde wonderen en tekenen misleidend kunnen zijn, en als zij samengaan met valse leer, komen zij niet van de Heere*.
Deuteronomium 13:4 gaan … vrezen. Zie Deuteronomium 10:12-13, 20*.
Deuteronomium 13:5 Israël moet niet alleen weigeren te luisteren naar die profeet of hij die die dromen heeft, die persoon moet ook gedood worden. Hij heeft het eerste gebod verbroken, wat verduidelijkt wordt door de zinsnede Die u uit het land Egypte heeft geleid (zie Deuteronomium 5:6-7). Hoewel de profeet of hij die dromen heeft door God wordt gebruikt om Israël te testen, is zo iemand zelf niet onschuldig. het kwaad uit uw midden wegdoen. Zie Deuteronomium 17:7, 12; 19:19; 21:21; 22:21; 24:7 (in deze gevallen is de doodstraf geïmpliceerd). Zoals Israël alle heidenen in het land moet vernietigen, zo moeten zij ook afvallige Israëlieten uitroeien zoals zij een besmettelijke infectie zouden uitroeien (vgl. verbanning in 1 Korinthe 5:13). De doodstraf is daarom niet alleen om kwaad te vergelden, maar ook om de gemeenschap te beschermen.
[1] Johannes 4:[25] De vrouw zei tegen Hem: Ik weet dat de Messias komt (Die Christus genoemd wordt); wanneer Die gekomen zal zijn, zal Hij ons alles verkondigen.
[2] Deuteronomium 13:[6] Wanneer uw broer, de zoon van uw moeder, of uw zoon, of uw dochter, of uw innig geliefde vrouw, of uw boezemvriend u in het geheim aanspoort door te zeggen: Laten we andere goden gaan dienen, die u niet kent, u niet en ook uw vaderen niet,
Jeremia 14:[14] De HEERE zei tegen mij: Die profeten profeteren vals in Mijn Naam. Ik heb hen niet gezonden, Ik heb hun geen opdracht gegeven en Ik heb niet tot hen gesproken. Zij profeteren u een leugenvisioen, waarzeggerij, holle praat en bedrog van hun eigen hart.