Vrijdag 30 november 2018 – Jakobus 3:17

Maar de wijsheid die van boven is, is ten eerste rein, vervolgens vreedzaam, welwillend, voor rede vatbaar, vol barmhartigheid en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd.

(BGT) Nee, echte wijsheid krijg je van onze God. Je laat zien dat je wijs bent als je leeft zoals God het wil. Wijze mensen leven namelijk in vrede met iedereen. Ze zijn geduldig en gehoorzaam. Ze zijn goed voor anderen. Ze behandelen alle mensen gelijk, en ze zijn altijd eerlijk. Ze doen alleen maar goede dingen.

Aantekening

Jakobus 3 : 17 > De uitweg uit de ‘wanorde’ van vers 16 is zoeken naar wijsheid die van boven is. Deze wijsheid brengt karaktereigenschappen voort die beginnen met reinheid en eindigen met vrede (vgl. Galaten 5:22 waar godvruchtige eigenschappen de vrucht van de Geest zijn). ten eerste rein, vervolgens. Reinheid (smetteloosheid) vormt de morele bron waaruit de andere aspecten voortkomen. vreedzaam is de tegenpool van ‘eigenbelang’ die verdeeldheid voortbrengt. Vrede, ook benadrukt in Jakobus 3:18, is een van de belangrijkste kenmerken van de ware gelovige (Mattheüs 5:9; Galaten 5:22; Hebreeën 12:11).

Tekst verwijzing

De vrucht van de Geest >> Galaten 5 : 22

De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.

Donderdag 29 november 2018 – Psalmen 120:1

Ik riep tot de HEERE in mijn benauwdheid, en Hij verhoorde mij.

(BGT) Ik roep naar de Heer, want hij geeft mij antwoord als ik in nood ben.

Aantekening

Psalm 120 : 1 > riep … verhoorde. Dit woordpaar brengt de gebedssituatie goed onder woorden: de gelovige roept en verwacht dat God verhoort. Vgl. Psalm 3:5; 4:2; 17:6; 20:10; 27:7; 86:7; 91:5; 99:6; 102:3; 118:5; 119:145; 138:3; Jesaja 58:9; 65:24; Jeremia 33:3; Zacharia 13:9.

Overdenking

Psalm 120 is het begin van de ‘Pelgrimsliederen’, we vinden deze in het boek Psalmen (120 – 134). Boven deze Psalm staat ‘Gebed om bescherming’ en als we deze psalm lezen merken we dat het persoonlijke klaagzang is, gezongen door iemand die buiten Israël woonde (vers 6). Het gaat hier om woorden van bedrog en aanvallen van machtige tegenstander. Hij verblijft al een lange tijd onder de mensen die de vrede haten. Terwijl naar vrede verlangt, maar als hij daarover spreekt voeren zij oorlog. Maar deze psalm begint met de woorden, ik riep tot de Heere. En wat is het mooi dat we lezen, dat het niet voor niets was. Want dit 1ste vers sluit af met de woorden, en Hij verhoorde mij. Hieruit blijkt dat de Heere onze God toen en nu altijd naar ons luistert. Wij mogen erop vertrouwen als we Hem aanroepen, dat hij luistert en ons helpt, op de manier wat voor ons goed is.

Woensdag 28 november 2018 – Hebreeën 2:9

Maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond, Die voor korte tijd minder dan de engelen geworden was, vanwege het lijden van de dood, opdat Hij door de genade van God voor allen de dood zou proeven.

(BGT) Wel zien we wat er met Jezus gebeurd is. God heeft hem voor een korte tijd minder belangrijk gemaakt dan de engelen. Jezus was toen mens, en hij heeft moeten lijden en sterven. Maar juist daarom heeft God hem alle eer gegeven in de hemel. Gods Zoon heeft zijn leven gegeven voor alle mensen. Zo laat God zien hoe goed hij voor ons is.

Aantekening

Hebreeën 2 : 9 > Jezus. Hier staat voor de eerste keer in Hebreeën de naam ‘Jezus’ (zie Hebreeën 3:1; 4:14; enz.). met heerlijkheid gekroond. Deze woorden staan ook in Hebreeën 2:7. Hoewel niemand van het menselijk geslacht Gods voornemen om heel de aarde aan de mens te onderwerpen (Hebreeën 2:6-8) waar kon maken, is er één Mens Die Gods grote plan voor de mensheid volvoerde, en dat is Jezus. Uit de woorden voor korte tijd en de daaropvolgende gebeurtenissen van vers 7-8 (vgl. Psalm 8:6-7) blijkt dat – nadat Jezus eerst minder dan de engelen geworden was – Hij daarna gekroond en verhoogd werd, Jezus’ lijden was zichtbaar in Zijn vernedering en onderwerping. En om Zijn lijden van de dood werd Hij gekroond met de heerlijkheid en eer. Gods genadeplan was dat Jezus voor allen de dood zou proeven (d.w.z. allen die Hem volgen; Hebreeën 9:15, 28; 10:39).

Onder controle – Hebreeën 2 : 5-18 (uit de Mannenbijbel)

Wat een goed gevoel kan het geven wanneer je alles onder controle hebt. Thuis alles op orde, het werk gaat goed en in jouw omgeving ervaar je bewondering voor wie jij bent. In dit gedeelte haalt de schrijver Psalm 8 aan. ‘Alle dingen hebt U onder zijn voeten onderworpen’ (Hebreeën 2:8). In deze psalm wordt gezongen over de paradijselijke bestemming van de mens. Heel het paradijs, niets uitgezonderd, lag onder het gezag van de mens. Zo heeft God het bedoeld. Adam en Eva hadden alles onder controle. Door gebrokenheid en schuld zien wij deze glorie van de mens niet meer. Over mensen van vlees en bloed blijven wij ons verwonderen. Mensen die alles onder controle lijken te hebben, blijken later toch ook aan de slavernij onderworpen te zijn (Hebreeën 2:15).

Daarom moeten we in het geloof leren zien op ‘Jezus met heerlijkheid en eer gekroond’ (Hebreeën 2:9). Geweldig als Hij je Leidsman is geworden. Dan pas heb je alles onder controle, ook in de gebrokenheid en schuld van je eigen leven. Zie daarom op Hem. Hij daalde af in ons gebroken bestaan om de dood en de duivel teniet te doen en zo ons te hulp te komen (Hebreeën 2:18).

lager … geplaatst: tijdens het verblijf van Jezus op de aarde. Hij heeft zich verbonden met de mensen tot in de vernedering toe, door zoals hen te worden en voor hen te sterven. (uit studie Bijbel)

Dinsdag 27 november 2018 – Kolossenzen 3:18-21

Vrouwen, wees uw eigen mannen onderdanig, zoals het behoort in de Heere. Mannen, heb uw vrouw lief en wees niet verbitterd tegen haar. Kinderen, wees je ouders gehoorzaam in alles, want dat is welbehaaglijk voor de Heere. Vaders, terg uw kinderen niet, opdat zij niet moedeloos worden.

(BGT) Vrouwen, accepteer het gezag van je man. Gedraag je zoals een christen dat hoort te doen. Mannen, houd van je vrouw en behandel haar goed. Kinderen, gehoorzaam je ouders in alles. Gedraag je zoals de Heer het wil. Vaders, wees niet te streng voor je kinderen, want daar worden ze onzeker van.

Aantekening

Kolossenzen 3 : 18 > Vrouwen, wees uw eigen mannen onderdanig. In plaats van vrouwen te zeggen dat ze moesten ‘gehoorzamen’ (Grieks ‘upakouö), wat gebruikelijk was in Romeinse gezinnen, roept Paulus op om ‘onderdanig te zijn’ (Grieks ‘upotassö), gebaseerd op zijn overtuiging dat mannen een door God gegeven leidende rol hebben in het gezin. De term suggereert een ordening van de samenleving waarin vrouwen zich moeten richten naar hun man en diens leiderschap respecteren (Efeze 5:22-33). Paulus beveelt de vrouwen niet om de heersende culturele patronen van die tijd te volgen, maar om te leven zoals het behoort in de Heere. Zeven keer in deze negen verzen (Kolossenzen 3:18-4:1) wortelt Paulus zijn instructies in ‘de Heere’ of een gelijkwaardige term, en onderstreept daarmee het belang om alle dingen te beoordelen in het licht van Christus en Zijn onderwijs.

Kolossenzen 3 : 19 > wees niet verbitterd tegen haar. Er was een tendens in de Romeinse wereld dat de mannen in bitterheid tegen hun vrouwen uitvoeren en hen mishanderden. Van hun neiging harde woorden, bedreigingen, onvriendelijkheid en zelfs fysiek geweld te gebruiken om hun vrouwen te intimideren, mag geen spoor te vinden zijn in een christelijk gezin. In plaats daarvan zijn mannen geroepen om hun vrouwen lief te hebben zoals Christus de gemeente heeft liefgehad (Efeze 5:25).

Kolossenzen 3 : 20 > Paulus’ woorden aan kinderen weerspiegelen het vijfde gebod (Exodus 20:12).

Kolossenzen 3 : 21 > terg uw kinderen niet. Mannen wordt met klem verzocht hun woede in toom te houden en elke andere houding die hun kinderen kan verbitteren (vgl. Efeze 6:4), opdat ze niet de hoop opgeven dat ze hun ouders kunnen behagen.

Aantekeningen Studiebijbel in Perspectief

Kolossenzen 3 : 18 > erken het gezag van uw man: Paulus richt zich tot vrouwen als vrije mensen met een eigen verantwoordelijkheid en hij wijst hen erop welke plaats ze hebben in de ‘rangorde van het gezin’ en wat hun verantwoordelijkheid is ten aanzien van hun echtgenoot. Ze worden opgeroepen in alles voor het aangezicht van de Heer te leven. Zie de vergelijkbare tekst in Ef. 5:22-26 en aantekeningen.

Kolossenzen 3 : 19 > heb uw vrouw lief: het gaat hier om een zichzelf gevende liefde waarvan Christus het voorbeeld is omdat hij zichzelf opgeofferd heeft (zie Ef. 5:25). Deze liefde krijgt praktisch vorm in het dienen. In een Grieks en Romeins gezin had de pater familias onbeperkt gezag over alle andere gezinsleden. Paulus keurt dit niet goed, maar handhaaft wel de structuur zoals die bij de scheppingsorde voor het gezin gegeven is.

Kolossenzen 3 : 20 > Kinderen: in de Romeinse wetgeving werden kinderen zo ongeveer gelijkgesteld met slaven. Paulus spreekt hen echter aan als volwaardige mensen. Zie het vergelijkbare gedeelte in Ef. 6:1-4.

Kolossenzen 3 : 21 > Vaders: Paulus richt zich weer tot de mannen, maar nu in hun rol als vader. Hij wijst hen op hun verantwoordelijkheid. dat maakt ze moedeloos: gelovige kinderen hadden behoefte aan bemoediging van de kant van hun ouders, in het bijzonder om als gelovigen te leven in een omgeving die hen vijandig gezind was.

Maandag 26 november 2018 – Leviticus 26:13

Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land van de Egyptenaren geleid heeft, zodat u niet meer hun slaven bent. Ik heb de stangen van uw juk gebroken en u rechtop laten gaan.

(BGT) Ik ben de Heer, jullie God. Ik heb jullie bevrijd uit Egypte. Want ik wilde niet dat jullie nog langer slaven zouden zijn. Daarom heb ik ervoor gezorgd dat jullie vrij zijn en als vrije mensen kunnen leven.

Overdenking

Als wij deze tekst lezen, is het niet moeilijk om te begrijpen wie hier aan het woord is. Ook begrijpen wij waar het over gaat: De bevrijding uit Egypte? Nee, de Heere, maakt zich hier bekent wie Hij is, onze God! Verder vermeld de Heere wat Hij heeft gedaan. Omdat deze tekst in de Leviticus staat, heeft de Heer het direct tot de Israëlieten. Maar dit geld ook voor ons, als we in Jezus geloven, want dan zijn ook wij kinderen van God, door Jezus Christus. Wij kunnen God vertrouwen, want Hij wil ook ons duidelijk maken, dat zoals de Israëlieten geen slaven meer zijn, omdat God hen heeft bevrijd, zo zijn wij geen slaven meer, omdat Jezus ons heeft bevrijd. Als wij leven naar het voorbeeld van Jezus, mogen wij ook ervaren dat de last van het juk is verbroken. Ik weet dat het vaak gaat met vallen en opstaan, maar een ding weet God is te vertrouwen.

Over Leviticus

Bijna het gehele boek bestaat uit de woorden die uit Gods mond zijn opgetekend. Er is geen ander boek in de bijbel waarin dit zoveel voorkomt.

De uitdrukking:

De Heere sprak tot Mozes 35 maal

Ik ben de Heere 27 maal

Ik ben de Heere, uw God 24 maal

Het woord ‘heilig’, ‘heiligen’,

‘heiligdom’, ‘allerheiligst’ 135 maal

Verhalende gedeelten zijn zeldzaam. Slechts twee: het vreemde vuur en de dood van Aärons zonen (Leviticus 10:1-7); de dood van de godslasteraar (Leviticus 24:10-12). Overigens bestaat de inhoud geheel uit woorden van God en beschrijvende gedeelten. (uit: korte inleiding tot de bijbelboeken Ernst Aebi)

Zondag 25 november 2018 – Filippenzen 4:19

Maar mijn God zal u, overeenkomstig Zijn rijkdom, voorzien van alles wat u nodig hebt, in heerlijkheid, door Christus Jezus.

(BGT) Mijn God zal jullie alles geven wat jullie nodig hebben. Hij zal zijn hemelse rijkdom met jullie delen, dankzij Jezus Christus.

Aantekening

Filippenzen 4 : 19 > Wie vrijgevig zijn Jegens God, zullen ontdekken dat Hij vrijgevig is jegens hen en zal voorzien van alles wat zij nodig hebben door Christus Jezus.

Overdenking

Als ik zo de context bekijk gaat het hier alleen maar over geld, in dit gedeelte waar de dag tekst staat. Paulus wil zo aan het eind van deze Filippenzen brief de gevers, en dat zijn de Filippenzen, bedanken. Maar wat zegt Paulus hier? Ik had het niet echt nodig want: “ik kan altijd rondkomen, wat ik ook aan inkomen heb – veel of weinig. Als ik veel krijg, dan kan ik daar ook mee omgaan door Christus die mij kracht geeft”. Ik leer hier uit, dat we als we op God vertrouwen, het altijd goed komt.

Zaterdag 24 november 2018 – 1 Petrus 1:13

Omgord daarom de lendenen van uw verstand, wees nuchter en hoop volkomen op de genade die u gebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus.

(BGT) Als Jezus Christus terugkomt op aarde, zullen jullie gered worden. Vertrouw daarop. Tot het zover is, moeten jullie verstandig zijn en goed nadenken over wat jullie doen.

Aantekening

1 Petrus 1 : 13 > hoop volkomen op. De volheid van de genade en haar totale werk zal pas komen als Jezus terugkomt. Gelovigen moeten naar die dag verlangen. Ze doen dat door op de juiste wijze te denken over de werkelijkheid en door nuchter en verantwoordelijk te leven in deze huidige boze wereld.

Overdenking:

Omgord … de lendenen. Dit hield in de tijd van Petrus in, je klaarmaken voor de reis of je werk. Want in die tijd droeg men een lang bovenkleed, dat men in huis loshangend droeg, maar als men ging werken of op weg ging bonden ze een gordel om hun middel en trokken het bovenkleed iets omhoog zodat ze ongehinderd konden lopen.

Omgord daarom de lendenen van uw verstand. Hier mee wilde Petrus zeggen dat we ook moeten letten op ons wijze van denken en handelen, ook die moeten we dus aan banden leggen. En zo dus nuchter en verantwoordelijk gaan leven, zodat als Jezus terugkomt, wij klaar zijn hem te volgen.

Vrijdag 23 november 2018 – Genesis 2:7

Toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen.

(BGT) Toen maakte God, de Heer, de mens. Hij maakte hem van aarde. Hij blies adem in zijn neus, en toen ging de mens leven.

Aantekening

Genesis 2 : 7  >  toen vormde de Heere God de mens uit het stof van de aardbodem. Het woord ‘vormde’ (Hebreeuws jatsar) levert het beeld op van een pottenbakker die klei in een bepaalde vorm kneedt. De nauwe relatie tussen mens en de aardbodem wordt uitgedrukt in de Hebreeuwse woorden om die weer te geven, respectievelijk ‘adam en adamah. blies de levensadem in zijn neusgaten.

Hier blaast God – naar de geest, ziel en lichaam – het leven in degene die Hij schiep om Zijn beeld te dragen. levend wezen. Dezelfde Hebreeuwse term wordt ook gebruikt in Genesis 1:20, 24 om schepselen van zee en land aan te duiden. Hoewel menselijke wezens veel gemeen hebben met andere levende wezens, geeft God alleen aan mensen een koninklijke en priesterlijke positie. Hij maakt alleen hen ‘naar Zijn beeld’ (Genesis 1:27). (Zie de aanhaling van deze passage bij Paulus in 1 Korinthe 15:45.) 

Genesis 2 : 7  >   maakte: hier wordt mogelijk verwezen naar het scheppende werk van de pottenbakker (zie Jes. 29:16; zie aantekening). Net als de mens worden de dieren door God gemaakt (2:19) en worden ze levende wezens genoemd (1:20, 24). stof, uit aarde: de mens is enerzijds verbonden met de aarde en lijkt fysiek op de dieren, anderzijds verschilt hij van de overige aardse wezens omdat hij Gods vertegenwoordiger is, belast met de taak te heersen over de aarde (1:28). Paulus verwijst in 1 Kor. 15:45 naar deze tekst.

Aantekeningen Studiebijbel in Perspectief

Donderdag 22 november 2018 – 1 Johannes 4:18

Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit. De vrees houdt immers straf in, en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde.

(BGT) Als Gods liefde in ons is, hoeven we niet meer bang te zijn voor zijn oordeel. Volmaakte liefde laat alle angst verdwijnen. Angst betekent dat je bang bent voor Gods straf. Wie daar bang voor is, heeft geen volmaakte liefde in zich.

Aantekening

1 Johannes 4 : 18 > in de liefde geen vrees. Dit sluit niet de ‘vreze des Heeren’ uit, datgene wat ‘het beginsel van de kennis’ is (Spreuken 1:7), maar hij doelt op angst voor het laatste oordeel (vgl. 1 Johannes 4:17). Gods volmaakte liefde voor gelovigen drijft de vrees voor Gods toorn en eeuwige straf uit. De liefde van God wekt metterdaad wederliefde (1 Johannes 4:20-21).

1 Johannes 4 : 18 > straf: een kind van God heeft vergeving gekregen, hij is verbonden met de Heer: hij leeft niet in vrees voor God in de zin van angst voor straf. Het OT wekt op tot vrees voor God, maar dat is vrees in de zin van ontzag (Spr. 1:7) en heeft niets van doen met de verlammende angst van een slaaf die bang is voor slaag van z’n meester (Rom. 8:14-15).

(Aantekeningen Studiebijbel in Perspectief)

Vrijdag 16 november 2018 – 1 Korinthe 6:12

Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar ik zal mij niet onder de macht van ook maar iets laten brengen.

(BGT) Jullie zeggen: ‘Wij mogen doen wat we willen.’ Maar ik zeg: Ja, maar niet alles is goed! Jullie zeggen: ‘Wij mogen doen wat we willen.’ Maar ik zeg: Laat je leven niet beheersen door slechte verlangens!

 

 

Aantekening

1 Korinthe 6 : 12 – 13  >  Alle dingen zijn mij geoorloofd. Deze uitdrukking, ook in 1 Korinthe 10:23, was misschien gebruikelijk onder de Korinthiers. Het voedsel is voor de buik. Mogelijk een andere Korinthische uitdrukking. De Korinthiershebben van de hun omringende cultuur het idee overgenomen dat het lichaam alles mag hebben waar het zin in heeft. Paulus weet dat de menselijke verlangens besmet zijn door de zonde. De zonde gebruikt deze verlangens om met haar kwade bedoelingen de controle over de persoon over te nemen. (Romeinen 6:6, 12, 16-22; 7:7-25).  

 

 

Aantekeningen Studiebijbel in Perspectief

 

1 Korinthe 6 : 12  >  Alles is mij toegestaan: misschien was dit een motto van een aantal christenen in Korinthe (in 10:23 komen we de zin ook tegen) of misschien had Paulus hun dit geleerd, maar hadden ze de betekenis van de zin verdraaid (zie 9:1, 19; Rom. 14:14). Deze gelovigen waren ervan overtuigd dat ze grote wijsheid bezaten (zie hs. 1-3), ze waren zich bewust van de vrijheid die ze in Christus hadden, ze beseften niet dat het lichaam ook deelt in de verlossing van de zonde die Christus gebracht heeft, en daarom voelden ze zich vrij om maar te doen wat ze wensten: prostituees bezoeken of geen gemeenschap met een vrouw hebben (7:1). niet alles is goed voor u: het maakt in moreel opzicht wel degelijk uit hoe men zich gedraagt en hoe men met zijn lichaam omgaat: wie wijs is zoekt het goede. laten beheersen: ontucht plegen (v. 13) is niet een uiting van vrijheid, maar van slavernij.