Woord voor vandaag |
Dag: 181
Lezen: 2 Korinthe 12:11-21
Thema: Ouders sparen voor de kinderen
Tekst voor vandaag: 2 Korinthe 12:14-15
HSV: [14] Zie, voor de derde keer sta ik gereed om naar u toe te komen, en ik zal u niet tot last zijn. [1]Ik zoek namelijk niet het uwe, maar uzelf. De kinderen moeten immers geen schatten verzamelen voor de ouders, maar de ouders voor de kinderen. [15] Ik zal dan ook heel graag zelf de kosten dragen, ja, mij geheel ten koste geven voor uw zielen, ook al word ik, [2]terwijl ik u meer liefheb, minder geliefd.
NBV21: [14] Ik sta klaar om u nu voor de derde keer te bezoeken, en ik zal u niets kosten. Het gaat mij niet om uw geld, maar om u. Niet de kinderen moeten voor de ouders sparen, maar de ouders voor de kinderen. [15] Ik wil graag alles wat ik bezit aan u geven, tot mezelf toe. Maar neemt uw liefde voor mij soms af naarmate mijn liefde voor u toeneemt?
BGT: [14] Ik sta nu klaar om jullie voor de derde keer te bezoeken. En ook deze keer zal ik jullie niet lastigvallen om geld. Want het gaat mij niet om jullie geld, het gaat mij om jullie zelf! Ik zie jullie als mijn eigen kinderen. En kinderen hoeven geen geld te verdienen voor hun ouders. Ouders moeten juist geld verdienen voor hun kinderen. [15] Net zo geef ik jullie graag alles wat ik heb, zelfs mijn eigen leven. Maar soms denk ik: Hoe groter mijn liefde voor jullie, hoe kleiner jullie liefde voor mij.
Aantekening bij:
2 Korinthe 12:14-15 voor de derde keer sta ik gereed om naar u toe te komen. Bij zijn eerste bezoek stichtte Paulus de gemeente in Korinthe (Handelingen 18:1-18). Toen volgde het tweede bezoek, ‘onder veel tranen’ (2 Korinthe 2:1). Paulus noemt een laatste keer zijn weigeren om de Korintiërs financieel tot last te zijn (2 Korinthe 11:7-12; 12:13; zie 1 Korinthe 9:18) als daad van liefde van een geestelijke vader voor zijn kinderen (1 Korinthe 1:14-15; 2 Korinthe 6:11-13; 11:11). Zo geeft hij vorm aan zijn verkondiging en leven als apostel (2 Korinthe 2:17) en trekt hij de uitspraken van zijn tegenstanders in twijfel (2 Korinthe 11:12, 20).
[1] Handelingen 20:[33] Ik heb niemands zilver of goud of kleding verlangd.
[2] 2 Korinthe 6:[12] U neemt geen kleine plaats in ons hart in, maar zelf bent u enghartig.