Woord voor vandaag

Woord voor vandaag

Dag: 181

Lezen: 2 Korinthe 12:11-21 

Thema: Ouders sparen voor de kinderen

Tekst voor vandaag: 2 Korinthe 12:14-15

 

HSV:  [14] Zie, voor de derde keer sta ik gereed om naar u toe te komen, en ik zal u niet tot last zijn. [1]Ik zoek namelijk niet het uwe, maar uzelf. De kinderen moeten immers geen schatten verzamelen voor de ouders, maar de ouders voor de kinderen. [15] Ik zal dan ook heel graag zelf de kosten dragen, ja, mij geheel ten koste geven voor uw zielen, ook al word ik, [2]terwijl ik u meer liefheb, minder geliefd.

 

NBV21: [14] Ik sta klaar om u nu voor de derde keer te bezoeken, en ik zal u niets kosten. Het gaat mij niet om uw geld, maar om u. Niet de kinderen moeten voor de ouders sparen, maar de ouders voor de kinderen.  [15] Ik wil graag alles wat ik bezit aan u geven, tot mezelf toe. Maar neemt uw liefde voor mij soms af naarmate mijn liefde voor u toeneemt?

 

BGT: [14] Ik sta nu klaar om jullie voor de derde keer te bezoeken. En ook deze keer zal ik jullie niet lastigvallen om geld. Want het gaat mij niet om jullie geld, het gaat mij om jullie zelf! Ik zie jullie als mijn eigen kinderen. En kinderen hoeven geen geld te verdienen voor hun ouders. Ouders moeten juist geld verdienen voor hun kinderen.  [15] Net zo geef ik jullie graag alles wat ik heb, zelfs mijn eigen leven. Maar soms denk ik: Hoe groter mijn liefde voor jullie, hoe kleiner jullie liefde voor mij.

 

Aantekening bij: 

2 Korinthe 12:14-15 voor de derde keer sta ik gereed om naar u toe te komen. Bij zijn eerste bezoek stichtte Paulus de gemeente in Korinthe (Handelingen 18:1-18). Toen volgde het tweede bezoek, ‘onder veel tranen’ (2 Korinthe 2:1). Paulus noemt een laatste keer zijn weigeren om de Korintiërs financieel tot last te zijn (2 Korinthe 11:7-12; 12:13; zie 1 Korinthe 9:18) als daad van liefde van een geestelijke vader voor zijn kinderen (1 Korinthe 1:14-15; 2 Korinthe 6:11-13; 11:11). Zo geeft hij vorm aan zijn verkondiging en leven als apostel (2 Korinthe 2:17) en trekt hij de uitspraken van zijn tegenstanders in twijfel (2 Korinthe 11:12, 20).


[1]  Handelingen 20:[33] Ik heb niemands zilver of goud of kleding verlangd.

[2]  2 Korinthe 6:[12] U neemt geen kleine plaats in ons hart in, maar zelf bent u enghartig.

Woord voor vandaag

Woord voor vandaag

Dag: 180

Lezen: 2 Korinthe 11:30 – 12:10 

Thema: Kracht in zwakte

Tekst voor vandaag: 2 Korinthe 12:9-10 

 

HSV: [9] Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. [10] Daarom heb ik een behagen in zwakheden, in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus’ wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig.

 

NBV21:  [9] Zijn antwoord was: ‘Je hebt genoeg aan mijn genade, want mijn kracht openbaart zich juist ten volle wanneer iemand zwak is.’ Dus laat ik me veel liever voorstaan op mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen.  [10] Daarom schep ik vreugde in mijn zwakheden, in beledigingen, nood, vervolging en ellende die ik onderga omwille van Christus. In mijn zwakheid ben ik sterk.

 

BGT: [9] Maar de Heer zei tegen mij: ‘Ik ben goed voor je, meer heb je niet nodig. Want alleen iemand die zwak is en lijdt, kan aan iedereen laten zien hoe machtig ik ben.’ En dus is er toch iets waar ik graag over opschep: dat ik zwak ben en moet lijden. Want dat maakt mij geschikt om de macht van Christus zichtbaar te maken. [10] Daarom ben ik blij als mensen mij beledigen of me gevangen willen nemen. Ik ben blij als ik in moeilijkheden kom en het zwaar heb. Want zo wil Christus zijn macht laten zien. Juist doordat ik zwak ben, ben ik sterk!

 

Aantekening bij: 

2 Korinthe 12:9-10 Mijn genade is voor u genoeg. Paulus zegt dat Gods genade ‘genoeg’ is. Paulus hanteert hier de tegenwoordige tijd, waarmee hij onderstreept dat Gods genade altijd beschikbaar en voldoende is, voor Paulus en iedere gelovige, hoe kritiek zijn omstandigheden ook mogen zijn (vgl. Romeinen 8:31-39). Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Paulus mocht niet spreken over zijn hemelse openbaringen (2 Korinthe 12:4, 6), maar hij citeert Christus (‘Mijn genade is voor u genoeg’) om te benadrukken dat zijn aardse zwakheid (niet zijn openbaringen) de basis is waarop de kracht van de Heere volmaakt wordt en getoond wordt. Dit is het belangrijkste punt van vers 1-13 en het fundament van Paulus’ verdediging in heel 2 Korinthe.

 

Uit de mannen Bijbel

 

Genade is genoeg                   2 Korinthe 12:1-10

Leven van genade is niet zo eenvoudig als het lijkt. Voor je het weet ben je toch weer bezig met wat je zelf hebt meegemaakt of gedaan voor een ander. Voor Paulus is dat heel herkenbaar. Hij maakte iets heel bijzonders mee. In een visioen heeft God hem meegenomen naar de hemel en hem dingen laten zien die hij niet eens onder woorden kan brengen. Paulus verteld erover omdat anderen met dergelijke ervaringen te koop lopen. Als zij zich op zulke wonderlijke ervaringen beroemen, dan kan hij dat zeker. Maar hij heeft geleerd dat hoogmoedig pronken met wat je meemaakt niet is wat God wil. Daarom is er naast deze heerlijke ervaring iets anders in zijn leven. Hij noemt het een ‘doorn in het vlees’ en een duivel die hem met vuisten slaat (vers 7). We weten niet wat het is, maar Paulus heeft er wel last van. Voor zijn gevoel kan hij God nu niet goed genoeg dienen. Maar hierdoor heeft hij geleerd wat leven van genade inhoudt. Die doorn houdt hem klein en afhankelijk van God. Hij kan zich nergens anders aan vasthouden dan alleen aan wat God hem geeft. Zijn genade is genoeg. Dat geldt voor ieder die Jezus volgt.

 

Uit de vrouwen Bijbel

 

Nederig                                 2 Korinthe 12:7-10

Laat mij maar klein en zwak zijn, zegt Paulus. Van Godservaringen ga je namelijk zomaar naast je schoenen lopen. God heeft mij zwakheid als een doorn gegeven, zodat ik nederig blijf en blijf beseffen dat ik ontvanger ben en God de Gever. Als ik me namelijk veel zou verbeelden, zou ik de kracht van Christus mislopen. Want juist in eigen zwakheid maakt Zijn kracht je machtig!

 

De verwijs Bijbel geeft bij vers 9 van 2 Korinthe 12 een verwijzing naar: Jesaja 40:[29] Hij geeft de vermoeide kracht en Hij vermeerdert de sterkte van wie geen krachten heeft. [30] Jongeren zullen moe en afgemat worden, jonge mannen zullen zeker struikelen; [31] maar wie de HEERE verwachten, zullen hun kracht vernieuwen, zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden, zij zullen snel lopen en niet afgemat worden, zij zullen lopen en niet moe worden.

Woord voor vandaag

Woord voor vandaag

Dag: 179

Lezen: 2 Korinthe 11:16-29 

Thema: Ironische Paulus

Tekst voor vandaag: 2 Korinthe 11:20-21a

 

HSV: [20] Want u verdraagt het, als iemand u tot slaven maakt, als iemand u verslindt, als iemand het uwe afneemt, als iemand zich boven u verheft, als iemand u in het gezicht slaat. [21] Tot eigen oneer zeg ik: wij zijn zwak geweest. 

 

NBV21: [20] Tenslotte verdraagt u het ook dat men u tiranniseert, uitzuigt, onderwerpt, zich boven u verheft en u beledigt.  [21] Tot mijn schande moet ik bekennen dat wij daarvoor te zwak zijn geweest.

 

BGT: [20] Ja, want jullie accepteren heel veel. Jullie accepteren ook dat mensen de baas over jullie spelen en jullie arm maken. Dat ze jullie in de val laten lopen en jullie beledigen, en dat ze zichzelf het belangrijkste vinden.  [21] Ik heb al die dingen niet gedaan toen ik bij jullie was. Ik ben een echte slappeling. Sorry, ik schaam me diep!

 

Aantekening bij: 

2 Korinthe 11:20-21a u in het gezicht slaat gaat over Joodse tegenstanders die de heidense Korinthiërs beledigden, misschien door hen letterlijk te slaan (vgl. Johannes 18:22; Handelingen 23:2) De vijf wandaden in 2 Korinthe 11:20 zijn uitingen van de arrogante, dominante houding van deze valse leiders. Paulus zegt ironisch of sarcastisch dat hij te zwak was om te doen als zij.

 

Uit de vrouwen Bijbel

 

Neerkijken                            2 Korinthe 11:16-33

Paulus maakt korte metten met het roemen in het vlees wat in Korinthe een grote rol speelt. Hij is het zat en geeft een grote opsomming van alles waar de mensen niet van weten. Gods tegenstander heeft hem bedreigd en daardoor verzwakt. Maar hij roemt in deze zwakheid, omdat hij dat lijden draagt voor God. Pas op dat je niet oordeelt op basis van wat je ziet. Niet alles is wat het lijkt.

Woord voor vandaag

Woord voor vandaag

Dag: 178

Lezen: 2 Korinthe 11:1-15 

Thema: Schijnapostelen

Tekst voor vandaag: 2 Korinthe 11:14-15 

 

HSV: [14] En geen wonder, want de satan zelf doet zich voor als een engel van het licht. [15] Het is dus niets bijzonders als ook zijn dienaars zich voordoen als dienaars van gerechtigheid. Hun einde zal zijn overeenkomstig hun werken.

 

NBV21: [14] Dat is ook geen wonder, want niemand minder dan Satan vermomt zich als een engel van het licht.  [15] Het ligt dus voor de hand dat ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren van de gerechtigheid. Maar ze zullen krijgen wat ze verdienen.

 

BGT: [14] We hoeven niet verbaasd te zijn over hun gedrag. Want Satan doet alsof hij een engel van God is.  [15] Dus het is niet vreemd dat ook de dienaren van Satan doen alsof ze dienaren van God zijn. Ze doen alsof ze vertellen over de redding die God wil geven. Maar ze zullen gestraft worden voor hun slechte gedrag!

 

Aantekening bij: 

2 Korinthe 11:15 dienaars zich voordoen als dienaars van gerechtigheid. De tegenstanders van Paulus, die zeggenapostelen te zijn, moeten wel zeggen dat zij ook dienaar (Grieks diakonos) van het nieuwe verbond, met zijn dienstwerk (Grieks diakonia) van gerechtigheid (2 Korinthe 3:6, 9; 5:21). Over oordeel naar hun werken, zie 2 Korinthe 5::10; Romeinen 2:6; 3:8; 1 Korinthe 3:17; Galaten 6:7-9; Efeze 6:8; Filippenzen 3:18-19; Kolossenzen 3:23-24; 2 Timotheüs 4:14.

Woord voor vandaag

Woord voor vandaag

Dag: 177

Lezen: 2 Korinthe 10:12-18 

Thema: Binnen Gods grenzen

Tekst voor vandaag: 2 Korinthe 10:13-14 

 

HSV: [13] Wij echter zullen niet onbegrensd roemen, [1]maar overeenkomstig de grens van wat God ons toebedeeld heeft, om ook u te bereiken. [14] Want wij overschrijden onze grenzen niet, alsof wij u niet hadden mogen bereiken; wij zijn immers bij u gekomen met het Evangelie van Christus.

 

NBV21: [13] Wij daarentegen willen niet buiten onze grenzen treden als we ons op iets beroemen, we blijven binnen de grenzen die God ons heeft gesteld. Ook u valt daarbinnen.  [14] U behoort tot ons gebied, dus wij overspelen onze hand niet. We hebben immers ook bij u als eersten het evangelie van Christus gebracht.

 

BGT: [13] Ik doe dat niet. Ik schep niet op over mezelf. Als ik met trots spreek, is het over het werk dat God mij laat doen. Ik houd me aan de opdracht die hij me gegeven heeft. Het werk dat ik bij jullie in Korinte gedaan heb, hoort ook bij die opdracht. [14] Ik was de eerste die bij jullie in Korinte het goede nieuws over Christus vertelde. Ik kwam in opdracht van God. Jullie stad hoort dus bij het gebied waarin God mij laat werken.

 

Aantekening bij: 

2 Korinthe 10:13-14 In tegenstelling tot zijn tegenstanders wil Paulus niet onbegrensd roemen(d.w.z.) buiten de grenzen van zijn apostolisch gezag, dat God Zelf ingesteld heeft). Zijn apostolisch gezag in Korinthe (de grens van dat wat God ons toebedeelt heeft) was immers gebaseerd op het feit dat Paulus door God gezonden was om de gemeente in Korinthe te vestigen (u te bereiken). Zie 1 Korinthe 4:15; 2 Korinthe 3:1-3.


[1]  Efeze 4:[7] Maar aan ieder van ons is de genade gegeven naar de maat van de gave van Christus.

Woord voor vandaag

Woord voor vandaag

Dag: 176

Lezen: 2 Korinthe 10:1-11 

Thema: In woord en daad

Tekst voor vandaag: 2 Korinthe 10:11 

 

HSV: [11] Laat zo iemand dit bedenken: zoals wij zijn in het spreken door brieven wanneer wij afwezig zijn, zo zijn wij ook in het doen wanneer wij aanwezig zijn.

 

NBV21: [11] Laat iemand die dat beweert gezegd zijn dat ik, eenmaal bij u, precies zo zal optreden als in mijn brieven.

 

BGT: [11] Ik waarschuw de mensen die dat zeggen! Want als ik straks bij jullie ben, zullen mijn daden net zo streng zijn als mijn brieven!

 

Aantekening bij: 

2 Korinthe 10:1-11 Paulus’ verdediging voor zijn nederigheid als apostel. Paulus richt zich rechtstreeks tot degenen die kritiek hebben op zijn zwakke verschijning in Korinthe (vers 1-6) en op zijn weigeren om anderen met het professionele spreektalent van zijn tijd te imponeren (vers 7-11; zie 1 Korinthe 2:1-5).

 

Woord voor vandaag

Woord voor vandaag

Dag: 175

Lezen: 2 Korinthe 9:1-15 

Thema: Zaaien en oogsten

Tekst voor vandaag: 2 Korinthe 9:6 

 

HSV: [6] En dit zeg ik: [1]Wie karig zaait, zal ook karig oogsten; en wie zegenrijk zaait, zal ook zegenrijk oogsten.

 

NBV21: [6] Bedenk dit: wie karig zaait, zal karig oogsten; wie overvloedig zaait, zal overvloedig oogsten.

 

BGT: [6] Denk eraan: Iemand die weinig zaait, zal ook weinig oogsten. Iemand die veel zaait, zal ook veel oogsten.

 

Aantekening bij: 

2 Korinthe 9:6 Wie karig zaait, zal ook karig oogsten; en wie zegenrijk zaait, zal ook zegenrijk oogsten. Paulus bouwt voort op de welbekende spreuk: ‘Wat je zaait, zul je oogsten’ (bv. Job 4:8; Psalm 126:5; Spreuken 22:8; Jeremia 12:13; Mattheüs 6:26; Johannes 4:36-37; Galaten 6:7). God gebiedt christenen niet een bepaald bedrag te geven, maar geeft hun de kans vrijgevig te zijn. Wie vrijgevig zaait, zal ook zegenrijk oogsten, doordat hij voor Gods Koninkrijk en op andere manieren vrucht draagt (2 Korinthe 9:11).

 

Uit de mannen Bijbel

 

Vrijgevigheid                               2 Korinthe 9

De gemeente in Jeruzalem is arm. Daarom is er in verschillende andere gemeenten een collecte gehouden om de onderlinge verbondenheid uit te drukken. In Korinthe kunnen ze echter wel wat aansporing gebruiken. Wat ze beloofd hebben, zullen ze nu ook daadwerkelijk moeten geven (vers 5). Paulus spoort hen daarbij aan door onder andere in vers 6 en 9 bijbelteksten aan te halen, en te laten zien dat we er niet armer van worden wanneer we uit liefde iets weggeven. Hierdoor zullen we ook geestelijke zegeningen ontvangen, want God heeft een blijmoedige gever lief (vers 7).

Geven hoort er dus helemaal bij als we Jezus willen volgen. Hij gaf Zichzelf voor ons. Die gift kunnen wij niet imiteren of overdoen, maar die wil ons wel in beweging zetten. De liefde van Jezus voor ons zet ons hart én onze portemonnee open voor onze naaste in nood. Zo kunnen we ook met ons geld getuigen van Jezus’ liefde voor ons. Voor degenen die het ontvangen, zal het bovendien een reden zijn om God te danken (zie vers 12 en 13).

 

Uit de vrouwen Bijbel         

 

Vrijgevigheid                        2 Korinthe 9:6-11

God kan niets kwijt aan iemand die een oppottende houding heeft. Een verstopte leiding daar stroomt niets doorheen. Wie karig zaait, zal karig oogsten. Doe de luiken van je hart (en je portemonnee) nu maar open en wees gul in je vriendelijkheid en gastvrijheid. Je zult merken dat God dan voorziet. Zijn liefde, nabijheid en zegen blijven niet uit.

 

De verwijs Bijbel verwijst bij 2 Korinthe 9:6 naar: Spreuken 11:     

   [24] Er zijn er die mild uitdelen en nog meer ontvangen,

    en er zijn er die meer inhouden dan rechtmatig is, maar het is tot gebrek.   

   [25] Een zegenende ziel wordt verzadigd,

    en wie te drinken geeft, die zal ook te drinken krijgen.

 

Spreuken 19:    

   [17] Wie zich ontfermt over de arme, leent uit aan de HEERE.

    Hij zal hem zijn weldaad vergelden. 


[1]  Spreuken 11:[24] Er zijn er die mild uitdelen en nog meer ontvangen, en er zijn er die meer inhouden dan rechtmatig is, maar het is tot gebrek.

   Galaten 6:[7] Dwaal niet: God laat niet met Zich spotten, want wat de mens zaait, zal hij ook oogsten.

Woord voor vandaag

Woord voor vandaag

Dag: 174

Lezen: 2 Korinthe 8:16-24 

Thema: Enthousiast bezoek

Tekst voor vandaag: 2 Korinthe 8:23

 

HSV: [23] Wat Titus betreft: hij is mijn metgezel en medearbeider bij u; wat onze broeders betreft: zij zijn gezanten van de gemeenten, tot eer van Christus.

 

NBV21: [23] Wat Titus betreft: hij is mijn metgezel en werkt met ons mee ten dienste van u. Wat de twee andere broeders betreft: ze zijn de vertegenwoordigers van de gemeenten in Macedonië en strekken Christus tot eer.

 

BGT: [23] Titus kennen jullie. Hij is mijn vriend, en hij werkt met me samen om jullie te dienen. De twee christenen die met hem meekomen, zijn gestuurd door de kerken in Macedonië. Het zijn dienaren van Christus, die werken tot zijn eer.

 

Aantekening bij: 

2 Korinthe 8:23 eer van Christus. De delegatie wordt vergeleken met de eer van Christus, want hun liefde is een afspiegeling van de liefde van Christus voor Zijn volk (vers 9) en is het gevolg van de heerlijkheid van de Heere, die zij in het aangezicht van Jezus Christus hebben mogen aanschouwen (2 Korinthe 3:18; 4:4-6).

Woord voor vandaag

Woord voor vandaag

Dag: 173

Lezen: 2 Korinthe 8:10-19 

Thema: Evenwicht

Tekst voor vandaag: 2 Korinthe 8:13-14 

 

HSV: [13] Het is namelijk niet de bedoeling dat anderen verlichting hebben, en u verdrukking; [14] maar uit het oogpunt van gelijkheid is er op dit moment uw overvloed om wat hun ontbreekt aan te vullen, opdat ook hun overvloed er is om wat u ontbreekt aan te vullen, opdat er gelijkheid zal zijn,

 

NBV21: [13] Het is niet de bedoeling dat u door anderen te helpen zelf in moeilijkheden raakt. Er moet evenwicht zijn.  [14] Op dit moment lenigt u met uw overvloed de nood van de heiligen in Jeruzalem, zodat zij later met hun overvloed uw nood kunnen lenigen. Zo is er evenwicht,

 

BGT: [13] Het is niet de bedoeling dat jullie zelf in moeilijkheden komen door anderen te helpen. Het gaat erom dat jullie laten zien dat er eenheid is.  [14] De nieuwe tijd is gekomen. Daarom moeten jullie nu laten zien dat de christenen een eenheid vormen. Jullie steunen de christenen in Jeruzalem die hulp nodig hebben. Maar zij geven jullie ook iets terug dat jullie nodig hebben: hun dank en hun gebed.

 

Aantekening bij: 

2 Korinthe 8:13-14 Gelijkheid … gelijkheid is beide keren Grieks ísotës, en kan ook ‘rechtvaardigheid’ betekenen. Paulus gebruikt dit verder alleen als hij bedoelt ‘op gelijke wijze’ (Kolossenzen 4:1). Hij vroeg de christenen niet om hun bezittingen evenredig te verdelen, want hij vroeg deze rijke Korinthiërs niet om geld te geven aan de armere Macedoniërs (zie 2 Korinthe 8:2). Hij vroeg slechts of de Korinthiërs een billijke bijdrage wilden geven om tegemoet te komen aan de enorme behoeften van de christenen in Jeruzalem. op dit moment in de heilsgeschiedenis (zie 2 Korinthe 6:2; Romeinen 3:26; 8:18; 11:5;Galaten 1:4) kunnen de heidenen financieel bijdragen, terwijl de Joodse gelovigen geestelijk kunnen bijdragen door middel van leiding en de bediening van het Evangelie (vgl. Romeinen 11:11-12, 25-26, 30-32). 

Woord voor vandaag

Woord voor vandaag

Dag: 172

Lezen: 2 Korinthe 8:1-9 

Thema: Blink uit

Tekst voor vandaag: 2 Korinthe 8:5 

 

HSV: [5] En zij deden niet alleen zoals wij gehoopt hadden, maar zij gaven zich eerst aan de Heere en daarna aan ons, door de wil van God.

 

NBV21: [5] En ze gaven aanzienlijk meer dan we hadden verwacht: door Gods wil gaven ze zichzelf in de eerste plaats aan de Heer, en vervolgens ook aan ons.

 

BGT: [5] De christenen in Macedonië gaven meer dan ik had durven hopen. Ze zagen onze actie als iets dat God wilde. Daarom steunden ze ons. En bovendien gaven ze zo zichzelf als geschenk aan Christus, de Heer!

 

Aantekening bij: 

2 Korinthe 8:2-5 De genade van God werd zichtbaar door de gulheid van de Macedoniërs, ook al waren ze zelf arm. niet alleen zoals wij gehoopt hadden. Het verbaasde Paulus dat de Macedoniërs zich eerst aan de Heer gaven (zij verplichten zich voor het leven), en daarna aan ons. Zij offerden niet alleen geld, maar hielpen Paulus ook persoonlijk op allerlei manieren.

 

Uit de vrouwen Bijbel

 

Gul door God                        2 Korinthe 8:1-5

De gemeente van Macedonië droeg financieel enorm bij aan de ondersteuning van de gemeente t Jeruzalem, ondanks hun eigen armoede. Veel mensen willen best wel eens wat geven, aan familie, vrienden of zelfs verre vreemden. Maar is dat altijd gul, of geven we vat wat we denken te kunnen missen? Wie zich aan God overgeeft (vers 5), wordt steeds vrijgeviger. Die geeft niet meer uit eigen overvloed, maar durft te vertrouwen dat God genoeg geeft om te delen!

 

Opwekking 582

 

Jezus. Alles geef ik U,

wat ik ben en heb

en wat ik ooit zal zijn.

 

Al mijn hoop,

mijn plannen en mijn tijd 

leg ik in uw hand, 

vertrouw ze aan U toe.

 

Door uw wil te doen,

leer ik om vrij te zijn.

 

Jezus, alles geef ik U,

wat ik ben en heb 

en wat ik ooit zal zijn. 

 

 

Mattheüs 6:33

Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden.