Dagtekst

Dag tekst – 244

Lezen: Zacharia 7 : 1 – 14

 

Tekst voor vandaag: Zacharia 7:13

 

HSV: [13] Daarom is het gebeurd zoals Hij geroepen had maar waarnaar zij niet geluisterd hadden, [1]evenzo riepen zij maar luisterde Ik niet, zegt de HEERE van de legermachten.

Overdenking: Zacharia kreeg een woord van de Heere der legermachten om tegen de bevolking en tegen de priesters te zeggen: Wanneer u deze zeventig jaar gevast en rouw bedreven hebt in de vijfde en zevende maand, hebt u dan werkelijk voor Mij gevast? Deze woorden werden reeds ook door eerdere profeten, in opdracht van de Heere gesproken. Het volk had deze woorden wel gekregen maar en niet naar geluisterd en de Heere luisterde nu niet naar het geroep van het volk. Dit moest Zacharia aan het volk doorgeven. Omdat ze niet geluisterd hadden, heeft de Heere hen met een storm weggeblazen naar alle heidenvolken die zij niet kenden. Het land is werd daardoor verwoest achter gelaten en daardoor is eens zo begerenswaardige land een woestenij geworden. Had het volk geluisterd naar de stem van de profeten die Zijn woord doorgaven dan had de Heere ook nu naar hen geluisterd. Want gehoorzaamheid aan de Heere is belangrijker dan het niet eten en drinken.     

NBV-21: [13] Ze luisterden niet toen Hij hen riep. ‘Daarom’ – zei de HEER van de hemelse machten – ‘zal Ik niet luisteren wanneer zij Mij roepen.

BGT: [12-13] Ze weigerden om te luisteren naar de wetten en regels die de machtige Heer hun gaf. Ze hoorden niet wat de profeten namens hem zeiden. Toen is de machtige Heer woedend geworden. Hij zei: ‘Als zij niet naar mij luisteren, dan zal ik ook niet naar hen luisteren!


[1] Spreuken 1: [28] Dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden. Zij zullen mij ernstig zoeken, maar zullen Mij niet vinden,

   Jesaja 1: [15] En wanneer u uw handen uitspreidt, verberg Ik Mijn ogen voor u; ook wanneer u uw gebed vermeerdert, luister Ik niet: uw handen zitten vol bloed.

   Jeremia 11: [11] Daarom, zo zegt de HEERE: Zie, Ik ga over hen onheil brengen waaraan zij niet kunnen ontkomen. Als zij dan tot Mij roepen, zal Ik niet naar hen luisteren.

   Jeremia 14: [12] Al vasten zij, Ik luister niet naar hun geroep. Ook al brengen zij een brandoffer en een graanoffer, Ik zal in hen geen behagen scheppen, maar door het zwaard, door de honger en door de pest zal Ik een einde aan hen maken.

Dagtekst

Dag tekst – 243

Lezen: Deuteronomium 10 : 12 -21

 

Tekst voor vandaag: Deuteronomium 10:12-13

 

HSV: [12] Nu dan, Israël, wat vraagt de HEERE, uw God, van u dan de HEERE, uw God, te vrezen, in al Zijn wegen te gaan, Hem lief te hebben en de HEERE, uw God, te [1]dienen, met heel uw hart en met heel uw ziel, [13] en de geboden van de HEERE en Zijn verordeningen, die ik u heden gebied, in acht te nemen, u ten goede?

Overdenking: Na de vergeving van de zonden die het volk Israël had gedaan, is de Heere opnieuw met hen op weg gegaan. Maar wel met de oproep om Hem te dienen. Maar ook om Hem lief te hebben, Hem te vrezen en in al Zijn wegen te gaan. Maar ook Hem te dienen en in acht te nemen, en dat zal hen ten goede zijn. De gehoorzaamheid komt uiteindelijk het volk ten goede. Is God veranderd? Nee, God veranderd niet. Maar de Heere herinnert het volk er nog wel even aan wat Hij graag wil hoe ze Hem dienen. En niet alleen Hem, maar ook hoe mensen met elkaar om moeten gaan. Wij moeten respect voor elkaar hebben en elkaar bijstaan en dan niet alleen de eigen familie maar ook de vreemdelingen. En wel de manier zoals wijzelf graag behandeld willen worden. De tien woorden op de tafelen, mogen daarbij de leidraad zijn. Wij mogen ons richten op de Heere en gaan leven zoals Hij van ons verlangt. Als wij luisteren naar wat Jezus ons heeft geleerd zal het vast gaan lukken.     

NBV-21: [12] Israël, bedenk dus dat de HEER, uw God, niets anders van u vraagt dan dat u ontzag voor Hem toont, dat u de weg volgt die Hij u wijst, dat u Hem liefhebt, Hem met hart en ziel dient [13] en zijn geboden en wetten, die ik u vandaag voorhoud, naleeft; dan zal het u goed gaan.

BGT: [12] Mozes zei verder tegen de Israëlieten: ‘Heb eerbied voor de Heer, jullie God. Dat is wat hij van jullie vraagt. Leef zoals hij het jullie leert. Dien hem, en heb hem lief met je hele hart en je hele ziel. [13] Vandaag geef ik jullie zijn wetten en regels. Als jullie je daaraan houden, zal het goed met jullie gaan.


[1] Deuteronomium 6: [5] Daarom zult u de HEERE, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw kracht.

   Mattheüs 22: [37] Jezus zei tegen hem: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand.

   Lukas 10: [27] Hij antwoordde en zei: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.

Dagtekst

Dag tekst – 242

Lezen: Deuteronomium 10 : 1 – 11

 

Tekst voor vandaag: Deuteronomium 10:11

 

HSV: [11] En de HEERE zei tegen mij: Sta op, ga op reis, voor het volk uit, zodat zij in het land komen dat Ik hun vaderen gezworen heb hun te geven, en zij dat in bezit nemen.

Overdenking: De woorden van de tekst voor vandaag moeten Mozes als muziek in de oren hebben geklonken. Want als we even terugzien naar wat er was gebeurd dan is het echt een wonder dat Mozes deze opdracht kreeg. Want wij weten dat de Heere altijd weet wat hij wil en dat dan ook doet. Maar ook zien wij vandaag dat de Heere niets is veranderd. Hij luistert nog steeds naar de gebeden en is nog steeds rechtvaardig. Het volk Israël heeft ook toen gezien dat de rechtvaardigheid van God steeds de boventoon voert. Het volk was ontrouw, maar God is getrouw. Mozes heeft nieuwe stenen tafelen moeten maken en een kist waarin ze moesten worden bewaard. Na dit te hebben gedaan, is Mozes met de stenen weer de berg opgegaan en ook nu weer veertig dagen en veertig nachten. Het volk wachtte nu geduldig op de terugkomst van Mozes. Nadat de stenen tafelen in de kist waren gelegd, brak het volk op en reisde verder. Aaron was gestorven en zijn zoon nam zijn taak over. Ook zonderde de Heere de stam Levi af om de ark van het verbond te dragen voor het aangezicht van de Heere. Omdat de Heere Mozes de opdracht gaf om op reis te gaan, wist het volk dat de belofte om een land in bezit te ontvangen zoals de Heere gezworen had nog steeds het vooruitzicht was. Het gebod: ‘Sta op, ga op reis.’ Geeft aan dat de voorbede van Mozes volledig verhoord is, nu de tafelen vervangen zijn en de ark is gebouwd. Wat zal dat een goed gevoel zijn geweest voor het volk, dat de Heere weer met hen optrok. Dat geld nog, als wij oprecht onze zonden belijden, wil Hij ons vergeven en zegenen.

NBV-21: [11] En de HEER zei tegen mij: ‘Ga aan het hoofd van het volk weer op weg, dan kunnen ze het land binnengaan dat Ik hun voorouders onder ede heb beloofd, en het in bezit nemen.’

BGT: [11] Hij zei: ‘Reis nu maar verder met het volk en ga zelf voorop. Dan kunnen ze het land binnengaan dat ik aan hun voorouders beloofd heb. En dan kunnen ze dat land in bezit nemen.’’

Dagtekst

Dag tekst – 241

Lezen: Deuteronomium 9 : 15 – 29

 

Tekst voor vandaag: Deuteronomium 9:29

 

HSV: [29] Zij zijn toch Uw volk en Uw eigendom, dat U met Uw grote kracht en met Uw uitgestrekte arm hebt uitgeleid!

Overdenking: Mozes ging nadat de Heere hem de zonde van het volk bekend had gemaakt de berg af naar het volk toe. Hij zag het gegoten kalf en daarmee ook dat het volk was afgeweken van de weg die de Heere geboden had. Mozes wierp de twee stenen tafelen uit zijn handen break ze in stukken en wierp zich neer voor het aangezicht van de Heere en ging veertig dagen en veertig nachten vasten. At geen brood en dronk geen water. Dit deed Mozes om de zonde die het volk had gedaan want hij was zeer bevreesd omdat de Heere het volk wilde wegvagen voor Zijn aangezicht. Mozes bad in die veertig dagen tot de Heere. Ook had Mozes het afgod beeld verbrand ende restanten vermalen en in de beek gegooid. In het gebed pleite Mozes voor het volk, opdat de Heere niet zijn plan tot uitvoer zou brengen en het volk weg zou vagen. In zijn gebed voor het volk dacht Mozes aan de reactie van Egypte, als ze zouden horen dat het hele volk was vernietigd. Niet om het volk dacht hij daaraan, maar om de eer van God. Mozes was bang dat ze dachten dat de Heere geen macht had om het volk het beloofde land te geven. Dus ging de eer voor God, bij Mozes boven het leven van het volk. Ook Mozes hoorde tot het volk. Hoe is dat bij ons? Gaat de eer van God boven onze eigen eer of leven? Denken wij in ons doen en laten altijd aan Gods eer, of vinden wij het belangrijker wat de mensen van ons vinden dan wat ze van God vinden? Wij leven toch door de genade van God en mogen eeuwig leven door het offer van Jezus heeft gebracht voor onze zaligheid. Als wij daar aan denken, komt de grootheid van God toch de redding waardoor wij mogen en kunnen leven!  

NBV-21: [29] Ach HEER, het is toch het volk dat U toebehoort en dat U door uw grote macht met opgeheven arm hebt bevrijd?’

BGT: [29] Luister, Heer! Het is toch uw volk? U hebt hen toch bevrijd door uw grote macht?’

Dagtekst

Dag tekst – 240

Lezen: Deuteronomium 9 : 1 – 14

 

Tekst voor vandaag: Deuteronomium 9:13

 

HSV: [13] Verder sprak de HEERE tot mij: Ik heb dit volk gezien en zie, het is een [1]halsstarrig volk.

Overdenking: Nu het volk Israël weer op het punt staat om het beloofde land in te trekken. Spreekt Mozes het volk toe en verteld hen hoe genadig en geduldig de Heere God met hen is geweest. Ook maakt Mozes hen duidelijk dat ze het land ontvangen niet omdat zij het verdient, maar omdat de inwoners van het land zo goddeloos zijn dan de Heere hen gaat wegvagen van de aardbodem. Israël in niet een volk dat trouw en gehoorzaam de Heere volgt, nee het is een halsstarrig volk en geneigd om van de Heere aftedwalen en andere goden te volgen en te aanbidden. In Exodus 32:10 wilde God het hele volk vernietigen, omdat ze afgod beeld hadden gegoten van hun gouden sierraden. Ze waren afgeweken van de weg die de Heere hun had geboden. Hoe zit dat met ons? Hebben wij ook onze eigen afgod of dienen wij nog steeds de Enige Ware God?      

NBV-21: [13] En de HEER voegde eraan toe: ‘Ik weet inmiddels hoe onhandelbaar dit volk is.

BGT: [13] Ik ken dit volk, Mozes! Ik weet hoe ongehoorzaam ze zijn.


[1] Exodus 32: [9] Ook zei de HEERE tegen Mozes: Ik heb dit volk gezien, en zie, het is een halsstarrig volk.

   Exodus 33: [3] naar een land dat overvloeit van melk en honing. Maar Ik zal Zelf niet in uw midden meetrekken, omdat u een halsstarrig volk bent en Ik u anders onderweg zou vernietigen.

   Exodus 34: [9] en zei: Heere, als ik nu genade in Uw ogen gevonden heb, laat de Heere dan toch in ons midden meegaan. Zeker, het is een halsstarrig volk, maar vergeef onze ongerechtigheid en onze zonde, en neem ons aan als Uw erfelijk bezit.

   Deuteronomium 10: [16] Besnijd dan de voorhuid van uw hart en wees niet langer halsstarrig.

   Deuteronomium 31: [27] Want ikzelf ken uw ongehoorzaamheid en uw halsstarrigheid. Zie, terwijl ik heden nog bij u in leven ben, bent u al opstandig geweest tegen de HEERE; hoeveel te meer na mijn dood!

   2 Koningen 17: [14] toen luisterden zij niet, maar zij waren halsstarrig, zo halsstarrig als hun vaderen, die niet in de HEERE, hun God, geloofd hadden.

Dagtekst

Dag tekst – 239

Lezen: Markus 8 : 22 – 26

 

Tekst voor vandaag: Markus 8:22

 

HSV: [22] En Hij kwam in Bethsaïda; en ze brachten een blinde bij Hem en smeekten Hem dat Hij hem aanraakte.

Overdenking: Jezus was overgevaren maar bleef aan de oostkust van de zee van Galilea, en kwam in Bethsaïda en ging tenslotte naar Cesarea Filippi. In Bethsaïda brachten ze een blinde bij Hem. Ze smeekten Hem om hem aan te raken. Hun vertrouwen was zo groot, dat ze wisten dat als Jezus de blinde aanraakt hij genezen zou zijn. Hoe is dat met ons? Vertrouwen wij erop dat als wij Jezus in geloof aannemen als onze Redder wij ook werkelijk gered zijn? Jezus nam de blinde bij de hand en leidde hem buiten het dorp. Waarom Jezus dit deed weten wij niet, maar misschien om geen last te krijgen van ongeloof of vijandigheid. Jezus geneest op verschillende manieren, hier spuwde hij de blinde in zijn ogen en lag hem de handen op. Hierna vroeg Jezus of hij iets zag. Wat in het antwoord van de blinde opvalt is dat hij niet meteen helder zag. Want hij zei: Ik zie mensen, ik zie hen, als bomen, rondlopen. Was deze genezing in twee etappen een aanwijzing voor de discipelen, omdat zij ook niet direct snapten wie Jezus was? Wilde Jezus hen dit op deze manier duidelijk maken? De discipelen zouden weldra beseffen dat Jezus de Messias is. Nadat Jezus opnieuw de handen had opgelegd was de blinde man geheel hersteld en zag alles duidelijk. In deze verzen 22 – 26 staan wel tien woorden die met ‘zien’ te maken hebben. Het moest de discipelen wel opvallen waar het over ging. Zij moesten dus zien wie Jezus was! Hebben wij het gezien, dat Jezus in de kribbe lag, dat dat de Messias was? Dank voor het geduld dat de Heere met ons heeft.     

NBV-21: [22] Ze kwamen in Betsaïda. Er werd een blinde bij Hem gebracht, en men smeekte Hem om de man aan te raken.

BGT: [22] Jezus en de leerlingen kwamen in Betsaïda. Een paar mensen brachten een blinde man bij Jezus. Ze vroegen: ‘Wilt u deze man alstublieft aanraken?’

Dagtekst

Dag tekst – 238

Lezen: Markus 8 : 14 – 21

 

Tekst voor vandaag: Markus 8:21

 

HSV: [21] En Hij zei tegen hen: Waarom begrijpt u het dan niet?

Overdenking: Jezus was met Zijn discipelen in het in het schip gegaan en naar de overkant gevaren. Tijdens de oversteek kwamen de discipelen erachter dat ze vergeten waren broden mee te nemen, er waren er genoeg, want er waren zeven manden vol broden over. Bij een eerder wonder waren er twaalf manden vol over. Maar toen Jezus hun waarschuwde voor het zuurdeeg van de Farizeeën en Herodes, dachten zij dat het ging over het vergeten van het meenemen van het brood en zij dachten ook dat Jezus daar hen op aansprak. Maar Jezus die hun harten kende vroeg: ‘Waarom spreekt u erover met elkaar dat u geen broden hebt? Ziet u het nog niet in en begrijpt u het niet? Hebt u nog uw verharde hart?’ Jezus wijst de discipelen niet als huichelaars met harde harten zoals Hij de Farizeeën deed (Markus 7:6). In de verzen 19 en 20, roept Jezus de discipelen op, om naar de pas gedane wonderen te zien. En zo hoopt Jezus dat hun ogen opengaan en zij zien wie Hij werkelijk is. Jezus is toch niemand anders dan de eeuwige Schepper en Gever van het leven. Met andere woorden wie Jezus in zijn hart heeft, heeft het ‘Brood des levens’ en heeft niets anders meer nodig. Dat hebben Zijn discipelen toch gezien? Zien wij dat ook? Begrijpen wij ook dat, als wij Jezus aangenomen hebben, wij er op kunnen vertrouwen dat wij aan niets gebrek zullen hebben dat voor onze zaligheid nodig is. Wij mogen God danken voor deze zekerheid en in vertrouwen er naar leven.   

NBV-21: [21] Toen zei Hij: ‘Begrijpen jullie het dan nog niet?’

BGT: [21] Toen zei Jezus: ‘Jullie zouden het nu toch moeten begrijpen!’

Dagtekst

Dag tekst – 237

Lezen: Markus 8 : 1 – 13

 

Tekst voor vandaag: Markus 8:11

 

HSV: [11] En de Farizeeën liepen uit en begonnen met Hem te redetwisten [1]en verlangden van Hem een teken uit de hemel om Hem te verzoeken.

Overdenking: Ook vandaag lezen wij over een wonderbare spijziging. Het teken dat Jezus liet zien was groot, maar schijnbaar niet groot genoeg voor iedereen. Nadat Jezus de menigte naar huis had gestuurd, ging Jezus in het schip met Zijn discipelen en kwam in de streken van Dalmanutha. De Farizeeën die daar waren liepen uit naar Jezus toe en begonnen te redetwisten. Ze verlangden een teken uit de hemel van Hem om Jezus te verzoeken. Niet zomaar een wonder, maar een teken rechtstreeks van God. Om zo’n teken te vragen geeft blijk van niet voldoende vertrouwen te hebben in Jezus. Jezus heeft hun al verwezen naar het teken van Jona (Mattheüs 12:39), en nog geloven ze hem niet. In vers 12 lezen dat Jezus diep zuchtte in Zijn Geest en zei: Waarom verlangt dit geslacht een teken? Ze kregen van Jezus niet een ander teken. Jezus verliet hen en ging op nieuw in het schip en voer naar de overkant. De Farizeeën vroegen naar de hun bekende weg en daarom kregen ze niet het gevraagde antwoord. Ook wij hebben kunnen lezen over wonderen en tekenen en als wij het Woord van God niet vertrouwen is ons geloof niet goed.     

NBV-21: [11] Daar kwamen de farizeeën op Hem af, en ze begonnen met Hem te discussiëren. Om Hem op de proef te stellen, verlangden ze van Hem een teken uit de hemel.

BGT: [11] Daar kwamen farizeeën naar Jezus toe. Ze begonnen een discussie met hem. Ze zeiden: ‘Bewijs maar eens met een teken dat u door God gestuurd bent!’ Ze wilden laten zien dat Jezus dat niet kon. 


[1] Mattheüs 12: [38] Toen antwoordden sommigen van de schriftgeleerden en Farizeeën: Meester, wij zouden van U een teken willen zien.

   Mattheüs 16: [1] En de Farizeeën en de Sadduceeën kwamen naar Hem toe om Hem te verzoeken, en zij vroegen Hem of Hij hun een teken uit de hemel wilde laten zien.

   Lukas 11: [29] Toen de menigte te hoop liep, begon Hij te zeggen: Dit geslacht is een verdorven geslacht; het verlangt een teken, maar het zal geen teken gegeven worden dan het teken van de profeet Jona.

   Johannes 6: [30] Zij zeiden dan tegen Hem: Welk teken doet U dan, opdat wij het zien en U geloven? Wat voor werk verricht U?

Dagtekst

Dag tekst – 236

Lezen: Psalm 119 : 105 – 112

 

Tekst voor vandaag: Psalm 119:105

 

HSV: [105] Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.

Overdenking: Wie wel eens in het echte donker heeft gelopen is vast tot de ontdekking gekomen dat het rechtuitlopen heel moeilijk is. Je loopt vast in het rond. Daarom is het een mooi voorbeeld dat wij niet zonder het licht kunnen. Wij belijden hier in Psalm 119 vers 105 dat het Woord van God een lamp d.w.z. een licht is voor ons. Zonder dat Woord kunnen wij God niet volgen, wij blijven dan in onze eigen problemen en zorgen rondcirkelen en zien geen uitkomst meer. Ook mogen wij aanvaarden het licht Gods leiding is en daarom kunnen wij in een rechte lijn, God volgen. Het licht is een genade gave van God voor de mensen die Hem willen volgen. Dat licht en dus het Woord geeft dus aan ons leven leiding zodat wij niet zullen afdwalen van de weg die Jezus ons geeft door het volgen van Hem. Wij moeten wel op de juiste manier met het licht omgaan, Het licht dat hier beschreven staat is niet een ledlamp van nu. Vroeger was dat een soort fles met olie en een lont daarin en als men niet voorzichtig er mee omging ging de vlam uit en stonden de mensen weer in het donker. Zo is het ook nu nog, wij moete juist omgaan met het Woord en ons houden aan de woorden en aanwijzingen die het Woord ons geeft. Alleen dan zullen wij op het rechte pad blijven en dus de Heere Jezus volgen en op onze eindbestemming aankomen. Ons beloofde land. Het oude testament heeft ons geleerd dat wij alleen de eindbestemming zullen halen als wij vertrouwend op God de eindstreep zullen halen. Wat is het dan mooi als wij mogen weten dat het Woord een eeuwig Licht zal zijn op ons pad en wij dus nooit in het duister hoeven te lopen.    

NBV-21: [105] Uw woord is een lamp voor mijn voet, een licht op mijn pad.

BGT: [105] Uw woorden zijn voor mij als een lamp in het donker, als een licht in mijn leven.

Dagtekst

Dag tekst – 235

Lezen: Efeze 6 : 10 – 24

 

Tekst voor vandaag: Efeze 6:11

 

HSV: [11] [1]Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel.

Overdenking: Zo aan het eind van de brief geeft Paulus een advies. Met het advies wil hij de lezers van deze brief vertellen dat ze gesterkt kunnen worden in de Heere van hun macht. De tekst laat het advies zien, de hele wapenuitrusting van God moet worden gebruikt. Dus niet één of een paar dingen, nee de hele wapenuitrusting. Van helm tot het schoeisel, maar ook het zwaard in de hand. Dit om je te beschermen tegen de listige verleiding van de duivel. De verleiding was ook in de tijd van Paulus dus al een ding waarop gelet moest worden. Tegenwoordig is de verleiding ook heel groot en komt op ons af via vele kanten. Radio, televisie en vergeet niet het internet. Maar een heel belangrijk wapen tegen de verleiding is het gebed. We moeten waakzaam blijven en dus dagelijks met volharding bidden om kracht en wijsheid, willen wij weerstand kunnen bieden tegen de listen van de duivel. De wapenuitrusting beschermd ons lichaam tegen de aanvallen maar het gebed biet ons de bescherming van onze geest. Paulus weet het uit ervaring. En stuurt daarom zijn trouwe dienaar in de Heere en wenst ons de genade en vrede van de Heere toe.   

NBV-21: [11] Trek de wapenrusting van God aan om stand te kunnen houden tegen de listen van de duivel.

BGT: [11] Gebruik Gods wapens, en verdedig je daarmee tegen de slechte bedoelingen van de duivel.


[1] Kolossenzen 3: [12] Kleedt u zich dan, als uitverkorenen van God, heiligen en geliefden, met innige gevoelens van ontferming, vriendelijkheid, nederigheid, zachtmoedigheid, geduld.

   1 Thessalonicenzen 5: [8] Maar laten wij, die van de dag zijn, nuchter zijn, bekleed met het borstharnas van geloof en liefde, en met de hoop op de zaligheid als helm.