Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

MARKUS 7 : 8 – 9   

DAG 212

LEZEN: MARKUS 7 : 1 – 13   

THEMA: Wet en traditie 

(HSV) [8] Want terwijl u het gebod van God nalaat, houdt u zich aan de overlevering van de mensen, zoals het wassen van kannen en bekers; en veel andere dergelijke dingen doet u. [9] En Hij zei tegen hen: U stelt Gods gebod op een mooie manier terzijde om u aan uw overlevering te houden!

(BGT) [8] Jezus zei tegen de farizeeën en wetsleraren: ‘Jullie schuiven de regels van God aan de kant. En jullie houden je aan regels van mensen.  [9] Jullie zijn er goed in om Gods regels af te schaffen! Zo kunnen jullie dan je eigen regels maken.

Aantekening

Markus 7 : 6 – 8  De Farizeeën zijn om twee redenen huichelaars: (1) hun dadenzijn alleen uitwendig en hun hart is ver van God; (2) hun leringen komen niet van God maar mensen.

Markus 7 : 9  U stelt … Gods gebod terzijde. Menselijke overlevering kan niet alleen geen harten reinigen, maar brengt mensen er zelfs toe Gods Woord te minachten (zie Markus 7:13; 10:5, 19; 12:28, 31).

Verschillen                   Markus 7            (Uit de Mannen Bijbel)

Het onderwijs van Jezus loopt op vele punten parallel met dat van de Farizeeën, maar er waren ook grote verschillen. Zo ging Jezus met zondaars aan tafel en Farizeeën probeerden zich juist zuiver te houden. Jezus’ breken van het brood met zondaars werd niet geaccepteerd (Mattheüs 9:10; Markus 2:15; Lukas 5:30; 7:34; 15:1). Ook het feit dat sommigen van Zijn discipelen hun handen niet wasten (Markus 7:2), was ongehoord. Dat Hij aan eenvoudige mensen die de reinheidswetten niet zo nauwgezet in acht nemen een plaats in het Koninkrijk gunde, werd als onjuist gezien. En dat Jezus woorden sprak die niet bij de ouden aansloten (Mattheüs 5:21), was eigenzinnig.

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

JOHANNES 6 : 66   

DAG 211

LEZEN: JOHANNES 6 : 60 – 71   

THEMA: Scheiding 

(HSV) [66] Van toen af trokken velen van Zijn discipelen zich terug en gingen niet meer met Hem mee.

(BGT) [66] Toen liepen veel volgelingen van Jezus weg. Ze gingen niet langer met hem mee.

Aantekening

Johannes 6 : 66  Veel van deze eerste discipelen waren niet werkelijk discipelen van Hem, want zij trokken … zich terug. Het ‘geloof’ dat ze hadden was niet echt, ze volgden Jezus misschien alleen om Zijn aardse weldaden zoals genezing en spijziging.[1]


[1] Discipelen: discipel < Latijn de (m) [-en-s] leerling, volgeling, vooral elk van de twaalf leerlingen van Christus

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

JOHANNES 6 : 53   

DAG 210

LEZEN: JOHANNES 6 : 47 – 59   

THEMA: Harde woorden 

(HSV) [53] Jezus dan zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als u het vlees van de Zoon des mensen niet eet en Zijn bloed niet drinkt, hebt u geen leven in uzelf.

(BGT) [53] Toen zei Jezus tegen hen: ‘Luister heel goed naar mijn woorden: Jullie moeten mijn lichaam eten en mijn bloed drinken. Anders kunnen jullie het eeuwige leven niet krijgen.

Aantekening

Johannes 6 : 53  Als u het vlees … niet eet en Zijn bloed niet drinkt. Dit kan niet letterlijk bedoeld zijn. Zoals zo vaak in Johannes spreekt Jezus aan de hand van aardse dingen over geestelijke waarheden. Jezus’ vlees ‘eten’ heeft hier de geestelijke betekenis van geloven in Hem, en met name in Zijn sterven voor de zonden van de mensheid. (Zie ook vers 35, waar Jezus spreekt over het komen tot Hem en het geloven in Hem als iets waardoor resp. iemands ‘honger’ en ‘dorst’ wordt gestild.) En zo betekent hier ‘Zijn bloed drinken’: geloven in Zijn verzoenend sterven, voorgesteld als het vergoten worden van Zijn bloed. Al spreekt Jezus hier niet met zoveel woorden over het Avondmaal, er is wel overeenkomst, want het ontvangen van eeuwig leven door verenigd te worden met de ‘Zoon des mensen’ wordt gesymboliseerd in het Avondmaal (waar Jezus’ volgelingen symbolisch Zijn vlees eten en Zijn bloed drinken; vgl. 1 Korinthe 11:23-32). Oudtestamentische feesten zijn hiervan een voorafbeelding (zie 1 Korinthe 5:7), en het zal worden voltooid in het bruiloftsmaal van het Lam (Openbaring 19:9).  

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

JOHANNES 6 : 43   

DAG 209

LEZEN: JOHANNES 6 : 37 – 46   

THEMA: Discussie 

(HSV) [43] Jezus antwoordde dan en zei tegen hen: Mor niet onder elkaar.

(BGT) [43] Jezus zei tegen hen: ‘Houd op met protesteren!

Aantekening

Johannes 6 : 43  Mor niet. Het gemor doet denken aan het regelmatig terugkerende gemopper tegen God in het Oude Testament (bv. Exodus 16:8; Numeri 14:27; Psalm 95:8-9).

         Het Woord is vlees geworden

Het is voor sommigen verrassend dat de menselijkheid van Jezus eerder ter discussie gesteld is dan Zijn God-zijn. Al in de eerste eeuw zijn er opvattingen die de godheid benadrukken. Dit blijkt bijvoorbeeld uit gegevens uit 1 Johannes. In de tweede eeuw is het vooral de [1]gnostiek die dit doet. Maar in zijn evangelie zegt Johannes dat ‘het Woord vlees is geworden en onder ons heeft gewoond’ (Johannes 1:14). Door heel Johannes’ Evangelie heen ligt het accent op Jezus’ menselijke natuur. Christus is in de wereld gekomen (Johannes 1:10). Hij komt uit Nazareth (Johannes 1:45) en reist met Zijn moeder en broers door het land (Johannes 2:12). Hij drinkt water te Samaria (Johannes 4:7) en vaart over het meer van Galilea (Johannes 6:1). Hij geneest mensen en is bewogen met hun leed – Hij treurt bijvoorbeeld om de dood van Lazarus (Johannes 9:6; 11:35), Hij sterft en wordt begraven (Johannes 19:30, 42). Zelfs na de opstanding heeft Hij nog menselijke kenmerken en de littekens van de spijkers in Zijn handen (Johannes 20:20, 27). Jezus’ [2]incarnatie was niet alleen maar een verschijning op aarde, maar een werkelijk binnentreden in de menselijke dimensie. De theologische [3]portee hiervan is, dat alleen iemand die werkelijk mens was de mensheid ook werkelijk zou kunnen verlossen. 


[1]  Het streven naar kennis van goddelijke macht en het wezen van de mens (Grieks)

[2] incarnatie|-(t)sie| < Frans < Latijn de (v) [-svleeswording, het aannemen van een menselijk lichaam door een hoger wezen vooral de menswording van Christus in de Indische mythologie elk van de gedaanten die Visjnoe aanneemt figuurlijk belichaming: hij is de ~ van het kwaad

[3] portee < Frans de (v)Nederlands-Nederlands draagwijdte, strekking, hoe groot het effect van iets is: de ~ van een besluit

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

JOHANNES 6 : 32 – 35   

DAG 208

LEZEN: JOHANNES 6 : 25 – 36   

THEMA: Het echte brood 

(HSV) [32] Jezus dan zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar Mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel. [33] Want het brood van God is Hij Die uit de hemel neerdaalt en aan de wereld het leven geeft. [34] Zij zeiden dan tegen Hem: Heere, geef ons altijd dat brood. [35] En Jezus zei tegen hen: Ik ben het Brood des levens; [1]wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben.

(BGT) [32] Maar Jezus zei tegen hen: ‘Het was niet Mozes, maar mijn Vader die dat brood gaf. Luister heel goed naar mijn woorden: Mijn Vader geeft jullie het ware hemelse brood.  [33] Het brood dat God geeft, komt uit de hemel en geeft eeuwig leven aan de mensen.’ [34] De mensen zeiden: ‘Heer, geef ons elke dag dat brood!’  [35] Jezus zei: ‘Ik ben het brood dat eeuwig leven geeft. Als je bij mij komt, zul je nooit meer honger hebben. Als je in mij gelooft, zul je nooit meer dorst hebben.

Aantekening

Johannes 6 : 32  het ware Brood des levens. Dit ‘brood’ voedt mensen geestelijk en voor eeuwig, en staat dus ver boven het manna in het Oude Testament dat alleen materieel en tijdelijk honger kon stillen. Jezus verklaart Zichzelf in vers 35 tot dit ‘ware Brood’.

Levend Brood              Johannes 6:22-51          (Uit de Vrouwen Bijbel)

Jezus is het Brood des levens, Hij kan onze geestelijke honger stillen. Om in leven te blijven, moet je voedsel tot je nemen. Om eeuwig te kunnen leven, moet je Jezus tot je nemen. Hoe? Door zo verbonden met Hem te zijn dat je jezelf Hem mag toe eigenen. Het brood dat Hij ons geven wil, is Zijn lichaam. Voor ons geofferd aan het kruis. Op dat offer mogen we teren hier op aarde, en leven tot in eeuwigheid.

In de Verwijs Bijbel lezen we bij vers 35 de verwijzing naar het Oude Testament:

Exodus 16:[15] Toen de Israëlieten dat zagen, zeiden zij tegen elkaar: Wat is dat? Want zij wisten niet wat het was. Mozes zei tegen hen: Dit is het brood dat de HEERE u te eten gegeven heeft.

Psalm 78:[23] Hij gebood de wolken daarboven en opende de deuren van de hemel: [24] Hij liet manna op hen regenen om te eten en gaf hun hemels koren. [25] Eenieder at het brood van de machtigen; Hij zond hun proviand tot verzadiging toe.


[1]  Jesaja 55:[1] O, alle dorstigen, kom tot de wateren, en u die geen geld hebt, kom, koop en eet, ja, kom, koop zonder geld, zonder prijs, wijn en melk.

   Johannes 4:[14] maar wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen. Maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven.

   Johannes 7:[37] En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus daar en riep: Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken.

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

JOHANNES 6 : 19   

DAG 207

LEZEN: JOHANNES 6 : 16 -24   

THEMA: Waterloop 

(HSV) [19] En toen zij ongeveer vijfentwintig of dertig stadiën geroeid hadden, zagen zij Jezus op de zee lopen en dicht bij het schip komen, en zij werden bevreesd.

(BGT) [19] Toen ze ongeveer 5 kilometer geroeid hadden, zagen ze opeens Jezus over het water lopen. Hij was vlak bij de boot. De leerlingen werden bang,

Aantekening

Johannes 6 : 19  vijfentwintig of dertig stadiënAls de spijziging van de menigte aan de oostkust van het meer heeft plaats gevonden, zou de kortste afstand tot Kapernaüm 8 á 10 km zijn geweest. op de zee lopen.Jezus doet dit niet om indruk te maken op de discipelen, het is een zichtbare demonstratie van Jezus’ oppermacht over de wereld die Hijzelf geschapen heeft (Hebreeën 1:3, 10). In het Oude Testament heerst alleen God over de zeeën (Psalm 29:10-11; 89:10; 107:28-30).

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

JOHANNES 6 : 5   

DAG 206

LEZEN: JOHANNES 6 : 1 – 15   

THEMA: Brood en water 

(HSV) [5] [1]Toen Jezus dan de ogen opsloeg en zag dat een grote menigte naar Hem toe kwam, zei Hij tegen Filippus: Waar zullen wij broden kopen, opdat deze mensen kunnen eten?

(BGT) [5] Jezus keek om zich heen. Toen hij zag dat er een grote groep mensen aan kwam, vroeg hij aan Filippus: ‘Waar kunnen we eten kopen voor al deze mensen?’

Aantekening

Bekenste wonder          Johannes 6 : 5              (Uit de Mannen Bijbel)

Het wonder van de spijziging van de vijfduizend is het enige wonder dat in alle evangeliën beschreven staat. Er zijn wel meer wonderen die vaker worden genoemd. De synoptici – dat zijn Mattheüs, Markus en Lukas – hebben vaak vergelijkbare informatie. Maar dat Johannes dezelfde wonderen noemt als deze synoptici, is een uitzondering.

Korte overdenking

Dit wonder van de spijziging van de vijfduizend, komt dus voor in alle vier Evangeliën. Dus is mede daardoor ook zeker het bekendste wonder uit de Bijbel. We lezen in vers 2 van hoofdstuk 6 al dat een grote menigte Hem (Jezus) volgde. De reden staat er ook bij, om de tekenen die Hij deed. In vers 5 lezen we dat Jezus zorg voor deze menigte mensen wilde dragen en sprak daarom met Filippus over het eten voor zoveel mensen. Filippus dacht, zoals wij ook vast gedaan zouden hebben, waar haal je zoveel brood en wie zal dat betalen. Maar omdat Jezus wist wat Hij zou gaan doen was dit een test voor de discipelen. De Joden hadden al vaker op een wonderbaarlijke manier eten ontvangen (het Manna in de woestijn). Jezus wist dat de Vader in de hemel Hem zou bijstaan en daarom kon Hij de vijf broden en de twee visjes na gedankt te hebben uitdelen aan de vijfduizend mannen en ook aan de vrouwen en kinderen de er nog bij waren. Het resultaat van vertrouwen op de Hemelse Vader was een overschot aan eten van twaalf manden vol, van de vijf gerstebroden. 

Wij mogen hieruit leren dat als wij blijven vertrouwen op de Heere wij nooit te kort zullen komen, al is het misschien niet altijd op de manier die wij voor ogen hebben.   


[1]  Mattheüs 14:[14] En toen Jezus uit het schip ging, zag Hij een grote menigte, en Hij was innerlijk met ontferming bewogen over hen en genas hun zieken.

   Markus 6:[34] En toen Jezus uit het schip ging, zag Hij een grote menigte en was innerlijk met ontferming bewogen over hen, want zij waren als schapen die geen herder hebben; en Hij begon hun veel dingen te onderwijzen.

   Lukas 9:[13] Maar Hij zei tegen hen: Geeft u hun te eten. Zij zeiden: Wij hebben niet meer dan vijf broden en twee vissen, of wij zouden voor al dit volk voedsel moeten gaan kopen.

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

DEUTERONOMIUM 11 : 26-28   

DAG 205

LEZEN: DEUTERONOMIUM 11 : 22 – 32   

THEMA: Kiezen 

(HSV) [26] Zie, ik houd u heden zegen en vloek voor: [27] de zegen, als u luistert naar de geboden van de HEERE, uw God, die ik u heden gebied; [28] de vloek, als u niet luistert naar de geboden van de HEERE, uw God, en van de weg afwijkt die ik u heden gebied, om achter andere goden aan te gaan, die u niet gekend hebt.

(BGT) [26] Luister! Vandaag laat ik jullie kiezen tussen beloning en straf. [27] De Heer, jullie God, zal je belonen als je je houdt aan zijn regels. Dat zijn de regels die ik vandaag aan jullie geef.  [28] Maar hij zal je straffen als je je niet aan die regels houdt. Vereer dus geen andere goden, goden die je niet kent.

Aantekening

Deuteronomium 11 : 26  ik houd u … voor. Deze uitdrukking, die herhaald wordt in vers 32, omsluit deze verzen, die erop aandringen om de juiste keuze te maken. Hoewel het innemen van het land nu de eerste zorg is, is algemene gehoorzaamheid het uiteindelijke doel. De twee opties worden samengevat als zegen en vloek (zie hoofdstuk 27-28). Zie voor de keuze Deuteronomium 30:15. 19.

Deuteronomium 11 : 28  die u niet gekend hebt. Er is geen persoonlijke relatie geweest met de Kanaänitische Baäls. Dit in tegenstelling tot de Heere, Die een verbondsrelatie is aangegaan met Israël.

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

DEUTERONOMIUM 11 : 18-21  

DAG 204

LEZEN: DEUTERONOMIUM 11 : 10 – 21  

THEMA: De kracht van de herhaling

(HSV) [18] [1]Daarom moet u deze woorden van mij in uw hart en in uw ziel prenten. Bind ze als een teken op uw hand, en ze moeten als een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn. [19] En [2]leer ze aan uw kinderen door erover te spreken als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat; [20] en schrijf ze op de deurposten van uw huis en op uw poorten, [21] opdat uw dagen en de dagen van uw kinderen in het land waarvan de HEERE uw vaderen gezworen heeft het hun te geven, zo talrijk worden als de dagen dat de hemel boven de aarde staat.

(BGT) [18] Onthoud de woorden van de Heer goed, vergeet ze niet! Schrijf zijn regels op een band die je om je arm doet. En schrijf ze op een band die je om je voorhoofd draagt. [19] Zorg ervoor dat jullie kinderen die regels goed leren. Blijf ze herhalen, thuis en onderweg, als je naar bed gaat en als je weer opstaat. [20] Schrijf ze ook op de deurposten van je huis en op de poorten van de stad. [21] Volk van Israël, onthoud de regels van de Heer dus goed. Dan zullen jullie voor altijd wonen in het land dat hij aan jullie voorouders beloofd heeft. Net zo lang als de hemel boven de aarde blijft staan. 

Aantekening

Deuteronomium 11 : 18 – 21  Over het onthouden van deze woorden en het doorgeven aan de volgende generatie, zie aantekening bij Deuteronomium 6:7-9. de dagen dat de hemel boven de aarde staat. D.w.z. voor eeuwig.

Aantekening bij Deuteronomium 6 : 7 – 9:  De twee tegenstellingen (zit/ over de weg gaat, neerligt/opstaat) geven aan dat het om alle tijden, plaatsen en activiteiten gaat, wanneer, waar en wat dan ook. binden … schrijven. Veel Joden hebben deze geboden letterlijk vervuld met tefilin (vers 8) en mezoeza (vers 9) d.w.z. doosjes die op de arm en op het voorhoofd gebonden of aan de deurpost bevestigd worden, en waar vers 4-5 en andere schrift gedeelten in zitten. Zie ook Deuteronomium 11:18-20.

Voorhoofdsband           Deuteronomium 11:18         (Uit de Mannen bijbel)

Joodse mannen dragen bij het bidden een zwart doosje op het voorhoofd, letterlijk een bajit, een huisje, er zitten teksten in uit Exodus 13, Deuteronomium 6:4-9 en 11:13-21; op perkament geschreven. Het doosje zit op het voorhoofd, dicht bij de plek waar – volgens hen – je de ziel zou kunnen lokaliseren.


[1]  Deuteronomium 6:[6] Deze woorden, die ik u heden gebied, moeten in uw hart zijn.

   Deuteronomium 6:[8] U moet ze als een teken op uw hand binden en ze moeten als een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn.

[2]  Deuteronomium 4:[9] Alleen, wees op uw hoede en neem uzelf zeer in acht, dat u de dingen niet vergeet die uw ogen gezien hebben, en dat zij niet uit uw hart wijken alle dagen van uw leven. U moet ze uw kinderen en uw kleinkinderen bekendmaken:

  Deuteronomium 6:[7] U moet ze uw kinderen inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat.

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

DEUTERONOMIUM 11 : 8  

DAG 203

LEZEN: DEUTERONOMIUM 11 : 1 – 9  

THEMA: Maak een keuze

(HSV) [8] Daarom moet u alle geboden die ik u heden gebied, in acht nemen. Dan zult u sterk zijn en het land waar u naartoe trekt om het in bezit te nemen, binnengaan en in bezit nemen,

(BGT) [8] Volk van Israël, houd je daarom aan de regels die ik jullie vandaag geef. Dat zal jullie moed geven. En dan kunnen jullie het land aan de overkant van de Jordaan in bezit nemen.

Overdenking

Daarom moet u, zo begint het tekstgedeelte van vandaag en in vers 8 wordt dit herhaald. Dit moeten is een opdracht, een gebod en dat is waar wij mensen niet graag naar luisteren. Wij willen zelf uitmaken wat we gaan doen. Als we door lezen, kunnen we zien waarom we dit moeten doen. Als u de bijbel al eens hebt gelezen vanaf het begin, komen de aangehaalde tekenen en daden, die de God van Israël heeft gedaan, en dus hier aangehaald worden u bekent voor. Het zijn daden die niet elke dag gebeuren en ook niet voor alle mensen worden gedaan. Hieruit spreekt de liefde en geduld die God heeft gehad voor Zijn volk. Maar ook Zijn trouw aan de belofte, gedaan aan Abraham. Ook lezen wij in deze eerste verzen dat God rechtvaardig en genadig is. Mozes spreekt hier de volwassenen aan, die de uittocht hebben meegemaakt en dus al deze tekenen en daden hebben gezien. Ook weten ze dus dat God er altijd was en ook al dwaalden ze af Hij getrouw bleef. In vers 8 wordt de opdracht van vers 1 aangescherpt en krijgen ze het beloofde land in hun bezit, als ze daaraan houden. Vers 9 geeft een belofte: uw dagen zullen worden verlengd, in het beloofde Land. Het Land dat God hun vaderen had beloofd te geven. Dit Land vloeit over van melk en honing. God houdt zijn Woord.            God is niet verandert en ook vandaag de dag, zal God alles doen wat Hij heeft beloofd. Als wij doen wat we moeten doen dan zal ook ons leven worden verlengd in het Hemels paradijs. Vertrouwen wij hier ook op?