Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Zuivering

Lezen: Jesaja 1 : 21 – 31  

Maandag 30 november 2020          Jesaja 1 : 24 – 28

(HSV) [24] Daarom spreekt de Heere, de HEERE van de legermachten, de Machtige van Israël: Wee u! [1]Ik zal troost halen bij Mijn tegenstanders, Ik zal Mij wreken op Mijn vijanden. [25] Ik zal Mij tegen u keren, [2]Ik zal uw schuim als met loog uitzuiveren en Ik zal al uw tin wegnemen. [26] Ik zal uw rechters teruggeven als vroeger, en uw raadslieden als in het begin. Daarna zult u genoemd worden: stad van de gerechtigheid, trouwe stad. [27] Sion zal door recht verlost worden, en wie van haar zich bekeren, door gerechtigheid. [28] [3]Maar er zullen rampen zijn voor zowel overtreders als zondaars; wie de HEERE verlaten, zullen omkomen.

(BGT) [24] Ik ben God, de machtige Heer, de sterke God van Israël. Ik zal mijn tegenstanders straffen. Ik zal mijn vijanden laten zien dat ik woedend ben. [25] Jeruzalem, ook jou zal ik straffen. Maar door die straf zul je weer zo mooi worden als zilver. Al het vuil zal ik weghalen.  [26] Dan wordt alles weer zoals vroeger. Je rechters zullen weer rechtspreken en je raadgevers zullen weer goede raad geven. Dan zul je deze naam krijgen: Eerlijke Stad, Trouwe Stad.’ [27] Inwoners van Jeruzalem, jullie stad wordt gered als er weer eerlijk rechtgesproken wordt en als jullie terugkomen bij de Heer.  [28] Maar als jullie de Heer verlaten en onrecht doen, zullen jullie sterven.

Aantekening

Jesaja 1 : 24 – 28  >  de Heere, de Heere van de legermachten, de Machtige van Israël. In tegenstelling tot de waardeloze leiders van (Jesaja 1:23) is Israëls God een geweldige Rechter. Om te beginnen noemt Hij Zijn eigen volk Zijn vijanden! Maar dit vonnis is niet het eind van het verhaal: het doe is uitzuiveren van het schuim, d.w.z. het verwijderen van de ongelovige volksleden: de overtreders en zondaars die de Heere verlaten. Daarna zal wat overblijft een gereinigd volk van God zijn, mensen die zich bekeren om met heel hun hart hun verbondsbeloften aan te grijpen. verlost. Dit woord (Hebreeuws pada) en het synoniem ga’al [4](zie aantekening bij Jesaja 41:14) drukken gewoonlijk redding en bescherming uit, hetzij van heel het volk (Jesaja 1:27; 35:10; vgl. 50:2; 51:11), het zij één persoon (vgl. Jesaja 29:22). Soms (niet hier) drukt het vrijkopen door betaling van losgeld uit (bv. Exodus 13:13). De profeet ziet vooruit naar een volk dat na het oordeel van ballingschap gereinigd is en hersteld in zijn roeping (Jesaja 2:1-5).


[1]  Deuteronomium 28:63

[2]  Jeremia 6:29; Maleachi 3:3

[3]  Job 31:3; Psalm 1:6; 5:6; 73:27; 92:10; 104:35

[4]  Jesaja 41:14 wormpje (vgl. 14:11; 66:44; Exodus 16:20; Deuteronomium 28::39; Jona 4:7), larf van een of ander insect, hier symbool van zwakheid en nietigheid (vlg. Job 25:6; Psalm 22:7). VerlosserJesaja gebruikt twee woorden voor ‘verlosser’ (vgl. aantekening bij Jesaja 1:24-28), beide met de strekking van redding en bescherming. Het hier gebruikte woord (Hebreeuws ga’al) komt veel voor, vooral in dit deel van Jesaja (35:9; 43:1; 44:6, 22-24; 47:4; 48:17, 20; 49:7, 26; 51:10; 52:9; 54:5, 8; 59:20; 60:16; 62:12; 63:4, 9, 16). Het herinnert aan Exodus 6:5 en 15:13. God wil Zijn volk uit de gevangenschap verlossen en voorwaarden scheppen waardoor hun godsvrucht kan gedijen. Op verschillende plaatsen houdt het begrip ‘(ver)lossen’ ook betaling van losgeld in, maar gewoonlijk is dit bij Jesaja niet het geval; wel roept Jesaja in Jesaja 43:1-4 deze gedachte op voor een retorisch effect.

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Het gaat om je hart!

Lezen: Jesaja 1 : 10 – 20  

Zondag 29 november 2020             Jesaja 1 : 18 t/m 20

(HSV) [18] Kom nu, laten wij samen een rechtszaak voeren, zegt de HEERE. [1]Al waren uw zonden als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw; al waren ze rood als karmozijn, ze zullen worden als witte wol. [19] Als u gewillig bent en luistert, zult u het goede van het land eten, [20] maar als u weigert en ongehoorzaam bent, zult u door het zwaard gegeten worden, want de mond van de HEERE heeft gesproken.

(BGT) [18] Ik zal jullie vertellen wat jullie verkeerd gedaan hebben. Jullie zijn moordenaars, je handen zijn rood van het bloed. Toch kunnen ze weer zo wit worden als sneeuw, zo wit als witte wol. [19] Want als jullie weer naar mij luisteren, dan zullen jullie een goed leven hebben.  [20] Maar als jullie niet naar mij luisteren, dan zullen jullie sterven in de oorlog.’

Aantekening

Jesaja 1 : 18 – 20  >  laten wij samen een rechtszaak voeren. De mensen moeten niet maar doorgaan in hun onbegrip, maar hun houding tegenover God doordenken. Al waren uw zonden als scharlaken … rood als karmozijn. Hun handen vol bloed (Jesaja 1:15) kunnen worden gereinigd (Psalm 51:9). Maar ze moeten een doelbewuste keus maken (Jesaja 1:19-20).

Het recht moet zegevieren             Jesaja 1 : 2 – 20          (Uit de Mannen Bijbel)

Het recht moet zegevieren. Daarom voert God een rechtspraak met Israël. De liefde van het volk tot God wordt beoordeeld. Die liefde komt tot uiting in de omgang met de naaste. Het is precies het grote gebod: ‘Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf.’ De Rechter komt tot heel praktische uitspraken: ‘Houd op met kwaad te doen. Zoek het recht! Help de verdrukte, zorg voor de wezen, denk aan de weduwen.’ Dat is het christelijke leven. Oog hebben voor hen die uitgeschakeld lijken.

Denk aan Jakobus 1:27([2]): ‘De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en de Vader is dit: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking en zichzelf onbesmet bewaren van de wereld.’ Het geloof zonder vruchten is dood. De liefde tot God blijkt uit onze omgang met de naaste. Weduwen, wezen, verdrukten, ze telden vaak niet mee in Israël. Maar voor God tellen ze wel mee. En voor wie God liefheeft, tellen ze daarom ook mee. 

Laten wij mensen niet buitensluiten. Laten we onszelf niet verrijken ten koste van de ander. Laten we leven met God en daarom onze naaste dienen. Dan zal het recht zegenvieren. 


[1]  (HSV) Psalm 51: [9] Ontzondig mij met hysop, dan zal ik rein zijn, was mij, dan zal ik witter zijn dan sneeuw.

   (BGT) Psalm 51: [9] Neem mijn schuld weg, dan kan ik weer bij u komen. Maak mij weer schoon, zo schoon als                     witte sneeuw.

[2]  (HSV) Jeremia 22 : [3] zo zegt de HEERE: Doe recht en gerechtigheid. Red wie beroofd is uit de hand van wie onderdrukt. Buit een vreemdeling, een wees en een weduwe niet uit. Doe niemand geweld aan en vergiet geen onschuldig bloed in deze plaats.

   (BGT) Jeremia 22:  [3] Dit is wat de Heer zegt: ‘Houd je aan mijn regels. Spreek eerlijk recht. Behandel iedereen goed en rechtvaardig. Maak geen misbruik van mensen zonder macht, maar bescherm hen tegen hun onderdrukkers. Gebruik geen geweld tegen vreemdelingen, tegen weduwen, of tegen kinderen zonder vader. En vermoord geen onschuldige mensen.

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Verlaten en verlaten worden

Lezen: Jesaja 1 : 1 – 9  

Zaterdag 28 november 2020          Jesaja 1 : 4

(HSV) [4] Wee het [1]zondige volk, volk van zware ongerechtigheid, nageslacht van kwaaddoeners, kinderen die verderf aanrichten, Zij hebben de HEERE verlaten, de Heilige van Israël verworpen, zij zijn vervreemd, van achter Hem vandaan.

(BGT) [4] Volk van Israël, het gaat niet goed met jullie. Jullie zijn slecht en doen steeds verkeerde dingen. Jullie zijn niet trouw aan de Heer. Jullie hebben geen eerbied meer voor de heilige God. Jullie zijn weggegaan bij de Heer, en jullie denken niet meer aan hem.

Aantekening

Jesaja 1 : 4  >  Wee  is een uiting van leed en verontwaardiging. zondige. Jesaja’s brede woordenschat bevat verschillende suggestieve woorden voor zonde (hier vertaald als ongerechtigheid en verderf) om het volk zijn ware aard te tonen. de Heilige van Israël. Jesaja’s karakteristieke benaming van God, die komt bij hem 25 keer voor, en verder in het Oude Testament zelden. Het typeert een centraal begrip in Jesaja’s gedachtengoed, mogelijk ontleend aan de uitroep van de serafs in Jesaja 6:3: ‘Heilig, heilig, heilig! Toen Jesaja God zo hoog verheven in oneindige heiligheid zag, vormde dit zijn besef van God als de Heilige, Die rechtvaardig is (Jesaja 5:16), onvergelijkelijk (Jesaja 40:25), Verlosser (Jesaja 47:4), verheven (Jesaja 57:15), en Die Zichzelf aan Israël heeft gegeven. Wie de Heilige van Israël veracht, veracht in de praktijk alles wat God en Goddelijk is. vervreemd, van achter hem vandaan.Hun achterstand kunnen ze niet herstellen.

Titel  >>>>  Dit profetenboek is genoemd naar de profeet Jesaja. Jesaja betekent ‘de Heere redt’ of ‘de verlossing is van de Heere’.

Auteur  >>>>  Jesaja wordt de ‘zoon van Amoz’ genoemd (1:1). Hij was getouwd en woonde in Jeruzalem. We weten uit Jesaja 7:3 en 8:3 dat hij ten minste twee zonen had. Een oude Joodse traditie vertelt ons dat Jesaja van koninklijke komaf was. In elk geval weet hij goed de weg aan het hof en mag hij zomaar bij koningen binnenlopen.

Datering  >>>>  In het eerste vers van het boek Jesaja lezen we dat hij profeteerde tijdens de regeringsperiode van de koningen Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia. ‘In het jaar dat koning Uzzia stierf’ werd Jesaja door de Heere tot profeet geroepen (Jesaja 6:1), dat moet ongeveer 740 voor Christus zijn geweest. We weten dat Jesaja nog leefde toen de Assyrische Sanherib stierf, en dat was 681 voor Christus (Jesaja 37:38). 


[1]  Psalm 78:8; Jesaja 57:3

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Christelijk sociaal

Lezen: Mattheüs 25 : 36 – 45  

Vrijdag 27 november 2020             Mattheüs 25 : 40

(HSV) [40] En de Koning zal hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: [1]voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan.

(BGT) [40] Dan zal de Mensenzoon tegen hen zeggen: ‘Luister goed naar mijn woorden: Elke keer dat jullie iets goeds deden voor één van de gelovigen die hier naast mij staan, deed je iets goeds voor mij.’

Aantekening

Mattheüs 25 : 40  >  In deze gelijkenis moeten we onder Jezus’ geringste broedershoogstwaarschijnlijk Zijn armste discipelen verstaan en in ruimere zin alle gelovigen. De ‘schapen’ worden geprezen om hun grote mededogen voor degenen in nood: de hongerige, dorstige, vreemdeling, naakte, zieke en gevangene. De rechtvaardigen zullen het Koninkrijk beërven, niet om hun werken van barmhartigheid, maar omdat hun gerechtigheid uit een bekeerd hart voortkomt als gevolg van Jezus’ verkondiging van het Koninkrijk. Dit blijkt uit hun mededogen voor de ‘geringste broeders’. In hun zorg voor de armen ontdekken de rechtvaardigen dat zij hun barmhartigheid aan de armen eigenlijk aan Jezus Zelf bewijzen (hebt u dat voor Mij gedaan).

Geef jij Jezus te eten?            Mattheüs 25 : 31 – 46          (Uit de Vrouwen Bijbel)

Als wij eens voor de rechterstoel van Jezus staan, vraagt Hij naar ons geloof. Hij rekent ons uit genade als rechtvaardigen door het geloof in Hem (Romeinen 5:1). We worden goedgekeurd en vrijgesproken.

Maar dat lezen we hier niet. Jezus opent de deur van Zijn Koninkrijk voor mensen die Hem eten en kleding gaven, en die Hem verzorgden toen Hij ziek was. Dat deden ze onbewust. Ze waren liefdevol begaan met mensen die hulp en aandacht nodig hadden, en hielpen als vanzelfsprekend. Jezus zegt dat ze die aandacht aan Hemzelf hebben gegeven. Betekent het dat zij hiermee de hemel hebben verdiend? Welnee, dat kan nooit. Alleen door genade worden we zalig. Maar de liefde tot de mensen in nood is wel een kenmerk van willen leven uit die genade.

Zijn mannen misschien weer in het nadeel? Zieke mensen bezoeken, een gezin waar honger is helpen, dat doen vrouwen gemakkelijker. Maar laten we ons niet in een slachtofferrol plaatsen. Want waarin wij zwak zijn, daarin wil God ons helpen. Vraag Hem om oprechte liefde voor mensen om je heen. Dan ga je hun nood zien. Dan ga je eten geven waar honger is. Wonderlijk: zodoende geef je Jezus Zelf te eten!

Handen van Jezus            Mattheüs 25 : 40. 45               (Uit de Vrouwen Bijbel)

Van een Christusbeeld in Berlijn werden in de oorlog de handen eraf geschoten. Een Jezus zonder handen kan niets doen, leek het beeld te zeggen. Totdat iemand erbij schreef: ‘Meine Hände bist du.’ (Mijn handen ben jij.) Wij zijn de handen van Jezus. Ervaar je dat ook zo in je eigen leven? Tastbaar en zichtbaar kunnen we Jezus aan anderen laten zien, zoals uit de voorbeelden blijkt. Je Vader ziet het en hecht er veel waarde aan! Hij beloont het met Zijn eeuwige aanwezigheid.


[1]  Spreuken 19:17; Mattheüs 10:42; Markus 9:41; Johannes 13:20; 2 Korinthe 9:6

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      De volle honderd procent

Lezen: Mattheüs 25 : 14 – 30  

Donderdag 26 november 2020     Mattheüs 25 : 20 – 23

(HSV) [20] En degene die de vijf talenten ontvangen had, kwam en bracht nog vijf talenten bij hem, en hij zei: Heer, vijf talenten hebt u mij gegeven; zie, nog vijf talenten heb ik aan winst gemaakt.

     [21] Zijn heer zei tegen hem: Goed gedaan, goede en trouwe dienaar, [1]over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; ga in, in de vreugde van uw heer.

     [22] En degene die de twee talenten ontvangen had, kwam ook naar hem toe en zei: Heer, twee talenten hebt u mij gegeven, zie, twee andere talenten heb ik aan winst gemaakt.

     [23] Zijn heer zei tegen hem: Goed gedaan, goede en trouwe dienaar, over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; ga in, in de vreugde van uw heer.

(BGT) [20] De dienaar die een miljoen gekregen heeft, komt bij de heer. Hij geeft hem ook het tweede miljoen en zegt: ‘Heer, u gaf mij één miljoen. Kijk, ik heb er één miljoen bij verdiend.’  [21] Dan zegt de heer tegen hem: ‘Uitstekend! Jij bent een goede en trouwe dienaar. Je hebt trouw gezorgd voor een klein bedrag. Daarom krijg je de leiding over grote en belangrijke zaken. Kom nu naar mijn feest.’[22] Ook de dienaar die een half miljoen gekregen heeft, komt bij de heer. Hij zegt: ‘Heer, u gaf mij een half miljoen. Kijk, ik heb er een half miljoen bij verdiend.’  [23] Dan zegt de heer tegen hem: ‘Uitstekend! Jij bent een goede en trouwe dienaar. Je hebt trouw gezorgd voor een klein bedrag. Daarom krijg je de leiding over grote en belangrijke zaken. Kom nu naar mijn feest.’

Aantekening

Mattheüs 25 : 20 – 23  >  Goed gedaan, goede trouwe slaaf. Beide slaven kregen dezelfde lofuiting, waaruit blijkt dat het er niet om ging hoeveel ze verdiend hadden, maar om de trouw waarmee ze hun gaven en mogelijkheden hadden benut.


[1]  Mattheüs 24:45; Lukas 12:42

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Wees goed voorbereid: controleer je oliepeil

Lezen: Mattheüs 24 : 45 – 25 : 13  

Woensdag 25 november 2020        Mattheüs 25 : 9 – 10

(HSV) [9] Maar de wijzen antwoordden: In geen geval, anders is er misschien niet genoeg voor ons en u. Ga liever naar de verkopers en koop olie voor uzelf.

     [10] Toen zij weggingen om olie te kopen, kwam de bruidegom; en zij die gereed waren, gingen met hem naar binnen naar de bruiloft, en de deur werd gesloten.

(BGT)  [9] Maar de verstandige meisjes zeggen: ‘Nee, we hebben alleen genoeg voor onszelf. Ga maar ergens olie kopen voor je lampen.’

     [10] De vijf meisjes gaan op weg om olie te kopen. Intussen komt de bruidegom. De vijf meisjes die klaarstaan, gaan met hem mee. Zij mogen naar binnen op het feest. Daarna gaat de deur dicht.

Aantekening

Mattheüs 25 : 9 – 10  >  niet genoeg voor ons en u. Fakkels moeten af en toe opnieuw in olie gedrenkt worden. zij die gereed waren. Ieder is voor zichzelf verantwoordelijk om gereed te staan om met de bruidegom naar het feestmaal te gaan.

Gesloten                       Mattheüs 25 : 10          (Uit de Mannen Bijbel)

Jezus haalt wel zijn voorbeelden uit het dagelijks leven, maar Hij verandert vaak een aantal details. Juist die wijzingen zijn dan van groot belang om te begrijpen wat Hij bedoelt. De gelijkenis met de vijf wijze en vijf dwaze meisjes is een voorbeeld van enkele verrassende wendingen. Daar is allereerst het uitblijven van de bruidegom, nog overtroffen als bijzondere ervaring door het feit dat de deur van de bruiloftszaal op slot gaat. Dat is voor oosterlingen met hun gevoel voor gastvrijheid bijzonder. Het maakt de ernst van de gelijkenis nog indringender: bij Gods Koninkrijk valt een keer de deur in het slot, om allen buiten te houden die niet mogen worden toegelaten.

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Hemeltaal

Lezen: Psalm 97  

Dinsdag 24 november 2020            Psalm 97 : 6

(HSV) De hemel verkondigt Zijn gerechtigheid

           en alle volken zien Zijn heerlijkheid.

(BGT) De hemel zegt: ‘God is goed.’

         Alle volken zien Gods macht.

Aantekening

Psalm 97 : 6 – 9  >  Hij is zeer hoog verheven boven alle goden, vereer daarom Hem alleen. Deze verzen houden zich bezig met de valse eredienst onder de volken, die beelden dienen (vers 7). Zij vergelijken de valse goden met de Heere, Die de allerhoogste over de hele aarde is en hoog verheven boven alle goden (vers 9). De bedoeling is hier niet er zich aan te verlustigen, maar uit te zien naar de tijd dat alle volken … Zijn heerlijkheid zien. Het Oude testament grijpt vooruit op deze tijd (vgl. Numeri 14:21) en verbindt die met de heerschappij van de Davidische Messias (vgl. Jesaja 11:1-10). Er is een algemene verklaring voor heel de mensheid (Psalm 97:6, de hemel verkondigt Zijn gerechtigheid) en eens zal de speciale boodschap van verzoening ook komen tot de heidenvolken (de ‘heerlijkheid’, vgl. aantekening bij Psalm 63:2-3, zie ook Jesaja 40:5). Sion heeft het gehoord en zich verblijd (Psalm 97:8), omdat Gods oordelen (Zijn historische daden die Zijn volk beschermen) de zekerheid bieden dat het doel waarvoor Israël was geroepen, inderdaad wordt bereikt.

Alles verterend vuur             Psalm 97 : 2 – 6            (Uit de Vrouwen Bijbel)

Indrukwekkend zoals hier de komst van God wordt geschilderd. Met deze God valt niet te spotten, Hij zal recht doen op deze aarde en het onrecht uitbannen. Wat doe jij als je bidt: ‘Want van U is het koninkrijk …’?

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Eindtijd

Lezen: Daniël 12 : 5 – 13  

Maandag 23 november 2020          Daniël 12 : 12 – 13

Welzalig is hij die blijft verwachten en duizend driehonderdvijfendertig dagen bereikt. Maar u, ga heen tot het einde, want u zult rusten, en u zult opstaan in uw bestemming, aan het einde van de dagen.[1]

(BGT) Dan maakt God de mensen gelukkig die volhouden tot die slechte tijd voorbij is. Die tijd duurt 1335 dagen. Maar, Daniël, je moet nu gaan. Als je sterft, zul je rust vinden in je graf. Maar als het einde komt, zul je weer gaan leven. Dan zal God je geven wat hij voor jou bestemd heeft.’’

Aantekening

Daniël 12 : 12 – 13  >  Het extra getal van duizenddriehonderdvijfendertig dagen, 45 dagen langer dan de periode van 1290 dagen, vergroot het mysterie dat de tijdsbepaling door de Heere omgeeft. Het benadrukt dat de heiligen gelovig moeten volhouden, zelfs wanneer naar menselijk begrip de komst van God te lang uitblijft. Het antwoord op de vraag ‘wat het einde hiervan is’, is de verzekering van de voortgaande vervolging om de verstandigen te reinigen en te louteren (Daniël 12:10; vgl. 11:33-35), en van de voortgaande boosaardigheid van de goddelozen. Dit komt overeen met het samenhangend handelen van God in deze wereld, gaande van lijden naar heerlijkheid, en het louteren van Zijn volk door beproeving en vervolging, tot aan het martelaarschap toe. Ondertussen moet Gods volk in deze corrupte wereld vol vertrouwen blijven leven, vertrouwend op de erfenis die hun wacht aan het eind van de dagen.

Rust                    Daniël 12 : 12 – 13                 (Uit de Vrouwen Bijbel)

Daniël wil graag weten wanneer de rampspoed voor zijn volk zal eindigen. Maar de man in het linnen vindt het niet nodig dat Daniël dat weet. Er blijven vragen over God gunt nu zijn oude dienstknecht rust, en belooft Daniël dat hij zal opstaan. Wat is het bemoedigend voor ons en de mensen om ons heen als duidelijk is dat we mogen rusten in God.   


[1]  Jakobus 1: [12] Zalig is de man die verzoeking verdraagt, want als hij beproefd gebleken is, zal hij de kroon van het leven ontvangen, die de Heere beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben.

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Geheimhouding

Lezen: Daniël 12 : 1 – 4  

Zondag 22 november 2020             Daniël 12 : 4

Maar u, Daniël, houd deze woorden geheim en verzegel dit boek tot de tijd van het einde. Velen zullen het onderzoeken en de kennis zal toenemen.[1]

(BGT) Daniël, je moet de dingen uit het boek van God geheimhouden. Veel mensen willen weten wat erin staat. Ze zullen er steeds meer van ontdekken. Maar het boek moet dicht blijven totdat het einde van de tijd gekomen is.’

Aantekening

Daniël 12 : 1 – 4  >  De belofte van wederopstanding tot eer of tot smaad. Het volk van God zal niet alleen gelaten worden in de helse beproevingen in de komende tijd. De engel die hen vertegenwoordigt, Michaël, zal opstaan om hen te bevrijden. een benauwde tijd zoals er nog nooit geweest is, is inderdaad een wanhopige rijd. Sommigen leggen een verband met de ‘grote ellende’ (vgl. Openbaring 12:7-14). 

Enige tijd daarna zal de opstanding van de doden plaats vinden. Zij die tijdens hun leven gelovig waren, ieder die gevonden wordt, opgeschreven in het boek (Daniël 12:1; vgl. Johannes 7:10), zal opstaan tot eeuwig leven in heerlijkheid, terwijl de anderen zullen opstaan tot smaad, tot eeuwig afgrijzen (Daniël 12:2; vgl. Johannes 5:28-29). Dit maakt geloof in het hier en nu belangrijk voor de heiligen, zelfs al kost het hun leven (zie Daniël 11:33). Hun uiteindelijk resultaat zal zijn dat zij helder zullen blinken … als de sterren, voor eeuwig en altijd (Daniël 12:3). 

In de tussentijd echter (Daniël 12:4) kreeg Daniël de opdracht: houd deze woorden geheim en verzegel dit boek, zowel omdat de inhoud niet volledig begrijpelijk was, alsook om ze veilig te bewaren om gelezen te worden door toekomstige generaties van het volk van God. De wijzen zullen weten waar Zijn wijsheid te vinden is, terwijl degenen om hen heen tevergeefs naar kennis zullen zoeken (Amos 8:12).


[1]       Openbaring 5 : [1] En ik zag in de rechterhand van Hem Die op de troon zat, een boekrol, vanbinnen en vanbuiten beschreven, verzegeld met zeven zegels.

     [2] En ik zag een sterke engel, die met luide stem uitriep: Wie is het waard de boekrol te openen en zijn zegels te verbreken?

     [3] Maar er was niemand in de hemel en ook niet op de aarde of onder de aarde die de boekrol kon openen of hem inzien.

     [4] En ik huilde erg, omdat er niemand werd gevonden die het waard was die boekrol te openen, te lezen of in te zien.

     [5] En een van de ouderlingen zei tegen mij: Huil niet. Zie, de Leeuw Die uit de stam van Juda is, de Wortel van David, heeft overwonnen om de boekrol te openen en zijn zeven zegels te verbreken.

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Zelfoverschatting

Lezen: Daniël 11 : 36 – 45  

Zaterdag 21 november 2020          Daniël 11 : 36 – 39

Die koning zal handelen naar eigen goeddunken. Hij zal zich verheffen en zich groot maken boven elke god. Hij zal tegen de God der goden [1]wonderlijke dingen spreken. Hij zal voorspoedig zijn tot de gramschap voltrokken is. Want wat vast besloten is, zal gebeuren. En hij zal niet letten op de goden van zijn vaderen, en ook niet op het verlangen van de vrouwen. Hij zal op geen enkele god letten, maar zichzelf boven alles groot maken. En hij zal de god van de vestingen in zijn standplaats eren. Hij zal namelijk de god die zijn vaderen niet gekend hebben, eren met goud, met zilver, met edelgesteente en met kostbaarheden. Hij zal versterkte vestingen maken samen met die vreemde god. Voor hen die hij zal kennen, zal hij de eer laten toenemen en hen laten heersen over velen en hij zal het land uitdelen als beloning.

(BGT) De koning van het Noorden zal doen wat hij zelf wil. Trots zegt hij dat hij belangrijker is dan de goden. En hij zegt slechte dingen over de allerhoogste God. Het zal eerst een tijd goed met hem gaan. Maar dat is voorbij als God niet langer kwaad is op zijn volk. En die tijd zal zeker komen. De koning van het Noorden voelt zich belangrijker dan de goden. Hij heeft voor geen enkele god respect. Niet voor de god van zijn voorouders. Ook niet voor de god tot wie vrouwen graag bidden. Hij kiest voor een andere, onbekende god: de god van de hoofdstad. Die bedankt hij met goud, zilver en edelstenen. Met hulp van die god strijdt hij tegen sterke steden. Hij behandelt de mensen die in zijn god geloven, met veel respect. Hij beloont hen met grote stukken land. Hij laat hen regeren over veel mensen.

Aantekening

Daniël 11 : 36  >  Tegen het einde van de profetie lijkt het blikveld te verschuiven en zich te richten op een situatie die de vervolging onder Antiochus IV nog te boven gaat. De rest van het hoofdstuk zou dan betrekking hebben op de ‘antichrist’ (door velen gezien als de figuur in 2 Thessalonicenzen 2:3-4; Openbaring 13:5-8). Hoewel Antiochus IV machtig was, was hij maar tot op zekere hoogte in staatnaar eigen goeddunken te handelen, omdat de Romeinen veel machtiger waren dan hij.

Daniël 11 : 37 – 38  >  Antiochus IV zag zichzelf als een God, zoals zijn bijnaam ‘Epifanes’ (‘de zichtbaar geworden god’) en zijn muntgeld duidelijk maken (zie aantekening bij [2]Daniël 8:25). Maar het is de vraag of hij de profetie zichzelf boven alles groot maken vervulde. Hij lette niet op de goden van zijn vaderen, inclusief Apollo, en toonde geen eerbied voor het verlangen van de vrouwen,mogelijk de god Adonis of Dionysius. In plaats daarvan vereerde hij Zeus, een god die militaire macht verbeeldde. Maar al deze goden behoorden tot het Griekse pantheon, en dus is het maar de vraag in hoeverre Antiochus ‘de goden van zijn vaderen’ verlaten had. Zo iemand zou de god van de vestingen(d.w.z. van militaire kracht en macht) vereren en zou kwistig geld uitgeven (met goud, met zilver, met edelgesteente en met kostbaarheden) om zijn macht te versterken.

Daniël 11 : 39  >  Deze passage spreekt mogelijk over een toekomstige koning die een uitvergrote versie zou zijn van Antiochus IV Epifanes, iemand die waarlijk ‘zal handelen naar eigen goeddunken’, die versterkte vestingen zal maken en zijn volgelingen zal laten heersen over velen. Vele exegeten zien hierin ook een voorspelling van de antichrist, die zij verbinden met de ‘kleine hoorn’ uit hoofdstuk 7 en de vorst uit hoofdstuk 9:26 die zal komen. Het Nieuwe Testament heeft op verschillende wijzen naar hem verwezen (‘de mens van de wetteloosheid’, 2 Thessalonicenzen 2:3-12; ‘antichrist’, 1 Johannes 2:18; ‘het beest’, Openbaring 11:20).


[1]  Daniël 7:25

[2]  Daniël 8:25 >>> Ja, tegen de Vorst de vorsten zal hij opstaan. Deze titel verwijst naar God en toont de opstandigheid van Antiochus IV  tegen de legitieme soevereiniteit van God. Op de achterkant van de munten van Antiochus staat zelfs de tekst ‘de zichtbaar geworden god’ (Grieks theos epiphanës; zie aantekening bij Daniël 11:37-38), wat waarschijnlijk betekent dat hij van mening was dat hij de aardse vertegenwoordiger van de goden was.