Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Zondag 31 maart 2019 – Filippenzen 1:6

Ik vertrouw erop dat Hij Die in u [1]een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus.

(BGT) Eén ding weet ik heel zeker: God maakt nieuwe mensen van jullie. Hij is daar al mee begonnen, en op de dag dat Jezus Christus terugkomt, zullen jullie volmaakt zijn.

Aantekening

Filippenzen 1 : 6 >  Paulus is er van overtuigd dat God met de Filippenzen bezig is. De basis voor geestelijke groei ligt in de erkenning dat het God is Die een goed werk in hen begonnen isen dat Hij datook voltooien zal.Echte geestelijke groei is geworteld in dat wat God gedaan heeft, in wat Hij doet en in wat Hij nog zal doen. Zijn trouw is de garantie dat Hij met de gelovigen zal zijn tot de wederkomst van Christus (de dag van Jezus Christus;vgl. Filippenzen 2:16; 1 Thessalonicenzen 5:2-11; 2 Petrus 3:10-13; Openbaring 20:11-21:8). Zij mogen erop vertrouwen dat de God Die hen gered heeft, hen niet los zal laten en dat zij hun eeuwig loon zullen ontvangen.

Aantekeningen Studiebijbel in Perspectief

Filippenzen 1 : 6 >  Christus Jezus: Paulus merkt dat God reddend bezig is bij zijn lezers (ze zijn vrijgevig, 1:5, ze houden vol als ze beproefd worden, 1:28). Als God begonnen is hen zijn heil te schenken, zal hij zijn werk ook afmaken (zie 1 Kor. 1:8). De Filippenzen van hun kant moeten aansluiten bij wat God in hen aan het voltooien is, en van hun kant ervoor zorgen dat dit heil ook vrucht draagt (2:12). Op deze manier begrijpen we ook de vele aansporingen dat ze zich moeten inspannen om het goede te doen.


[1]  Johannes 6:29; Joh 1:3

Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Zaterdag 30 maart 2019 – Hebreeën 4:12-13

Want het Woord van God is levend en krachtig en scherper [1]dan enig tweesnijdend zwaard, en het dringt door tot op de scheiding van ziel en geest, van gewrichten en merg, en het oordeelt de overleggingen en gedachten van het hart.[2]En er is geen schepsel onzichtbaar voor Hem, maar alles ligt naakt en ontbloot voor de ogen van Hem aan Wie wij rekenschap hebben af te leggen.

(BGT)  De woorden van de levende God zijn krachtig. Ze dringen diep door in ons hart, nog dieper dan een scherp zwaard. Want God weet wat ons van binnen bezighoudt. En hij beoordeelt onze gedachten en verlangens. God ziet iedereen. Niets en niemand blijft voor hem verborgen. Vergeet dat niet, want hij zal over ons rechtspreken.

Aantekening

Hebreeën 4 : 12 – 13 >  De waarschuwing gaat verder: ongelovige ongehoorzaamheid blijft niet onopgemerkt. het Woord van God. Meestal staat het ‘Woord’ on Hebreeën in samenhang met zaligheid (Hebreeën 13:7; vgl. 4:2), maar hier is het ‘Woord’ de openbaring van God Zelf: levend, krachtig en scherp. Het dringt door, oordeelt (vers 12) en heeft ogen waarvoor niets onzichtbaar is (vers 13). Het Woord van God handelt als God Zelf, Die de diepste overleggingen en gedachten … ontbloot.Dit gebeurt voortdurend in een christenleven. 

Aantekeningen Studiebijbel in Perspectief

Hebreeën 4 : 12 >  levend: want het is het woord van de levende God (zie 3:12), geopenbaard door zijn Zoon (1:2) die ook levend is (7:25). krachtig: vanwege de vruchten die het draagt (Ps. 107:20; Jes. 55:11; Ef. 5:26; Jak. 1:18; 1 Petr. 1:23). tweesnijdend zwaard: zie Ef. 6:17; Op. 1:16; 2:12). het dringt … elkaar raken: anderen vertalen: ‘het dringt door tot het diepst van het wezen, zelfs om te bereiken ziel en geest, been en merg.’ Zie 1 Tes. 5:23 en aantekening. Dit is werkelijk het woord van de rechtvaardige rechter aan wie niets ontgaat.


[1]  Prediker 12:11; Jesaja 49:2; Efeze 6:17

[2]  Psalm 33:13

Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Vrijdag 29 maart 2019 – Psalmen 70:5

Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen die U zoeken; laat wie Uw heil liefhebben, voortdurend zeggen: Laat God groot gemaakt worden!

(BGT) Maar geef vreugde aan mensen die bij u willen zijn.Laat ze op u vertrouwen en steeds weer zeggen:‘God is machtig!’

Aantekening

Psalm 70 : 5 – 6 >  Laat in U vrolijk en verblijd zijn allen die U zoeken. Deze strofe resoneert de eerste strofe op verschillende manieren. Allereerst: die U zoeken(vers 5) steekt schril af tegen ‘wie mij naar het leven staan’ (vers 3): dit zijn overduidelijk twee tegengestelde groepen. Vervolgens weerklinkt in kom spoedig(vers 6) het ‘haast U’ uit vers 2, terwijl Hulp en Bevrijder (vers 6) terugslaan op ‘redden’ en ‘kom te hulp’ (vers 2) in omgekeerde volgorde (het Hebreeuws gebruikt twee synoniemen voor bevrijden). In deze strofe identificeert iedere persoon in de zingende gemeente zich met de gelovigen in Israël (d.w.z. die God zoeken en Zijn redding liefhebben) en bidt dat heel de gemeente van de gelovigen vrolijk en verblijdzal zijnin God, wanneer zij de redding ziet van degene die in moeilijkheden verkeerde. Die was ellendig en armen dus sociaal machteloos. Daarom is zijn redding een overtuigend bewijs dat God Zijn beloften waarmaakt.  

Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Donderdag 28 maart 2019 – Efeze 2:19-21

Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is, en op Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, verrijst tot een heilige tempel in de Heere.

(BGT)  Vroeger waren jullie vreemdelingen, en hoorden jullie niet bij het volk van God. Maar dat is veranderd. Jullie horen er nu wel bij. Jullie zijn Gods kinderen, samen met de andere christenen.Alle christenen samen vormen een eenheid: de heilige kerk van Christus. Je kunt het vergelijken met een gebouw. Het fundament van het gebouw is dan de boodschap van de apostelen en de profeten. Jullie zijn de stenen in de muren. En de belangrijkste steen, die het hele gebouw op zijn plaats houdt, dat is Jezus Christus. Hij zorgt ervoor dat de kerk groeit.

Aantekening

Efeze 2 : 19  >  Zo … dan.Christenen moeten weten en overtuigd zijn van wie zij zijn als heiligen en huisgenoten van Godom in overeenstemming met hun identiteit te kunnen leven. vreemdelingen. Net als in vers 12 (‘burgerschap’) gebruikt Paulus een term die gebruikelijk was in de politiek in oude steden als Efeze. Vreemdelingen (ook vers 12) waren buitenlanders die geen rechten of voorrechten hadden (zie Handelingen 16:20-23); bijwoners waren mensen van buiten de stad die in de stad verbleven en bepaalde voorrechten kregen als buren. Alleen (mede)burgersgenoten alle volledige bescherming en alle rechten van de stad (zie Handelingen 21:39).

Efeze 2 : 20  >  gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten.Er zijn verschillende opvattingen over de apostelen en profeten naar hier verwezen wordt: (1) Sommigen denken dat zij een ‘fundament’ waren omdat zij de woorden van God Zelf spraken, en sommigen van hun woorden vormden de boeken van het Nieuwe Testament. Omdat een ‘fundament’ maar één keer wordt gelegd (d.w.z. aan het begin van de gemeente), zijn er tegenwoordig geen apostelen of profeten meer. Hun taak, het spreken van de woorden van God, is overgenomen door de geschreven Bijbel, het fundament van vandaag. (2) Anderen beargumenteren dat deze ‘profeten’ nauw verbonden zijn met de apostelen in de zinsnede ‘de apostelen en profeten’, en dat dit niet gaat over iedereen die in de Vroege Kerk een gave van profetie had.* Het was een kleine groep die nauw samenwerkte met de apostelen (of het was dezelfde groep als de apostelen) aan wie God het geheimenis van de insluiting van de heidenen in de gemeente had geopenbaard (zie Efeze 3:5, waar dezelfde zinsnede ‘apostelen en profeten’ voorkomt). In dit geval waren gewone christenen met de gave van profetie in Efeze (4:11) en andere gemeenten (vgl. Handelingen 11: 27; 19:6; 21:9-10; Romeinen 12:7; 1 Korinthe 12:10; 1Thessalonicenzen 5:19-21; 1 Timotheüs 1:18; 4:14) niet een deel van het ‘fundament’ maar een deel van de rest van het bouwwerk (de gemeente). Dit zou zo blijven zolang de gemeente gebouwd werd. (3) Tot slot denken sommigen dat de ‘profeten’ hier de oudtestamentische profeten zouden zijn, hoewel dezelfde woorden in Efeze 3:5 verwijzen naar profeten van het nieuwtestamentische tijdperk. hoeksteen.De beslissende steen op de hoek van het fundament die ervoor zorgt dat een stenen gebouw recht en stabiel is. Er wordt ook wel gedacht aan de sluitsteen van een gewelf of de laatste steen aan de bovenrand van het huis.

Efeze 2 : 21  >  samengevoegd.Christenen zijn samen de tempel van God; een deel van de zichtbare gemeente zijn is voor volgelingen van Christus dus geen eigen keuze. heilige tempel.Waar God Zijn volk ontmoet in vreugdevolle aanbidding en gemeenschap. Gelovigen hoeven tegenwoordig niet in Jeruzalem te aanbidden, omdat zij zelf de nieuwe tempel van God zijn geworden (zie Johannes 4:21).  

Aantekeningen Studiebijbel in Perspectief

Efeze 2 : 19gasten: het Griekse woord doelt op vreemdelingen die toestemming hadden om als emigranten in Palestina te wonen, maar die geen burgerrecht hadden.

Efeze 2 : 20> op het fundament van de apostelen: zie Op. 21:14. Andere vertaling: ‘op het fundament dat gelegd is door de apostelen’. en profeten: de apostelen zijn dan niet dezelfde als de profeten (zie 4:11, 12). Andere vertaling: ‘van de apostelen, zijn profeten, met …’ in dit laatste geval hebben de apostelen de rol van profeet en geven zij wat God openbaart door (3:5; zie 2 Kor. 1:1). de hoeksteen: zie Mat. 21:42.

Efeze 2 : 21> het hele gebouw: het beeld van een gebouw dat ‘groeit’ (zie 4:16 waar hetzelfde woord gebruikt wordt om de groei van een lichaam aan te geven) duidt erop dat de Geest van Christus actief en vol energie aanwezig is in de gemeente. Bij een deel van het Joodse volk leefde de verwachting dat er een nieuwe tempel gebouwd zou worden. Welnu, deze nieuwe tempel is Gods volk zelf.

Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Woensdag 27 maart 2019 – 1 Thessalonicenzen 5:8-9

Maar laten wij, die van de dag zijn, nuchter zijn, [1]bekleed met het borstharnas van geloof en liefde, en met de hoop op de zaligheid als helm. Want God heeft ons niet bestemd tot toorn, maar tot het verkrijgen van de zaligheid, door onze Heere Jezus Christus.

(BGT) Maar wij horen bij de dag. We moeten dus helder blijven denken. En we moeten op alles voorbereid zijn, net als soldaten die een harnas en een helm dragen. Ons harnas, dat is ons geloof en onze liefde voor elkaar. En onze helm, dat is ons vertrouwen. Want we vertrouwen erop dat we gered worden door onze Heer Jezus Christus. God wil ons niet straffen, maar redden!

Aantekening

1 Thessalonicenzen 5 : 8 >  borstharnas … helm.Paulus maakt gebruik van Jesaja 59:17, waar de Heere wordt afgeschilderd als een strijder met een wapenrusting. Hier worden christenen, als degene die bestemd zijn om op de laatste dag aan de zijde van de Heere te staan, opgeroepen om Zijn wapenrusting aan te trekken (zie Efeze 6:10-20). geloof en liefde … hoop.Het drietal fundamentele christelijke eigenschappen (zie 1 Korinthe 13:13; 1 Thessalonicenzen 1:3).

1 Thessalonicenzen 5 : 9 >  Wantverbindt dit vers ofwel met vers 6-8 in het algemeen ofwel met de specifieke aansporing in vers 8 om de helm van de hoop op de zaligheid op te zetten. Paulus herhaalt wat hij in vers 4 zei: de Thessalonicenzen hoeven zich nergens zorgen over te maken, omdat zij bij de wederkomst niet bestemd zijn tot toorn,maat tot zaligheid.


[1]  Jesaja 59:17; Efeze 6:14 enz.

Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Dinsdag 26 maart 2019 – Jeremia 10:6-7

Niemand, HEERE, is[1]U gelijk, groot bent U en groot is Uw Naam in sterkte. [2]Wie zou U niet vrezen, Koning van de heidenvolken? Want dat komt U toe. Immers, onder al de wijzen van de heidenvolken en in heel hun koninkrijk is niemand U gelijk.

(BGT) Heer, er is niemand zoals u! U bent een machtige God. Iedereen moet u eren omdat u machtig bent. U bent de koning van alle volken, u verdient eerbied van alle mensen. Er zijn op aarde veel machtige en wijze mensen. Maar er is niemand zo machtig en wijs als u.

Overdenking

Boven dit gedeelte van Jeremia waar de dagtekst van vandaag in staat, lezen we waar het over gaat. De Heere en de afgodenJeremia spreekt hier het woord van de Heere tot het huis van Israël. Hij begint met de woorden: Zo zegt de HEERE.

Omdat de belangrijkste zonde van Juda hier de afgoderij is, wil God straffen. Jeremia geeft de waarschuwing door, dat ze niet de praktijken van de heidenvolken moeten overnemen, zoals natuurverschijnselen als zonsverduistering en kometen te koppelen aan verering van afgoden. De afgoden zijn gemaakt door mensenhanden, ze kunnen niet spreken en handelen. De afgoden dienen is onzinnig. Eerst vermeld Jeremia hier nog hoe de afgoden tot stand komen, waarvan ze zijn gemaakt en hoe ze bekleed worden. Dan zegt Jeremia hier wie de werkelijke God is (onze dagtekst). In vers 8 gaat Jeremia verder met het vermelden waarom ze dom zijn. Wie wil nu onderwijs ontvangen van deze houten beelden. Al zijn de beelden ook door de beste vakmensen gemaakt en bekleed met de beste materialen, het blijft mensen werk. Allen de Heere is Waarheid, Hij is de enige levende God, en eeuwige Koning. Voor Zijn toorn beeft de aarde, en de heidenvolken kunnen zijn gramschap niet verdragen. Jeremia gaat verder met het vertellen dat de afgoden die niet de hemel en aarde gemaakt hebben zullen vergaan. De Heere grondveste (schiep) de wereld. Als Zijn stem klinkt dan klinkt er gedruis van wateren aan de hemel en dat doet dampen opstijgen van het einde van de aarde. En Jeremia gaat verder met het beschrijven van wat de Heere door Zijn stem heeft teweeggebracht. De mens is nietig zonder de wijsheid van God, vooral als de buigen voor de afgoden. God is de schepper en geeft wijsheid.      

Aantekening

Jeremia 10 : 1 – 16> > Juda bedrijft afgoderij.Afgoderij blijft de belangrijkste zonde die God wil straffen, die snijdt de mensen af van hun enige ware Bron van behoud en leiding. Juda moet de afgoden verwerpen (Jeremia 10:1-5), want alleen de Heere is God (Jeremia 10:6-10) en Jeremia 10:11-16).

Aantekeningen Studiebijbel in Perspectief

Jeremia 10 : 6 >  Zie Exodus 15:1; Deuteronomium 6:4 en aantekening; Psalm 86:8; 6-8; 10 ontbreekt in de oude Griekse vertaling en in een Hebreeuws handschrift uit Qumran. Bovendien staat vers 5 daar na vers 9.

Jeremia 10 : 7 >  Vgl. Openbaring 15:4.


[1]  Psalm 86:8, 10

[2]  Openbaring 15:4

Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Maandag 25 maart 2019 – 1 Korinthe 13:12-13

[1]Nu immers kijken wij door middel van een spiegel in een raadsel, maar dan zullen wij zien van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik ten dele, maar dan zal ik kennen, zoals ik zelf gekend ben. En nu blijven geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.

(BGT) Nu zien we God nog niet. We merken wel dat hij er is, maar we zien hem niet. Maar straks, in de nieuwe wereld, zullen we God zien met onze eigen ogen. Nu weten we nog lang niet alles over God. Maar dan zullen we hem echt kennen, zoals hij ons nu al kent.Dit is dus waar het om gaat: geloof, vertrouwen en liefde. Dat moet steeds het belangrijkste in ons leven zijn. Maar het allerbelangrijkste is de liefde.

Aantekening

1 Korinthe 13 : 12 >  van aangezicht tot aangezicht verwijst mogelijk naar de wederkomst van Christus. (Het Oude Testament gebruikt deze uitdrukking als het gaat om God persoonlijk te zien; vgl. Genesis 32:30; Exodus 33:11; Deuteronomium 5:4; 34:10; Richteren 6:22; Ezechiël 20:35.) Dan zullen we de geestelijke gaven van onze tijd niet meer nodig hebben.

1 Korinthe 13 : 13 >  geloof, hoop en liefde.Het verband tussen deze drie christelijke waarden is een veelvoorkomend thema in de brieven van Paulus. Zie Romeinen 5:1-5; Galaten 5:5-6; Efeze 4:2-5; Kolossenzen 1:4-5; 1 Thessalonicenzen 1:3; 5:8.

Aantekeningen Studiebijbel in Perspectief

1 Korinthe 13 : 13 Ons resten: in dit leven leiden ‘geloof, hoop en liefde’ ons binnen in de blijvende werkelijkheid, die we met onze huidige kennis nu nog slechts wazig en beperkt kennen (v. 12). Daarom krijgen de gelovigen in de diverse gemeenten nergens in de nieuwtestamentische brieven het verwijt te horen dat ze een bepaalde bijzondere gave niet bezitten, maar worden ze wél onophoudelijk aangespoord te geloven, te hopen en lief te hebben.


[1]  2 Korinthe 3:18

Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Zondag 24 maart 2019 – 2 Timotheüs 1:14

Bewaar door de Heilige Geest, Die in ons woont, het goede pand, dat u toevertrouwd is.

(BGT)  Verdedig de uitleg van het goede nieuws, die ik je geleerd heb. De heilige Geest, die in ons is, zal je helpen.

Aantekening

2 Timotheüs 1 : 14  >  het goede pand, dat u toevertrouwd is.Het Evangelie in de ruimste betekenis, de totale inhoud van het christelijk geloof. (Vgl. aantekening bij 2 Timotheüs 1:12).

2 Timotheüs 1 : 12  >  Daarom moet ik veel lijden. Maar daar schaam ik mij niet voor! Want ik ken de God op wie ik vertrouw. Hij zorgt ervoor dat mijn uitleg van het goede nieuws verdedigd wordt tot de dag dat Christus terugkomt. Ik weet zeker dat God de macht heeft om dat te doen.

Aantekening

2 Timotheüs 1 : 12  >  Paulus lijdt (daarom onderga ik ook) vanwege zijn voortdurende gevangenschap en dreigende dood. mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren(Grieks tën parathëkën mou, ‘mijn pand’). D.w.z. God zal Paulus’ leven bewaren. Anderen lezen hier: ‘wat Hij mij heeft toevertrouwd’, d.w.z. God zal het Evangelie bewaken dat toevertrouwd is aan Paulus. Hoe dan ook, het is dit vertrouwen op God dat Paulus verhindert zich ‘te schamen’. Vgl. aantekening bij 2 Timotheüs 1:14. Zijn vrijmoedigheid komt niet voort uit zelfvertrouwen maar uit Godsvertrouwen (vgl. 2 Korinthe 3:5). tot die dag.Zie 1 Korinthe 3:13; 2 Timotheüs 1:18; 4:8; Hebreeën 10:25.* 

Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Zaterdag 23 maart 2019 – Jesaja 54:4-5

Wees niet bevreesd, want u zult niet beschaamd worden; word niet rood van schaamte, want u zult niet te schande worden. Ja, u zult de schande van uw jeugd vergeten, en niet meer denken aan de smaad van uw weduwschap. Want uw Maker is uw Man, HEERE van de legermachten is Zijn Naam, en uw Verlosser is de Heilige van Israël, de God van heel de aarde zal Hij genoemd worden.

(BGT) Jeruzalem, wees niet bang. Je zult niet nog een keer vernederd worden. Ik zal ervoor zorgen dat je je niet meer hoeft te schamen. Je zult vergeten dat je vroeger in de steek gelaten bent. Je zult er niet meer aan denken. Want ik zal weer bij je terugkomen, zoals een man terugkomt bij zijn eigen vrouw. Ik, de machtige Heer, heb je gemaakt. Ik ben de heilige God van Israël, ik ben de God van de hele aarde. Ik zal je bevrijden.

Aantekening 

Jesaja 54 : 4  >  de smaad van uw weduwschap.Toen God Zich tijdens de Babylonische ballingschap van Zijn ontrouwe volk terugtrok, was dat als een weduwe. Nu belooft God volledig gemoedsherstel (vgl. Jesaja 40:1).

Jesaja 54 : 5  >  De zekerheid van de belofte in vers 4 berust op het wezen van God, Die niet meer God zou zijn als Hij Zijn beloften niet nakwam. Jesaja vindt nauwelijks woorden genoeg om Gods grote zorgzaamheid voor Zijn verzwakte volk uit te drukken.

Aantekeningen Studiebijbel in Perspectief

Jesaja 54 : 4  >  de schande van je jeugd: kennelijk de slavernij in Egypte. je weduwschap: de ballingschap in Babylonië waar Israël, door de HEER verstoten, zo’n weduwe was. V. 4-8 gebruikt het beeld van het huwelijk (zie 50:1).

Jesaja 54 : 5  >  HEER van de hemelse machten: zie 1:9 en aantekening. De Heilige van Israël: zie 1:4 en aantekening. je bevrijder: zie 41:14 en aantekening.

Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Vrijdag 22 maart 2019 – 1 Timotheüs 6:17-19

Beveel de rijken in deze tegenwoordige wereld dat zij niet hoogmoedig zijn, [1]en hun hoop niet gevestigd houden op de onzekerheid van de rijkdom, maar op de levende God, Die ons alle dingen in rijke mate verschaft om ervan te genieten; ook om goed te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig te zijn en bereid om samen te delen. [2]Zo verzamelen zij voor zichzelf een schat: een goed fundament voor de toekomst, opdat zij het eeuwige leven verkrijgen.

(BGT) Vertel de rijke mensen van deze wereld dat ze niet trots moeten zijn. Ze moeten niet vertrouwen op rijkdom, want die kun je makkelijk verliezen. Ze moeten vertrouwen op God. Hij geeft ons meer dan genoeg om van te genieten.Vertel de rijke mensen ook dat ze zo veel mogelijk goede daden moeten doen. En dat ze hun bezit moeten delen met anderen. Zo zijn ze goed voorbereid op de toekomst. Want zo zorgen ze ervoor dat ze het eeuwige leven krijgen.

Aantekening

1 Timotheüs 6 : 17 – 19  >  Opdracht aan de rijken.De opdracht die rechtstreeks tot de rijke gelovigen wordt gericht, kan onverwacht lijken op deze plaats. Hij corrigeert echter het verkeerde inzicht over rijkdom zoals gezien bij de dwaalleraars.* Het bagatelliseren van rijkdommen door te benadrukken dat die alleen voor ‘deze tegenwoordige wereld’ zijn, volgt op passende wijze de bewogen beschrijving van het verschijnen voor God op de laatste dag (1 Timotheüs 6:15-16). De oproep aan de welgestelden om hun rijkdom te gebruiken om zich voor te bereiden op de toekomst, betekent dat de manier waarop zij hun rijkdom gebruiken laat zien of zij gered zijn, of dat zij een grotere beloning in de hemel moeten zoeken, of beide.

1 Timotheüs 6 : 18 >  rijk … in goede werken.De rijken die niet langer hoeven te werken voor de kost, hebben vele mogelijkheden om hun werkdagen door te brengen met het doen van ‘goede werken’ voor anderen en voor de opbouw van de gemeente.


[1]  Markus 4:18; Lukas 8:14

[2]  Mattheüs 6:20; Lukas 12:33; 16:9