Dag tekst – 274 |
Lezen: Micha 6 : 1 – 8
Tekst voor vandaag: Micha 6:8
HSV: [8] Hij heeft u, mens, bekendgemaakt wat goed is. En wat [1]vraagt de HEERE van u anders dan recht te doen, goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God.
Overdenking: Vandaag mogen wij luisteren naar Micha. Wie is Micha? Micha wordt geïdentificeerd met de plaats Moreset, in plaats met zijn vader. (Micha 1:1). Moreset is een klein plaatsje 35 km ten zuidwesten van Jeruzalem. Zijn roeping wordt niet vermeld en hij wordt ook nooit expliciet aangeduid als profeet, maar de bron van zijn kracht wordt uitdrukkelijk toegeschreven aan de ‘Geest van de Heere’. De naam Micha wordt vertaald met: Wie is als de Heere?’ Hier in hoofdstuk 6, horen wij dat de Heere aan het woord is. De Heere roept op om te luisteren naar Hem. zelfs de bergen moeten het horen dat de Heere een rechtszaak voert tegen Israël. De Heere herinnert Israël zijn verbondsrelatie met Hem en vraagt het volk? Wat heb Ik u aangedaan? Waarmee heb Ik u vermoeid? Het antwoord op de twee vragen lezen we in onze tekst voor vandaag. Het volk (en dus ook wij), hoeven niets anders te doen dan: Recht te doen en goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met onze God. Is dat zo moeilijk? Blijkbaar wel, want wij moeten onszelf nederig opstellen en dat is voor ons vaak het moeilijkste. Maar weet een ding, wij hoeven het niet alleen te doen. De Heilige Geest wil ons altijd helpen. Als wij hem met een oprecht hart daarnaar vragen.
NBV-21: [8] Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.
BGT: [8] Maar de Heer heeft jullie al verteld wat hij van jullie verlangt. Hij heeft al bekendgemaakt wat goed is. Hij vraagt alleen dit: Wees eerlijk, rechtvaardig en trouw. En denk niet alleen aan jezelf, maar leef dicht bij God.
[1] Deuteronomium 10: [12] Nu dan, Israël, wat vraagt de HEERE, uw God, van u dan de HEERE, uw God, te vrezen, in al Zijn wegen te gaan, Hem lief te hebben en de HEERE, uw God, te dienen, met heel uw hart en met heel uw ziel,