(HSV) [41] Jezus zei tegen hen: Als u blind was, zou u geen zonde hebben, maar nu u zegt: Wij zien, zo blijft dan uw zonde.
(NBV21) [41] ‘Was u maar blind,’ zei Jezus, ‘dan zou u zonder zonde zijn. Maar u beweert dat u kunt zien, en dus blijft uw zonde.
(BGT) [41] Jezus antwoordde hen: ‘Als jullie blind waren, zouden jullie niet schuldig zijn. Maar jullie beweren dat je kunt zien. En dus blijven jullie schuldig.’
Aantekening
Johannes 9 : 41 Als u blind was. D.w.z. als u niets af wist van Gods woorden en wetten en van Wie Jezus is. zou u geen zonde hebben. Dat betekent natuurlijk niet dat ze dan geen zondige natuur van Adam zouden hebben geërfd, maar dat ze dan geen ‘zonde’ zouden hebben gedaan door Jezus’ onderwijs te bestrijden. Paulus gebruikt in Romeinen 1:18-3:20 een vergelijkbaar argument, nl. dat alle mensen enige kennis van God hebben gekregen (zie Romeinen 1:18-20, 32; 2:14-15).
Blind of ziend? Johannes 9 (Uit de Vrouwen Bijbel)
Jezus zegt dat Hij in de wereld gekomen is om blinden de ogen te openen en zienden de ogen te sluiten. De genezen blinde zag Wie Jezus was en aanbad Hem. Het echte zien is: Jezus aanbidden omdat je mag weten dat Hij God is. Als je denkt te zien en ondertussen met open ogen aan Jezus voorbijloopt, blijf je in je zonde. Hoor je bij de zienden of bij de blinden?
(HSV) [31] En [1]wij weten dat God niet naar zondaars luistert, maar als iemand godvrezend is en Zijn wil doet, naar hem hoort Hij. [32] Door de eeuwen heen is het niet gehoord dat iemand de ogen van een blindgeborene geopend heeft. [33] Als Deze niet van God was, zou Hij niets kunnen doen.
(NBV21) [31] We weten dat God niet naar zondaars luistert, maar wel naar iemand die vroom is en zijn wil doet. [32] Dat iemand de ogen opent van een man die blind geboren is – dat is nog nooit vertoond! [33] Als die man niet van God kwam, zou Hij dit toch niet hebben kunnen doen?’
(BGT) [31] En iedereen weet dat God niet luistert naar slechte mensen. God luistert alleen naar mensen die hem eren, en die doen wat hij wil. [32] Jezus heeft iemand genezen die blind geboren is. Zoiets is nog nooit eerder gebeurd. [33] Dus Jezus moet wel bij God vandaan komen, anders had hij dat niet kunnen doen.’
Aantekening
Johannes 9 : 31 – 33 Het voornaamste motief van de man, dat God niet naar zondaars luistert, sluit aan bij verschillende teksten in het Oude Testament (bv. Psalm 34:16; 66:18; 109:7; 145:19). Zijn nevenmotief, dat nog nooit iemand de ogen van een blindgeborene geopend heeft, wordt bevestigd doordat zoiets noch in het Oude Testament noch in andere bronnen voorkomt. En zijn conclusie (vgl. Johannes 3:2) valt samen met de Joodse gedachte dat wonderen een antwoord waren op gebed.
Standvastig Johannes 9:15-34 (Uit de Vrouwen Bijbel)
De Farizeeën willen niet geloven dat Jezus een wonder heeft gedaan. Onwil verblindt. Ongeloof ook. De Farizeeën zijn zo overtuigd van hun eigen gelijk, dat ze gaan dreigen en schelden. De genezen man is niet onder de indruk van hun commentaar, maar alleen van Jezus. Hij zegt: ‘Eén ding weet ik: dat ik blind was en nu zie’ (Johannes 9:25). Hoe standvastig blijf jij wanneer mensen je geloof proberen onderuit te halen?
[1] Spreuken 15:[29] De HEERE is ver van goddelozen, maar het gebed van rechtvaardigen verhoort Hij.
Spreuken 28:[9] Van hem die zijn oor afkeert van het luisteren naar de wet, is zelfs zijn gebed een gruwel.
Jesaja 1:[15] En wanneer u uw handen uitspreidt, verberg Ik Mijn ogen voor u; ook wanneer u uw gebed vermeerdert, luister Ik niet: uw handen zitten vol bloed.
Micha 3:[4] Dan zullen zij tot de HEERE roepen, maar Hij zal hun niet antwoorden. In die tijd zal Hij Zijn aangezicht voor hen verbergen, omdat zij kwaad gedaan hebben.
(HSV) [22] Dit zeiden zijn ouders [1]omdat zij bevreesd waren voor de Joden; [2]want de Joden waren al overeengekomen dat, als iemand zou belijden dat Hij de Christus was, hij uit de synagoge geworpen zou worden.
(NBV21) [22] Dat zeiden de ouders omdat ze bang waren voor de Joden, omdat die toen al besloten hadden dat ze iedereen die Jezus als de messias zou erkennen uit de synagoge zouden zetten.
(BGT) [22] De ouders zeiden dat omdat ze bang waren voor de Joodse leiders. Want de leiders hadden besloten: ‘Wie gelooft dat Jezus de messias is, mag niet meer in de synagoge komen.’
Aantekening
Johannes 9 : 22 bevreesd … voor de Joden. Niet voor alle Joden, de ouders waren zelf ook Jood. Maar zoals zo vaak in Johannes betekent ‘de Joden’ hier de Joodse leiders, die tegenstanders van Jezus waren, en het gewone volk dat hun leiding volgde (zie aantekening bij Johannes 1:19). synagoge.Zie aantekening bij Lukas 4:16.
Aantekening bij Johannes 1:19getuigenis. Zie aantekening bij Johannes 5:31-47. de Joden. Deze uitdrukking komt in dit evangelie 68 keer voor, soms positief (Johannes 4:22) of neutraal (Johannes 2:6) maar meestal als aanduiding van Jezus’ vijandige Joodse tegenstanders onder de leiders en hun volgelingen. Het betekent gewoonlijk niet alle Joden; Jezus, Johannes de Doper en Johannes zelf waren immers ook Jood. Johannes wil de Joodse lezers van zijn tijd ervan doordringen dat de tegenstand van veel Joodse leiders tegen Jezus al aan het begin van Zijn dienstwerk is begonnen, maar dat dit vele andere Joden er niet van heeft weerhouden Hem te volgen. Op veel plaatsen in Johannes lijkt ‘de Joden’ gewoon een verkorte omschrijving te zijn van ‘de Joden die Jezus tegenstonden’ (zie aantekening Handelingen 9:23). Jeruzalem.
Zie Jeruzalem in de tijd van Jezus. (pagina 1658 – 1659 in HSV studie Bijbel voor een afbeelding). De zwaar versterkte stad Jeruzalem lag boven op een aantal naast elkaar gelegen heuvels in het bergachtige Judea. Daarom was het zelfs voor de Romeinen moeilijk om de stad tijdens de opstand te heroveren, maar ten slotte slaagden zij daarin 70 na Christus na een zware belegering. Het oudste deel van Jeruzalem, ‘de stad van David’ en ‘de berg Sion’ lag ten zuiden van de tempel, maar in de 1e eeuw omringden de stadsmuren ook de nieuwe bovenstad ten westen van de tempel. Naar het oosten toe, aan de overkant van het Kidrondal (Johannes 18:1), lag de Olijfberg (Markus 13:3). Ten zuiden van Sion lag het dal van Hinnom. De reconstructie toont Jeruzalem in ca. 30 na Christus. De tekening is naar het noorden gericht.
Getuigen van Jezus
1. Johannes de Doper
5:32-36; vgl. 1:7-8, 15, 19, 32-34; 3:26
2. Jezus’ eigen werken
5:36; vgl. 10:25, 32, 37-38; 15:24
3. God de Vader
5:37-38; 8:18
4. De Schriften, m.n. Mozes
5:39, 45-47
5. Jezus Zelf
3:11, 32; 8:14, 18; 18:37
6. De Geest
14:26; 15:26; 16:8-11, 13-14
7. De discipelen, m.n. Johannes
15:27; 19:35; 21:24
Aantekening bij Johannes 5 : 31 – 47 In dit gedeelte noemt Jezus verschillende getuigen, die verklaren Wie Hij is (zie schema hierboven). Het thema ‘getuigen van Jezus’ in Johannes is onderdeel van een breder motief ‘rechtsgeding’. Daarin komt aan het licht dat niet de wereld Jezus gedagvaard heeft. Om Jezus’ onschuld en schuld van de wereld aan te tonen, laat Johannes een groot aantal getuigen passeren van Jezus als de Messias en daarmee van de schuld van de wereld in het verwerpen van Jezus.
Aantekening bij Lukas 4:16Nazareth. Vgl. Lukas 1:26; 2:4, 39, 51. Waar Hij opgevoed was (vgl. Lukas 2:39-51). naar Zijn gewoonte. Dat zegt iets over Zijn getrouwheid in het bijwonen van een dienst in de synagoge. Uit toenemend archeologisch onderzoek is steeds duidelijker gebleken hoe belangrijk de synagoge in de vroege Joodse gemeenschap is geweest. In Judea en Galilea, maar ook in heel het Romeinse Rijk, zijn vele synagogen uit de Romeinse en de Byzantijnse tijd ontdekt (bv. Handelingen 17:1; 18:4, 26). In Galilea en Judea zijn synagogen uit de 1e eeuw opgegraven in Gamla, Masada, herodium en Kapernaüm.* Ze bestonden gewoonlijk uit grote ruimten (ook sommige basilieken waren gebouwd om als synagoge dienst te doen) met banken langs de wanden. Vaak is in zo’n synagoge de ‘ark’ gevonden, de bewaarplaats van de boekrollen van het Oude Testament. Sommige synagogen, zoals die van Chorazin, hebben kennelijk een speciaal versierde zetel gehad die men de ‘stoel van Mozes’ noemde (zie aantekening bij Mattheüs 23:2). Volgens schriftelijke bronnen bestond de dienst op de sabbat in een synagoge uit zingen, het lezen van vaste gebeden, schriftlezing (in Judea waarschijnlijk o.a. vaste jaarlijkse Hebreeuwse sabbatslezingen met Aramese vertaling of verklaring; vgl. Misjna, Megila, 4.1-5, 10), een preek met uitleg over de schriftlezing van de week en een priesterlijke zegen. De leiding van de synagoge berustte bij de oudsten van de gemeente en bij functionarissen zoals de ‘archisynagögos (‘hoofd van de synagoge’, vgl. aantekening bij Markus 5:22). Ook zijn er gegevens gevonden over hey ‘uit de synagoge werpen’ van personen die van de erkende geloofsleer en -praktijk afweken (bv. Johannes 9:22).
Aantekening bij Mattheüs 23:2De schriftgeleerden en de Farizeeën waren twee aparte groeperingen, hoewel er enkele overeenkomsten waren: de schriftgeleerden waren de officiële deskundige uitleggers van de Thora zelf, terwijl de Farizeeën deskundig waren in de theologische vraagstukken die de Thora opriep. stoel van Mozes. Gewoonlijk werd hiermee het gezag van Mozes aangeduid. Maar uit recente archeologische opgravingen bleek dat er in de eerste synagogen werkelijk een stoel stond. Hoe dan ook, het gaat hier over de plaats waar de deskundigen de wet onderwezen.
Aantekening bij Markus 5:22hoofden van de synagoge waren leken die de gang van zaken in een synagoge regelden, inclusief de organisatie van de synagogediensten. Ook het onderwijs tijdens de diensten hoorde erbij. Meestal waren het Farizeeën. De Griekse term ‘archisynagögos komt voor op veel inscripties uit Israël en het gehele Romeinse Rijk (zie voor synagogen de aantekening bij Lukas 4:16). Uit het feit dat Jaïrus zich neerwerpt zijn voeten blijkt zijn reële nood en zijn oprechtheid.
[1] Johannes 7:[13] Toch sprak niemand openlijk over Hem, uit vrees voor de Joden.
Johannes 12:[42] En toch geloofden ook velen van de leiders in Hem, maar vanwege de Farizeeën beleden zij het niet, opdat zij niet uit de synagoge geworpen zouden worden.
[2] Johannes 12 :[42] En toch geloofden ook velen van de leiders in Hem, maar vanwege de Farizeeën beleden zij het niet, opdat zij niet uit de synagoge geworpen zouden worden.
(HSV) [2] En Zijn discipelen vroegen Hem: Rabbi, wie heeft er gezondigd, hij of zijn ouders, dat hij blind geboren zou worden?
(NBV21) [2] Zijn leerlingen vroegen: ‘Rabbi, hoe komt het dat hij blind was toen hij geboren werd? Heeft hij zelf gezondigd of zijn ouders?’
(BGT) [2] De leerlingen vroegen: ‘Meester, waarom is die man blind geboren? Wordt hij gestraft voor zijn eigen fouten, of voor de fouten van zijn ouders?’
Aantekening
Johannes 9 : 2 De vraag van de discipelen komt voort uit een algemeen heersende gedachte in het oude Jodendom: lijden komt door zonde. Het achterliggende motief – goedbedoeld, maar misplaatst – was dat men God niet wilde beschuldigen van onrecht jegens onschuldige mensen (vgl. Exodus 20:5; Numeri 14:18; Deuteronomium 5:9). Maar het Nieuwe Testament maakt duidelijk dat lijden niet altijd is terug te voeren op persoonlijke zonde (bv. Lukas 13:2-3a; 2 Korinthe 12:7; Galaten 4:13; de kruisiging van Jezus; zie ook Johannes 12:28, 37-41; 17:1, 5).
(HSV) [8] Maar de edelmoedige beraamt edelmoedige plannen en híj staat voor edelmoedige daden.
(NBV21) [8] Maar een edel mens zint op edele daden, hij zet zich in voor al wat edel is.
(BGT) [8] Maar iemand die wijs en verstandig is, denkt goed na. Hij maakt goede plannen, en hij neemt verstandige besluiten.
Aantekening
Jesaja 32 : 8 Jesaja voorziet een Koninkrijk van ware menselijke edelmoedigheid bij de gratie Gods.de edelmoedige beraamt edelmoedige plannen. Mannen in de positie van ‘edelen’ horen heilbrengende plannen te maken en het Koninkrijk van God op aarde te bevorderen.
[Edelmoedig] = met een moreel hoogstaand karakter, die veel voor anderen overheeft, een edelmoedige daad. (Uit het Nederlandse woordenboek)
Korte overdenking
Het thema vandaag is verandering. Nu is dat ook wel te merken, de verhalen van een hulp zoeken bij volken die niet kunnen helpen, heeft Israël te horen gekregen dat de Heere toch wil helpen. Jesaja geeft hier een profetie waar in hij ziet de overwinning van de Messias. De Messias is hier in tegenstelling tot de afvallige leiders van Juda of de plunderende koning van Assyrië, een koning in gerechtigheid. De Messias is niet alleen Zelf een weldadig Heerser, Hij laat onder Zijn supervisie ook geen onbekwame of onbetrouwbare leiders toe. Gods volk krijgt voorgoed bescherming tegen alle dreiging (Jeremia 3:15; 23:4). Vers 4 zegt dat dat niet alleen er een volmaakte koning zal gaan regeren maar ook Zijn onderdanen zullen vervolmaakt worden in gezeglijkheid. Door een vernieuwd besef van rechtvaardigheid krijgt alleen wie werkelijk edel is gezag. In vers 8 lezen we vandaag, dat Jesaja voorziet een Koninkrijk van ware menselijke edelmoedigheid bij de gratie Gods. Zijn wij die ‘edelen’? Zijn wij aan het plannen maken die het heilbrengende Koninkrijk van God op aarde bevorderen? Helaas moet ik zeggen, ‘Ik niet’, maar wij kunnen er wel naar gaan streven om zulke plannen te gaan maken. Laten we daarom starten met het ‘Woord van God’ te gaan lezen, en lezen en dat te gaan overdenken en de Heilige Geest vragen om ons het te leren begrijpen en te verstaan. En dan ook door te geven aan hen die dat niet kunnen. Moeilijk? Ja als we het zelf en alleen willen doen wel, maar samen met Jezus is het toch te doen? Weet een ding ‘alle begin is moeilijk’, maar de aanhouder wint. Als we dat voor ogen houden kan het zijn dat na vandaag er een werkelijke verandering zal komen. Als we Jesaja 32 verder door lezen dan komen we tegen het volk van God zal gaan verblijven in een woonplaats van vrede en in veilige woningen en in oorden van zorgeloze rust. Wat een uitzicht.
(HSV) [4] Want zo heeft de HEERE tegen mij gezegd: Zoals een leeuw of een jonge leeuw gromt boven zijn prooi – al wordt tegen hem een menigte herders samengeroepen, hij ontstelt niet door hun stemgeluid en hij krimpt niet ineen voor hun menigte – zo zal de HEERE van de legermachten neerdalen om te strijden om de berg Sion en zijn heuvel. [5] [1]Zoals vogels boven hun nest vliegen, zo zal de HEERE van de legermachten Jeruzalem beschermen, Hij zal het beschermen en redden, Hij zal het voorbijgaan en bevrijden.
(NBV21) [4] Dit zegt de HEER tegen mij: Zoals leeuw en welp grommend bij hun prooi staan – al komen de herders te hoop gelopen, zij storen zich niet aan hun geschreeuw en gaan niet voor het rumoer op de vlucht –, zo komt de HEER van de hemelse machten om op de hellingen van de Sion te strijden. [5] Zoals een vogel boven zijn nest vliegt, zo waakt de HEER van de hemelse machten over Jeruzalem, Hij waakt en Hij redt, Hij beschermt en bevrijdt.
(BGT) [4-5] De machtige Heer zegt tegen mij: ‘Jesaja, ik zal komen, en ik zal naar de berg Sion gaan. Daar zal ik strijden voor Jeruzalem. Ik zal de stad verdedigen, ik zal voor Jeruzalem vechten. Net zoals een leeuw vecht voor zijn prooi, om hem niet kwijt te raken. Een leeuw vlucht niet voor een groep schreeuwende herders, een leeuw wordt niet bang. Een leeuw vecht. Net zo zal ik vechten voor Jeruzalem. En ik zal de stad beschermen, zoals een vogel zijn nest beschermt. Ik zal zorgen dat Jeruzalem veilig is, en ik zal de inwoners redden.’
Aantekening
Jesaja 31 : 4 – 5 Juda’s trouwe Helper is als een leeuw die onverschrokken boven zijn prooi staat en als een vogel die zorgzaam boven zijn nest zweeft. neerdalen. vgl. ‘afdalen’ in vers 1.
Als een vogel Jesaja 31:5 (Uit de Vrouwen Bijbel)
Een adelaar vliegt boven zijn nest, speurend naar vijanden. Hij vliegt daar om zijn jongen te beschermen. Zo wil onze God Zijn volk, Zijn kinderen beschermen. Hij wil redding en bevrijding geven. Juist als je het leven ervaart als een onveilige plek, waar je zomaar aangevallen kunt worden door mensen of omstandigheden, is dit een troostrijk beeld. Boven het leven vol gevaren houdt God voor jou de wacht.
Beschermen Jesaja 31:5 (Uit de Vrouwen Bijbel)
We kunnen veel leren uit de natuur. Een vogel vliegt boven het nest om de jongen te beschermen. Als God jou kinderen toevertrouwd heeft, stel je dan ook alles in het werk om hen te beschermen? In letterlijke zin, maar ook in geestelijk opzicht? De beste bescherming geef je hun door niet alles in je eentje te doen, maar je kinderen bij Jezus te brengen. Daar zijn ze veilig, ook als jij hen niet (meer) beschermen kunt!
488 uit opwekkings liederen
Heer ik kom tot U; neem mijn hart, verander mij, als ik U ontmoet vind ik rust bij U. Want Heer ik heb ontdekt, dat als ik aan uw voeten ben, trots en twijfel wijken voor de kracht van uw liefde.
Refrein: Houd mij vast, laat uw liefde stromen. Houd mij vast, heel dicht bij uw hart. Ik voel uw kracht en stijg op als een arend; dan zweef ik op de wind gedragen door uw Geest en de kracht van uw liefde.
Heer, kom dichterbij dan kan ik uw schoonheid zien en uw liefde voelen diep in mij. En Heer, leer mij uw wil, zodat ik U steeds dienen kan en elke dag meg leven door de kracht van uw liefde.
Dan zweef ik op de wind, gedragen door uw Geest en de kracht van uw liefde.
[1] Deuteronomium 32:[11] Zoals een arend zijn nest opwekt, boven zijn jongen zweeft, zijn vleugels uitspreidt, ze pakt en ze draagt op zijn vlerken,
(HSV) [31] Want door de stem van de HEERE zal Assyrië verpletterd worden, hij die met de roede sloeg. [32] En overal waar de door God beschikte staf voorbij is getrokken, overal waarop de HEERE die heeft doen rusten, zullen er tamboerijnen en harpen zijn, want met alles in beroering brengende strijdhandelingen zal Hij hen bestrijden.
(NBV21) [31] Zijn stem zal Assyrië verlammen, de HEER zal het slaan met een stok. [32] Elke keer dat de HEER de tuchtigende staf op zijn rug laat neerkomen, zullen de trommels en de lieren klinken. Met een regen van slagen gaat Hij Assyrië te lijf.
(BGT) [31] De Assyriërs zullen schrikken als de Heer zijn stem laat horen. De Heer zal hen straffen. Hij zal ze slaan met een stok, [32] hij zal ze steeds blijven slaan. En dan zullen de Israëlieten muziek maken, overal zul je trommels horen.
Aantekening
Jesaja 30 : 31 met de roede sloeg. Zie Jesaja 37:36-38.
Jesaja 30 : 32 zal Hij hen bestrijden. Niet het nutteloze Egyptische leger zal voor Juda strijden, maar God Zelf. Zijn volk hoeft alleen maar tamboerijnen en harpen te bespelen (vgl. Exodus 15:19-21; 1 Samuël 18:6-7).
(HSV) [15] Want zo zegt de Heere HEERE, de Heilige van Israël: Door terugkeer en rust zou u verlost worden, in stilheid en vertrouwen zou uw sterkte zijn, maar u hebt niet gewild. [16] U zegt: Nee! Te paard zullen wij vluchten. Daarom zúlt u vluchten. En op snelle paarden zullen wij rijden. Daarom zullen uw achtervolgers ook snel zijn. [17] Duizend zullen vluchten voor het dreigen van één; voor het dreigen van vijf zult u allen op de vlucht slaan, [1]tot u bent overgebleven als een paal op een bergtop, en als een banier op een heuvel.
(NBV21) [15] Dit zei God, de HEER, de Heilige van Israël: ‘In rust en inkeer ligt jullie redding, in geduld en vertrouwen ligt jullie kracht.’ Maar jullie wilden niet. [16] Jullie zeiden: ‘Nee! Te paard vluchten we weg!’ – Vluchten zúl je! ‘Wij gaan er razendsnel vandoor!’ – Razendsnel word je ingehaald. [17] Duizend zullen er vluchten voor het dreigen van één, voor het dreigen van vijf vluchten jullie allen. Al wat er van jullie rest is als een paal op een bergtop, als een vaandel op een heuvel.
(BGT) [15] De Heer, de heilige God van Israël, zegt: ‘Stel dat jullie rustig gebleven waren. Stel dat jullie alleen op mij vertrouwd hadden. Stel dat jullie bij mij teruggekomen waren. Dan had ik jullie gered! Maar jullie wilden niet op mij vertrouwen. Jullie waren ongeduldig. [16] Jullie zeiden: ‘Nee! We vluchten weg voor onze vijanden. Op onze paarden gaan we er zo snel mogelijk vandoor.’ Straks zullen jullie echt moeten vluchten! Maar dan zullen de vijanden jullie inhalen. [17] En dan blijft er niets van jullie leger over. Als maar één vijand jullie bedreigt, zullen duizend van jullie soldaten vluchten. En als vijf vijanden jullie bedreigen, zal jullie hele leger vluchten! Wat blijft er dan van jullie leger over? Alleen maar een vlag op de top van een berg.’
Aantekening
Jesaja 30 : 15 – 17 Jesaja dringt door tot de kern. Met het gezag van de Heere Heere, de Heilige van Israël, was onthuld waarin Juda’s geheime kracht lag: terugkeer (of bekering) en rust … in stilte en vertrouwen. Dit is het betrouwbare pad naar overwinning en vrede. Maar hun grondhouding om niet naar het woord van God te willen luisteren (vers 9), blijkt ook bij deze speciale boodschap (vgl. Jesaja 28:12). Te paard zullen wij vluchten. Door Gods uitredding af te wijzen zijn ze aangewezen op militaire actie, maar God zal die verijdelen (vgl. Leviticus 26:7-8; Deuteronomium 32:30; Jozua 23:10). als een paal. Zie Jesaja 1:7-8; 6:11-12.
[1] Jesaja 17:[6] Maar een nalezing zal daarvan overblijven, zoals bij het afschudden van een olijfboom: twee, drie vruchten aan het eind van de bovenste tak, vier, vijf aan de vruchtdragende takken, spreekt de HEERE, de God van Israël.
Jesaja 24:[6] Daarom verteert de vervloeking het land en moeten zijn inwoners boeten. Daarom zullen de inwoners van het land verbrand worden, zodat er weinig stervelingen zullen overblijven.
Jesaja 24:[13] Want het zal op de aarde, te midden van de volken, zo gaan als bij het afschudden van een olijfboom, als bij de nalezing wanneer de wijnoogst ten einde is.
(HSV) [1] Wee de opstandige kinderen, spreekt de HEERE, om een plan te maken, maar niet van Mij uit; om een verdrag te sluiten, maar niet vanuit Mijn Geest; het is om zonde op zonde, te hopen. [2] Zij gaan om af te dalen naar Egypte – maar naar wat Mijn mond spreekt, vragen zij niet – om zichzelf in veiligheid te brengen bij de macht van de farao, en om hun toevlucht te zoeken in de schaduw van Egypte.
(NBV21) [1] Wee jullie, opstandige kinderen – spreekt de HEER –, die plannen uitvoeren buiten Mij om, verdragen sluiten tegen mijn zin en zo zonde op zonde stapelen; [2] die zonder Mij te raadplegen op weg gaan naar Egypte, om te schuilen in de vesting van de farao en bescherming te zoeken in de schaduw van Egypte.
(BGT) [1] De Heer zegt: ‘Volk van Israël, het zal slecht met jullie aflopen! Want jullie zijn eigenwijs. Jullie bedenken plannen zonder mij om hulp te vragen. Jullie maken afspraken met andere volken, terwijl ik dat niet wil. En zo wordt jullie schuld steeds groter. [2] Jullie gaan naar Egypte zonder mij om raad te vragen. Jullie denken dat je veilig bent in Egypte, jullie denken dat de farao jullie zal beschermen.
Aantekening
Jesaja 30 : 1 Wee. Zie aantekening bij Jesaja 28:1. verdrag. Juda onderhandelt met Egypte over een defensief verbond tegen Assyrië (vgl. Jesaja 36:6). Maar God had al beloofd Zijn volk te beschermen, en Egypte heeft alleen de dood te bieden (vgl. Jesaja 28:14-15). om een plan te maken, maar niet van Mij uit. De Heere oordeelt allen die zich verzetten tegen de plannen die Hij Zijn volk heeft geopenbaard en in plaats daarvan hun eigen plannen doorvoeren. Zo’n ongeloof en ongehoorzaamheid leidt altijd tot ‘schande en smaad’ (Jesaja 30:5). Gods plan verwerpen is hetzelfde als God verwerpen, en daarmee kom je onder Gods oordeel.zonde op zonde hopen. Als je niet meer op God vertrouwt, leidt de ene zonde tot de andere.
Jesaja 30 : 2 naar Egypte. Juda’s diplomaten trekken naar Egypte om bescherming te kopen. Ironisch: ze keren dus terug naar hun vroegere verdrukker en maken hun verlossing ongedaan (vgl. Exodus 1:8-22).
Aantekening bij Jesaja 28 : 1Wee. Hoofdstuk 28-33 wordt getypeerd door zes alarmerende uitroepen (28:1; 29:1, 15; 30:1; 31:1; 33:1; vgl. 5:8-30). ‘Wee!’ (Hebreeuws hoy, LXX ouai) is een uitroep van alarm of verdriet. de trotse kroon van de dronkaard van Efraïm. Jesaja ziet de trotse hoofdstad Samaria, de kroon van het noordelijk koninkrijk, verloederen door een decadent leven. verwelkende bloem. De dagen van het koninkrijk Israël zijn geteld. Assyrië versloeg het in 733 voor Christus.
Plannen maken Jesaja 30:1 (Uit de Vrouwen Bijbel)
Een plannetje is zo gemaakt. Misschien heb je je eigen weg al helemaal uitgestippeld. En als iets anders gaat dan je verwacht of als er tegenslag komt, bedenk je zo iets anders. Er is niks mis met plannen maken, maar de vraag is wel: gaan onze plannen van God uit? Weet Hij ervan? Al je de Heere niet betrekt in je plannen, ben je een opstandig kind, zegt Jesaja.
(HSV) [18] terwijl u [1]bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daarin waakzaam bent met alle volharding en smeking voor alle heiligen.
(NBV21) [18] Laat u bij het bidden leiden door de Geest, iedere keer dat u bidt; blijf waakzaam en bid voortdurend voor alle heiligen.
(BGT) [18] Pas goed op, en blijf steeds bidden. Blijf God om hulp vragen. En laat je daarbij leiden door de heilige Geest. Bid voor alle christenen,
Aantekening
Efeze 6 : 18 bidt. De wapens voor de strijd zijn geestelijk, omdat zij geworteld zijn in gebed, het krachtigste hulpmiddel van de christen. De levens van gelovigen moeten doordrenkt zijn van gebed als universele gewoonte. Dit is te zien aan de woordkeus in dit vers: bij elke gelegenheid met alle gebed … met alle volharding … voor alle heiligen. Gebed in de Geest is een vorm van aanbidding (Johannes 4:23-24). Het is de Geest van God Die dit mogelijk maakt en Die pleit voor degene die bidt (Romeinen 8:26-27).
[1] Lukas 18:[1] En Hij sprak ook een gelijkenis tot hen met het oog daarop dat men altijd moet bidden en niet de moed verliezen.
Romeinen 12:[12] Verblijd u in de hoop. Wees geduldig in de verdrukking. Volhard in het gebed.
Kolossenzen 4:[2] Houd sterk aan in het gebed, en wees daarin waakzaam met dankzegging.