TEKST VOOR VANDAAG
EZECHIËL 36 : 33 – 36
DAG 120
LEZEN: EZECHIËL 36 : 29 – 38
THEMA: Paradijsbelofte
(HSV) [33] Zo zegt de Heere HEERE: Op de dag dat Ik u reinig van al uw ongerechtigheden, zal Ik de steden doen bewonen en zullen de puinhopen herbouwd worden. [34] Het verwoeste land zal bewerkt worden, in plaats van een woestenij te zijn voor de ogen van ieder die erdoorheen trekt. [35] Zij zullen zeggen: Dit land, dat verwoest was, is als de hof van [1]Eden geworden. De steden die verwoest lagen, verwoest en afgebroken, zijn versterkt en bewoond. [36] Dan zullen de heidenvolken die om u heen overgebleven zijn, weten dat Ik, de HEERE, Zelf herbouw wat afgebroken is en beplant wat verwoest is. [2]Ík, de HEERE, heb gesproken en Ik zal het doen.
(BGT) [33] Als ik jullie rein gemaakt heb en jullie schuld heb weggenomen, zullen de verwoeste steden weer opgebouwd worden. Dan kunnen er weer mensen wonen. [34] Er zal weer gewerkt worden op de akkers. Mensen die door het land reizen, zien niet langer een verlaten en verwaarloosd gebied. [35] Ze zullen zeggen: ‘Eerst was dat land verwaarloosd, maar nu is het een prachtige plek geworden. Het is er net zo mooi als in de tuin van Eden! De steden van dat land waren ooit verlaten en helemaal verwoest. Maar nu zijn het weer sterke steden, waar mensen wonen.’ [36] Dan zullen de volken om jullie heen begrijpen dat ik de Heer ben. Ik zal ervoor zorgen dat de verwoeste steden weer opgebouwd worden. En ik zorg ervoor dat er weer gezaaid wordt op de verwaarloosde akkers. Dat is mijn besluit. En wat ik besloten heb, dat zal ik ook doen.’
Aantekening
Ezechiël 36 : 33 – 36 Het land vernieuwd. Zoals gezien in vers 28-30 geniet het land voordelen van de reiniging van het volk (vers 33). De betekenis ervan voor het land is niet alleen gelegen in zijn vruchtbaarheid (vers 34-35). Het stadsbeeld is ook vernieuwd, net als het landschap (vers 33). Het noemen van Eden (vers 35) benadrukt het karakter van deze handeling als herschepping (zie Ezechiël 28:13; vgl. Ezechiël 37:1-14). Eén aangewezen functie van Israëls verblijf in het land was om heel de wereld een hersteld paradijselijk leven te tonen, geleefd in Gods tegenwoordigheid en onder Zijn zegen.
Make-up Ezechiël 35 – 37 (Uit de Mannen Bijbel)
Mannen ken make-up als iets typisch vrouwelijk. Hoewel er ook geurtjes en zalfjes zijn voor mannen, zullen wij niet snel met make-up bezig gaan. Wij willen graag beoordeeld worden op onze daden en niet op ons uiterlijk. Maar hoe zit dit als het over ons geloof gaat? Stel jezelf een de vraag: ‘Waarom zou God mij vergeven, herstellen en zegenen?’ Het is gemakkelijk om te denken dat God dit doet omdat mijn daden op z’n minst voldoende zijn. Onze daden worden dan een soort ‘geestelijke make-up’ waardoor wij aantrekkelijker zijn voor God – denken we. En voor je het weet droom je over dezelfde krachtige werking van de Heilige Geest in je leven als in Ezechiël 37. Dat is op zich niet verkeerd. Want het is Pinksteren geweest: verwacht dus de Geest in jouw leven! Maar leer ook van Ezechiël dat god jou zal vergeven, herstellen en zegenen alleen omdat Hij dat Zelf wil. Ezechiël 36:31-32 is duidelijk. In vers 32a staat: ’Ik doe het [de redding van Israël en het herstel van het land] niet omwille van u, spreekt de Heere Heere, laat dat u bekend zijn.’ Toon God wie je bent en wat je doet, verwacht het van Zijn genade, en Zijn Geest vernieuwt je leven.
[1] Jesaja 51:[3] Want de HEERE zal Sion troosten, Hij zal al haar puinhopen troosten. Hij zal haar woestijn maken als Eden, haar wildernis als de hof van de HEERE. Vreugde en blijdschap zal daarin gevonden worden, dankzegging en luid psalmgezang.
Ezechiël 28:[13] u was in Eden, de hof van God. Allerlei edelgesteente was uw sieraad robijn, topaas en diamant, turkoois, onyx en jaspis, saffier, smaragd, beril en goud. Het werk van uw tamboerijnen en uw fluiten was bij u. Op de dag dat u geschapen werd, waren ze gereed.
[2] Ezechiël 17:[24] Dan zullen alle bomen van het veld weten dat Ík, de HEERE, de boom die hoog van stam is, vernederd heb. De boom die laag van stam is, heb Ik verheven, de jonge boom doen verdorren en de verdorde boom heb Ik doen uitlopen. Ík, de HEERE, heb gesproken en zal het doen.
Ezechiël 22:[14] Zal uw hart het volhouden of zullen uw handen sterk genoeg zijn in de dagen dat Ik met u ga afrekenen? Ík, de HEERE, heb gesproken, en zal het doen.
Ezechiël 37:[14] Ik zal Mijn Geest in u geven, u zult tot leven komen en Ik zal u in uw land zetten. Dan zult u weten dat Ík, de HEERE, dit gesproken en gedaan heb, spreekt de HEERE.