Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

EZECHIËL 36 : 33 – 36 

DAG 120

LEZEN: EZECHIËL 36 : 29 – 38 

THEMA: Paradijsbelofte

(HSV) [33] Zo zegt de Heere HEERE: Op de dag dat Ik u reinig van al uw ongerechtigheden, zal Ik de steden doen bewonen en zullen de puinhopen herbouwd worden. [34] Het verwoeste land zal bewerkt worden, in plaats van een woestenij te zijn voor de ogen van ieder die erdoorheen trekt. [35] Zij zullen zeggen: Dit land, dat verwoest was, is als de hof van [1]Eden geworden. De steden die verwoest lagen, verwoest en afgebroken, zijn versterkt en bewoond. [36] Dan zullen de heidenvolken die om u heen overgebleven zijn, weten dat Ik, de HEERE, Zelf herbouw wat afgebroken is en beplant wat verwoest is. [2]Ík, de HEERE, heb gesproken en Ik zal het doen.                

(BGT) [33] Als ik jullie rein gemaakt heb en jullie schuld heb weggenomen, zullen de verwoeste steden weer opgebouwd worden. Dan kunnen er weer mensen wonen.  [34] Er zal weer gewerkt worden op de akkers. Mensen die door het land reizen, zien niet langer een verlaten en verwaarloosd gebied. [35] Ze zullen zeggen: ‘Eerst was dat land verwaarloosd, maar nu is het een prachtige plek geworden. Het is er net zo mooi als in de tuin van Eden! De steden van dat land waren ooit verlaten en helemaal verwoest. Maar nu zijn het weer sterke steden, waar mensen wonen.’ [36] Dan zullen de volken om jullie heen begrijpen dat ik de Heer ben. Ik zal ervoor zorgen dat de verwoeste steden weer opgebouwd worden. En ik zorg ervoor dat er weer gezaaid wordt op de verwaarloosde akkers. Dat is mijn besluit. En wat ik besloten heb, dat zal ik ook doen.’              

Aantekening

Ezechiël 36 : 33 – 36  Het land vernieuwd. Zoals gezien in vers 28-30 geniet het land voordelen van de reiniging van het volk (vers 33). De betekenis ervan voor het land is niet alleen gelegen in zijn vruchtbaarheid (vers 34-35). Het stadsbeeld is ook vernieuwd, net als het landschap (vers 33). Het noemen van Eden (vers 35) benadrukt het karakter van deze handeling als herschepping (zie Ezechiël 28:13; vgl. Ezechiël 37:1-14). Eén aangewezen functie van Israëls verblijf in het land was om heel de wereld een hersteld paradijselijk leven te tonen, geleefd in Gods tegenwoordigheid en onder Zijn zegen.

Make-up             Ezechiël 35 – 37            (Uit de Mannen Bijbel)

Mannen ken make-up als iets typisch vrouwelijk. Hoewel er ook geurtjes en zalfjes zijn voor mannen, zullen wij niet snel met make-up bezig gaan. Wij willen graag beoordeeld worden op onze daden en niet op ons uiterlijk. Maar hoe zit dit als het over ons geloof gaat? Stel jezelf een de vraag: ‘Waarom zou God mij vergeven, herstellen en zegenen?’ Het is gemakkelijk om te denken dat God dit doet omdat mijn daden op z’n minst voldoende zijn. Onze daden worden dan een soort ‘geestelijke make-up’ waardoor wij aantrekkelijker zijn voor God – denken we. En voor je het weet droom je over dezelfde krachtige werking van de Heilige Geest in je leven als in Ezechiël 37. Dat is op zich niet verkeerd. Want het is Pinksteren geweest: verwacht dus de Geest in jouw leven! Maar leer ook van Ezechiël dat god jou zal vergeven, herstellen en zegenen alleen omdat Hij dat Zelf wil. Ezechiël 36:31-32 is duidelijk. In vers 32a staat: ’Ik doe het [de redding van Israël en het herstel van het land] niet omwille van u, spreekt de Heere Heere, laat dat u bekend zijn.’ Toon God wie je bent en wat je doet, verwacht het van Zijn genade, en Zijn Geest vernieuwt je leven. 


[1]  Jesaja 51:[3] Want de HEERE zal Sion troosten, Hij zal al haar puinhopen troosten. Hij zal haar woestijn maken als Eden, haar wildernis als de hof van de HEERE. Vreugde en blijdschap zal daarin gevonden worden, dankzegging en luid psalmgezang.

    Ezechiël 28:[13] u was in Eden, de hof van God. Allerlei edelgesteente was uw sieraad robijn, topaas en diamant, turkoois, onyx en jaspis, saffier, smaragd, beril en goud. Het werk van uw tamboerijnen en uw fluiten was bij u. Op de dag dat u geschapen werd, waren ze gereed.

[2]  Ezechiël 17:[24] Dan zullen alle bomen van het veld weten dat Ík, de HEERE, de boom die hoog van stam is, vernederd heb. De boom die laag van stam is, heb Ik verheven, de jonge boom doen verdorren en de verdorde boom heb Ik doen uitlopen. Ík, de HEERE, heb gesproken en zal het doen.

    Ezechiël 22:[14] Zal uw hart het volhouden of zullen uw handen sterk genoeg zijn in de dagen dat Ik met u ga afrekenen? Ík, de HEERE, heb gesproken, en zal het doen.

    Ezechiël 37:[14] Ik zal Mijn Geest in u geven, u zult tot leven komen en Ik zal u in uw land zetten. Dan zult u weten dat Ík, de HEERE, dit gesproken en gedaan heb, spreekt de HEERE.

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

EZECHIËL 36 : 24 – 25 

DAG 119

LEZEN: EZECHIËL 36 : 16 – 28 

THEMA: Terugkeer en inkeer

(HSV) [24] Ik zal u uit de heidenvolken halen en u uit alle landen bijeenbrengen. Dan zal Ik u naar uw land brengen. [25] Ik zal rein water op u sprenkelen en u zult rein worden. Van al uw onreinheden en van al uw stinkgoden zal Ik u reinigen.                  

(BGT) [24] Want ik ga jullie weghalen uit de landen waar jullie terechtgekomen zijn. Ik zal jullie bij elkaar brengen, en weer terug laten gaan naar je eigen land. Dan zullen de volken begrijpen dat ik de Heer ben. [25] Als jullie in je eigen land terug zijn, zal ik jullie weer rein maken. Ik zal zuiver water op jullie druppelen. En ik zal alles wat onrein is, bij jullie weghalen. Dan zullen jullie geen afgoden meer vereren.              

Aantekening

Ezechiël 36 : 24 – 25  Het herstel van Gods reputatie vereist allereerst de uitwendige vernieuwing van Zijn volk. De aard van Gods handelen is opeenvolgend: bijeenbrengen en terugvoeren (vers 24). Reiniging met rein water is de weerklank van Gods eerdere reiniging van Zijn volk (Ezechiël 16:4, 9) en heeft opnieuw betrekking op de rituele reiniging in de wet van Mozes (vgl. bv. Leviticus 17:15-16; 22:6; Numeri 19:19—21). De verwijzing naar de reiniging door ‘rein water op u’ te sprenkelen, herinnert aan de reiniging door besprenkeling wegens het aanraken van een dode (Numeri 19:13, 20). Misschien suggereert dit dat de stinkgoden van Ezechiël 36:25 vergelijkbaar zijn met dode dingen. Vele exegeten zien dit beeld van de reiniging met water als de achtergrond van Jezus’ woorden in Johannes 3:5: ‘Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan’; vgl. het vermelden van ‘Mijn Geest’ in Ezechiël 36:27. Ezechiëls profetie verwijst dus zowel naar een uitwendige reiniging door een ceremonie als naar een innerlijke geestelijke reiniging.

Verwijzing uit de verwijs Bijbel

Johannes 13:[5] Daarna goot Hij water in de waskom en begon de voeten van de discipelen te wassen en af te drogen met de linnen doek die Hij om Zijn middel had. [6] Zo kwam Hij bij Simon Petrus en die zei tegen Hem: Heere, wilt Ú mij de voeten wassen? [7] Jezus antwoordde en zei tegen hem: Wat Ik doe, weet u nu niet, maar u zult het later inzien. [8] Petrus zei tegen Hem: U zult mijn voeten in der eeuwigheid niet wassen! Jezus antwoordde hem: Als Ik u niet was, hebt u geen deel met Mij.

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

EZECHIËL 36 : 8 – 15 

DAG 118

LEZEN: EZECHIËL 36 : 1 – 15 

THEMA: Opbloei

(HSV) [8] Maar u, bergen van Israël, u zult uw takken weer voortbrengen en uw vruchten voor Mijn volk Israël dragen, want zij komen naderbij. [9] Want zie, Ik kom naar u toe, Ik zal Mij naar u toewenden, en u zult bewerkt en bezaaid worden. [10] Ik zal de mensen op u talrijk maken, heel het huis van Israël, in zijn geheel. De steden zullen bewoond en de puinhopen zullen herbouwd worden. [11] Ik zal mens en dier op u talrijk maken, zij zullen talrijk worden en vruchtbaar zijn. Ik zal u doen bewonen als in uw vroegere tijden, ja, Ik zal u meer goeddoen dan in uw begin. Dan zult u weten dat Ik de HEERE ben. [12] Ik zal mensen over u doen lopen, namelijk Mijn volk Israël. Zij zullen u in bezit nemen, u zult voor hen tot erfelijk bezit zijn en u zult hen voortaan niet meer van kinderen beroven. [13] Zo zegt de Heere HEERE: Omdat zij tegen u zeggen: U bent een mensenverslinder, en u bent een land dat uw volken van kinderen berooft, [14] daarom zult u geen mens meer verslinden en uw volken niet meer van kinderen beroven, spreekt de Heere HEERE. [15] Ik zal de smaad van de heidenvolken over u niet meer doen horen en u zult de schande van de volken niet langer dragen. U zult uw volken niet meer doen struikelen, spreekt de Heere HEERE.                 

(BGT)  [8] Maar met het land Israël zal het weer goed gaan. De bomen in het land zullen nieuwe bladeren krijgen, en er zullen veel vruchten aan groeien. De Israëlieten zullen die vruchten zelf kunnen eten, want ze komen al snel naar hun land terug. [9] Ik zal goed voor mijn land zorgen. Er zal weer gewerkt worden op de akkers, en er zal weer gezaaid worden.  [10] Er zullen weer veel mensen in het land wonen, want het hele volk van Israël komt weer naar het land terug. Dan zijn de steden weer bewoond, en worden de verwoeste dorpen weer opgebouwd.  [11] De mensen krijgen veel kinderen en de dieren veel jongen. Er zullen weer evenveel mensen in het land wonen als vroeger. Ik zal zorgen dat alles nog beter wordt dan toen. Dan zullen de mensen begrijpen dat ik de Heer ben. [12] De mensen van mijn volk zullen weer door hun eigen land kunnen reizen. Ze zullen het land opnieuw in bezit nemen. Dan zal het voor altijd van hen zijn. Ze zullen veilig in hun land kunnen leven. En ouders zullen hun kinderen niet langer verliezen. [13] Nu zeggen de andere volken nog: ‘In Israël gaan veel mensen dood omdat er niet genoeg op de akkers groeit. Veel ouders verliezen er hun kinderen.’  [14] Maar ik, de Heer, zeg: Er zullen in Israël niet langer mensen sterven door honger. En ouders zullen er hun kinderen niet meer verliezen.  [15] Dan zullen de andere volken Israël niet langer uitlachen en bespotten. Ik, de Heer, zal daar zelf voor zorgen.’’               

Aantekening

Ezechiël 36 : 8 – 15  En u markeert een overgang. Hoewel de boodschap bestemd was voor de ‘bergen van Israël’, gaat de aandacht nu uit naar de veelbelovende toekomst van Israël, en niet naar zijn troosteloze, door vijanden gekwelde verleden. Zoals in het ‘verbond van vrede’ (Ezechiël 34:25-30) is de voorspoed van het volk verbonden met de opbrengst van het land. In Ezechiël 36:8-11 staat een reeks van zegeningen die herinnert aan het herstel van Job 42, waar het nieuwe het oude overtreft. Het volk zelf krijgt de voornaamste aandacht in Ezechiël 36:12. Met herhaling van de aanspraak van het volk op het rechtmatig eigendom (vgl. Ezechiël 36:2).

Ezechiël 36 : 13 – 14  De identiteit van de ‘bergen’ met het ‘land’ is hier zichtbaar: het u van vers 13 is meervoud, maar het u van vers 14 is vrouwelijk enkelvoud, omdat het betrekking heeft op het land van Israël (vers 6). De langdurige onbestendigheid in de relatie tussen volk en land zal niet langer standhouden in Gods herstellingswerk: hoop voor de toekomst!

Ezechiël 36 : 15  De smaad die nog verder ging dan het honen van het volk en die God onteerde, behoort ook tot het verleden. 

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

EZECHIËL 35 : 1 – 2 

DAG 117

LEZEN: EZECHIËL 35 : 1 – 15 

THEMA: Bergrede

(HSV) [12] Niemand heeft ooit God gezien. Als wij elkaar liefhebben, blijft God in ons en is Zijn liefde in ons volmaakt geworden.                

(BGT) [1] De Heer sprak opnieuw tegen mij. Hij zei: [2] ‘Mensenkind, kijk in de richting van het land Edom, en waarschuw de mensen die daar wonen.                

Aantekening

Ezechiël 35 : 1 – 36 : 15  De bergen van Edom en Israël. In een zo zorgvuldig opgebouwd boek als Ezechiël lijkt het vreemd dat een Godsspraak tegen een vreemd volk buiten de reeks in hoofdstuk 25-32 verschijnt. Die reeks zelf is echter zorgvuldig opgebouwd. Het is duidelijk dat de profetieën tegen de berg Seïr (Edom) in hoofdstuk 35 een introductie zijn tot een toespraak tegen de bergen van Israël in hoofdstuk 36:1-15. Deze twee passages kunnen het best worden beschouwd als een eenheid in twee delen.

Ezechiël 35 : 1 – 15  Tegen het Seïrgebergte. Het Seïrgebergte (vers 2) wordt vereenzelvigd met Edom (vers 15), zoals de berg Sion wordt geïdentificeerd met Juda. In Ezechiël 25:12-14 verschijnt een Godsspraak tegen Edom en het thema daarvan klinkt hier opnieuw. De excessen van Edom tegen het zwaarbeproefde Juda (dat een dergelijke vijandigheid uitlokte) worden geregistreerd en veroordeeld (vgl. ook het boek Obadja). Er zijn ook sterke talige overeenkomsten met de eerdere Godsspraak van Ezechiël tegen de ‘bergen van Israël’ in Ezechiël 6:1-7, 11-14. In deze passage onderbreekt de ‘erkenningsformule’ (Ezechiël 35:4, 9, 12a, 15; vgl. Inleiding: Stijl) een opeenvolging van vier op elkaar betrokken uitspraken. De sleutelwoorden ‘puinhoop’ en ‘woestenij’ komen door de hele passage terug, als vertaling van minstens vier Hebreeuwse termen.

Ezechiël 35 : 1 – 4  De eerste Godsspraak is weinig meer dan een simpele mededeling van Gods tegenstand tegen het Seïrgebergte en Zijn plan het te verwoesten. Het ‘Seïrgebergte’ was niet een enkele bergtop, maar het gehele hoogland ten zuidoosten van de Dode Zee.

Gerechtigheid              Ezechiël 35:10-15         (Uit de Vrouwen Bijbel)

Soms lijkt het erop of God niet ingrijpt. Ook christenen worden vervolgd en gemarteld. God wordt gelasterd, en als je in Hem gelooft, kun je bespot worden omdat Hij ‘er toch niet zou zijn’. Maar God hoort elk woord dat tegen Hem gericht is. En Hij komt erop terug, in een rechtvaardig oordeel. Wacht daarom op Hem, ook als je lijdt, bespot wordt of onrechtvaardig bent gehandeld. God is Rechter.

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

1 JOHANNES 3 : 24 

DAG 116

LEZEN: 1 JOHANNES 3 : 11 – 24 

THEMA: God is betrouwbaar

(HSV) [24] [1]En wie Zijn geboden in acht neemt, blijft in Hem en Hij in hem. En hieraan weten wij dat Hij in ons blijft, namelijk aan de Geest, Die Hij ons gegeven heeft.     

(BGT) [24] Wie zich aan Gods regels houdt, hoort voor altijd bij God. En God blijft voor altijd in hem. Hoe merken we dat God in ons blijft? Door de heilige Geest die hij aan ons gegeven heeft.     

Aantekening

1 Johannes 3 : 24  de Geest. Dit is de eerste vermelding in deze brief van de derde Persoon van de Drie-eenheid (zie ook 4:2, 6, 13; 5:6, 8). Maar als auteur van het vierde evangelie moet Johannes van meet af aan zijn uitgegaan van het bestaan en de betekenis van de door Jezus beloofde ‘Trooster, de Geest van de waarheid’ (zie Johannes 14:16-18, 26; 15:26; 16:7-14; 20:22).


[1]  Johannes 14:[23] Jezus antwoordde en zei tegen hem: Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen.

   Johannes 15:[10] Als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijf.

   1 Johannes 4:[12] Niemand heeft ooit God gezien. Als wij elkaar liefhebben, blijft God in ons en is Zijn liefde in ons volmaakt geworden.

Tekst voor vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

1 JOHANNES 3 : 1 

DAG 115

LEZEN: 1 JOHANNES 3 : 1 – 10 

THEMA: God is Vader

(HSV) [1] Zie, [1]hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd. Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent. [2] Geliefden, [2]nu zijn wij kinderen van God, [3]en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. [4]Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is.          

(BGT) [1] Bedenk hoeveel de Vader van ons houdt! Zijn liefde voor ons is zo groot, dat hij ons zijn kinderen noemt. En dat zijn we ook. Maar de mensen die bij de wereld horen, begrijpen niet dat wij Gods kinderen zijn. Dat komt doordat ze God niet kennen. [2] Lieve vrienden, wij zijn nu al kinderen van God. Wat we later zullen zijn, weten we nog niet. Maar we weten wel dat we op Jezus zullen lijken als hij terugkomt. Dan zullen we hem zien zoals hij is, als de hemelse Christus.        

Aantekening

1 Johannes 3 : 1  kent de wereld ons niet. Tussen wie Christus kennen en dienen en wie dat niet doen, bestaat een tweespalt.

1 Johannes 3 : 2  wat wij zullen zijn. Namelijk met een verheerlijkt lichaam dat niet oud of ziek wordt, nooit sterft en vrij is van zonde. Zo iemand is nog nooit geopenbaard op aarde (behalve Christus na Zijn opstanding). Hem gelijk. Christenen zullen in eeuwigheid moreel zonder zonde zijn, intellectueel zonder leugen en dwaling, lichamelijk zonder zwakte of gebrek, vol van de Heilige Geest. Maar ‘gelijk’ houdt niet in ‘identiek’, ze zullen bv. niet aan Christus gelijk zijn in almacht of alwetendheid, want Hij is zowel mens als God. 


[1]  Johannes 1:[12] Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven;

[2]   Jesaja 56:[5] Ik zal hun in Mijn huis en binnen Mijn muren een plaats en een naam geven, beter dan die van zonen en dan die van dochters; een eeuwige naam zal Ik ieder van hen geven, een naam die niet uitgewist zal worden.

    Romeinen 8:[15] Want u hebt niet de Geest van slavernij ontvangen, die opnieuw tot angst leidt, maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader!

    Galaten 3:[26] Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus.

    Galaten 4:[6] Nu, omdat u kinderen bent, heeft God de Geest van Zijn Zoon uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader!

[3]   Mattheüs 5:[12] Verblijd en verheug u, want uw loon is groot in de hemelen, want zo hebben ze de profeten vervolgd die er vóór u geweest zijn.

    Romeinen 8:[18] Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden.

    2 Korinthe 4:[17] Want onze lichte verdrukking, die van korte duur is, brengt in ons een alles overtreffend eeuwig gewicht van heerlijkheid teweeg.

[4]   Filippenzen 3:[21] Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam, overeenkomstig de werking waardoor Hij ook alle dingen aan Zichzelf kan onderwerpen.

    Kolossenzen 3:[4] Wanneer Christus geopenbaard zal worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

1 JOHANNES 2 : 29 

DAG 114

LEZEN: 1 JOHANNES 2 : 18 – 29 

THEMA: God is rechtvaardig

(HSV) [29] Als u weet dat Hij rechtvaardig is, dan weet u dat ieder die de rechtvaardigheid doet, uit Hem geboren is.      

(BGT) [29] Jullie weten toch dat Christus altijd het goede gedaan heeft? Dan begrijpen jullie ook dat iedereen die het goede doet, een kind van God is.        

Aantekening

1 Johannes 2 : 29  Weten dat Hij rechtvaardig is, betekent geloven in Christus en niet in je eigengerechtigheid.

Overdenking

God is rechtvaardig. Wat is rechtvaardig zijn? Als we het woordenboek erop naslaan, lezen we dat rechtvaardig betekent: 1 in overeenstemming met de regels van het recht. 2 eerlijk, redelijk: het is niet ~ dat ik voor die overtreding gestraft wordt en hij niet. Onze tekst voor vandaag zegt ons dat wij weten dat God rechtvaardig is. Maar er staat meer, er staat ook dat wij weten dat ieder die rechtvaardigheid doet, uit Hem geboren is. Dus als wij zeggen dat wij geloven dat Christus voor onze zonden is gestorven en wij dus door dat offer mogen leven. Maar dan moeten wij dus ook rechtvaardig leven. Dus leven in de overeenstemming met de regels van het recht. God is onze Rechter, Hij zal ons rechtvaardig oordelen. Dus voor elke overtreding worden wij gestraft. Maar gelukkig voor ons dat wij een goede advocaat/pleiter hebben. Want wie in Jezus gelooft en naar zijn voorbeeld leeft en oprecht berouw heeft van zijn daden en ze beleid die mag rekenen op vrijspraak. Wij dan die op Jezus vertrouwen zullen niet beschaamd worden. Wij kunnen het niet zelf. Dus geloof in Jezus en vertrouw op Hem. Handel rechtvaardig en laat zo zien dat wij uit Hem geboren zijn.   

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

1 JOHANNES 2 : 17 

DAG 113

LEZEN: 1 JOHANNES 2 : 12 – 17 

THEMA: God is er altijd

(HSV) [17] En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.   

(BGT) [17] De wereld gaat voorbij. En ook het verlangen naar dingen in de wereld gaat voorbij. Maar wie doet wat God wil, zal eeuwig leven.         

Aantekening

1 Johannes 2 : 17  de wereld gaat voorbij. Schijn van bestendigheid is bedrieglijk. De geschiedenis is geen eindeloze kringloop, maar haast zich naar afronding door God (vgl. vers 8). blijft tot in eeuwigheid. In een preek bij deze tekst schreef Augustinus: ‘Houd u aan Christus. Hij is voor u tijdelijk geworden, opdat u deel zou krijgen aan de eeuwigheid’           (Preken over de Eerste brief van Johannes 2:20)

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

1 JOHANNES 2 : 2  

DAG 112

LEZEN: 1 JOHANNES 2 : 1 – 11 

THEMA: God is vergevend

(HSV) [2] En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden [1]van de hele wereld.     

(BGT) [2] Dankzij hem wil God onze zonden vergeven. En niet alleen onze eigen zonden, maar die van de hele wereld.      

Aantekening

1 Johannes 2 : 2  verzoening (Grieks ‘ilasmos) betekent hier: een offer dat Gods toorn overneemt en die omzet in barmhartigheid (zie aantekening bij Romeinen 3:25). Jezus neemt, als het volmaakte offer voor de zonde, Gods toorn weg (zie ook 1 Johannes 4:10). voor de zonden van de hele wereld houdt niet in dat iedereen behouden wordt: alleen wie berouw hebben en het Evangelie geloven, krijgen vergeving van zonden (zie 1 Johannes 2:4, 23; 3:10; 5:12; vgl. Johannes 3:18; 5:24). Maar Jezus heeft wel Zijn offer gebracht voor iedereen in ‘de hele wereld’, niet alleen voor Johannes en zijn toenmalige lezers.

Aantekening bij Romeinen 3 : 25  Het bloed van Jezus ‘verzoende’ Gods toorn (Romeinen 1:18), zodat Zijn heiligheid niet tekort werd gedaan toen Hij zondaars vergaf. Sommige theologen stellen dat het woord verzoening vertaald zou moeten worden met boetedoening (het uitwissen van de zonde), maar de betekenis van het woord kan niet beperkt worden tot het uitwissen van de zonde. Het verwijst namelijk ook naar de voldoening van Gods toorn, waardoor die wordt veranderd in gunst (Johannes 18:11*). Gods gerechtvaardigde toorn moest bevredigd worden voordat de zonde kon worden vergeven. In Zijn liefde stuurde God Zijn Zoon (Die Zichzelf vrijwillig opofferde) om tegemoet te komen aan Gods heilige toorn t.o.v. de zonde. Op deze manier toonde God Zijn gerechtigheid, wat hier met name verwijst naar Zijn heiligheid en rechtvaardigheid. Er werd getwijfeld aan Gods gerechtigheid, omdat Hij eertijds zonden voorbij had laten gaan. M.a.w. hoe kon de volmaakt heilige God de zonden van mensen tolereren zonder die direct en volledig te straffen? Het antwoord van Paulus is dat God vooruitkeek naar het kruis van Christus, waar volledige betaling voor de schuld van de zonde zou worden gedaan, waar Christus zou sterven in plaats van zondaars. In het Oude Testament wordt in verschillende gebeurtenissen symbolisch vooruitgewezen naar de verzoening (of de volledige voldoening van Gods toorn); bv. Exodus 21:11-14; Numeri 23:8, 11; Jozua 7:25-26.

Verlangen           1 Johannes 2 : 1 – 6               (Uit de Mannen Bijbel)

Een goede leraar wekt verlangen bij zijn leerlingen, met woorden en door wie hij is. Johannes is zo’n leraar. Hij legt zijn ‘kinderen’ uit wat waarheid en leugen is, duisternis en licht. Maar vooral wil hij verlangen wekken naar echte gemeenschap met Jezus en God.                                         In het begin va 1 Johannes 2 klinkt oprechte bewogenheid door dat zijn lezers niet zullen zondigen. Daarbij wordt Johannes heel persoonlijk. Hij spreekt zijn lezers aan met ‘lieve kinderen’. Bovendien staat hier voor de eerste keer in de brief het persoonlijke ‘ik schrijf u’. Hartelijke woorden van een leraar, die verlangen naar heiligheid bij ons wil wakker roepen.   Gaat het ons lukken om zonder zonden te leven? Nee, dat weet Johannes ook (1 Johannes 1:8, 10). Daarom wijst hij op de hemelse Advocaat, onze Voorspraak bij de Vader. Bij het verlangen om niet te zondigen lopen we telkens tegen onze zwakheid aan. Johannes leert ons om dan niet gefrustreerd te raken. De harten omhoog, ‘wij hebben een Voorspraak’. Het draait allemaal om het kennen van deze Voorspraak, Jezus Christus, de Rechtvaardige. Wie Hem kent, verlangt om zonder zonden en naar Zijn geboden (1 Johannes 2:3-6) te leven. 


[1]  Johannes 4:[42] en zij zeiden tegen de vrouw: Wij geloven niet meer om wat u zegt, want wijzelf hebben Hem gehoord en weten dat Híj werkelijk de Zaligmaker van de wereld is, de Christus.

   1 Johannes 4:[14] En wij hebben gezien en getuigen dat de Vader de Zoon gezonden heeft als Zaligmaker van de wereld.

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

1 JOHANNES 1 : 7 

DAG 111

LEZEN: 1 JOHANNES 1 : 1 – 10 

THEMA: God is licht

(HSV) [7] Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, [1]en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.         

(BGT) [7] Maar als we leven in het licht, net zoals God in het licht is, dan zijn we als gelovigen met elkaar verbonden. Onze zonden worden dan vergeven. En we worden helemaal rein door het bloed van Gods Zoon, die voor ons gestorven is.          

Aantekening

1 Johannes 1 : 7  in het licht wandelen wil zeggen: Gods volmaaktheid (zie vers 5) weerspiegelen op menselijk niveau, wat betreft zowel de juiste leer (waarheid) als morele reinheid (heiligheid). Dat ‘licht’ ook symbool staat voor kennis (zie aantekening bij 1 Johannes 1:5-10) houdt in dat het leven van christenen die ‘in het licht wandelen’ bekend is, zonder verborgen zonden, leugens of misleiding. Dit wandelen ‘in het licht’ leidt tot diepe gemeenschap tussen God en mens (zie vers 3) en voortschrijdende reiniging van alle zonde.

Aantekening bij 

1 Johannes 1 : 5 – 10  Het wezen van God en de zonde van de mens. De uitspraak ‘God is licht’ (vers 5) heeft een oudtestamentische achtergrond waarin ‘licht’ zowel kennis als reinheid symboliseert (zie aantekening bij Johannes 1:4-5; 8:12). Johannes’ schrijven gaat uit van Gods geestelijke en morele volkomenheid en absolute verhevenheid: Zijn licht (zie Timotheüs 6:16). Dit staat in scherp contrast met zondige mensen die hun onschuld betuigen (1 Johannes 1:6, 8, 10).

Johannes 1 : 4 – 5  Ook de begrippen leven, licht en duisternis zijn ontleed aan Genesis (vgl. Genesis 1:3-5, 14-18, 20-31; 2:7; 3:20; vgl. ook Jesaja 9:1; 42:6-7; 49:6; 60:1-5; Maleachi 4:2; Lukas 1:78-79). Jezus als ‘het Licht’ heeft de duistere wereld ware kennis en morele reinheid gebracht, en het licht van aanwezigheid van God Zelf (vlg. Johannes 8:12; 1 Johannes 1:5).

Johannes 8 : 12  Ik ben. Zie aantekening bij Johannes 6:35. het Licht der wereldZie aantekening bij Johannes 1:4-5; zie ook Johannes 3:19-21; 12:35-36, 46. Jezus vervult de beloften, in het Oude Testament over de komst van het ‘licht’ van de zaligheid en het ‘licht’ van God (bv. Exodus 25:37; Leviticus 24:2; Psalm 27:1; Jesaja 9:1; 42:6; Johannes 9:4; Handelingen 13:47; 26:18, 23; Efeze 5:8-14; 1 Johannes 1:5-7). 

Johannes 6 : 35  Ik ben het brood des levensDit is de eerste ‘Ik ben’-uitspraken in Johannes. Afgezien daarvan zijn er ook verschillende uitspraken van Jezus met ‘Ik ben’ zonder meer (bv. Johannes 6:20; 8:24, 28, 58; 18:5), die in verband staan met de ‘ik BEN’-uitspraken van God in Exodus 3:14 en in Jesaja (bv. Jesaja 41:4; 43:10, 25).  Jezus is ‘het Brood des levens’ in die zin dat Hij mensen geestelijk voedt en hun diepste geestelijke verlangen bevredigt. In die zin zullen zij die hun geloof op Hem richten beslist geen honger hebben: hun geestelijk verlangen om God te kennen zal worden bevredigd (vgl. Johannes 4:14 voor een vergelijkbaar gesprek over geestelijke dorst).  


[1]  Hebreeën 9:[14] hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen!

   1 Petrus 1:[19] maar met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam.

   Openbaring 1:[5] en van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden en de Vorst van de koningen der aarde. Hem Die ons heeft liefgehad en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed,