Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

PSALM 99 : 5 

DAG 59

LEZEN: PSALM 99

THEMA: Koninklijke waardigheid

(HSV) [5] Roem de HEERE, onze God; buig u neer voor de voetbank van Zijn voeten. Heilig is Hij.

(BGT) [5] Breng eer aan de Heer, onze God  en kniel voor hem. De Heer is heilig!

Aantekening

Psalm 99 : 5  Roem (zie ook vers 9). De Heere is ‘te roemen’ om Zijn verhoogde majesteit.

[Psalm 99:[9] Roem de HEERE, onze God; buig u neer voor Zijn heilige berg, want heilig is de HEERE, onze God.]

Psalm 99  Dit is weer een lied dat Gods koningschap over heel Zijn schepping bezingt (zie Psalm 93). Hier gaat de aandacht vooral uit naar Zijn verheven heiligheid (Psalm 99:3, 5, 9) en het wonder dat Hij voor Zijn volk een weg heeft gebaand om zonder gevaar in Zijn nabijheid te komen. Hoewel de nadruk vooral ligt op Gods verbondsvolk Israël, is er ook universele hoop voor de heidenvolken: vers 2-3 drukt de wens uit dat ‘alle volken’ de grote en ontzagwekkende Naam van de Heere zullen loven.

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

2 PETRUS 1 : 19

DAG 58

LEZEN: 2 PETRUS 1 : 12 -21

THEMA: Blijf waakzaam

(HSV) [19] En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan [1]als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en [2]de morgenster opgaat in uw hart.

(BGT) [19] We weten dat de profeten de waarheid gesproken hebben. En door wat er op de berg gebeurd is, weten we dat helemaal zeker. De woorden van de profeten helpen om de waarheid over Jezus te begrijpen. Luister daarom altijd naar wat er in hun boeken staat. En eens zal de waarheid voor jullie helemaal duidelijk worden. Dat zal gebeuren op de dag dat Jezus zelf komt, en jullie hem zien. 

Aantekening

2 Petrus 1 : 19 – 21  De waarheid over Jezus Christus ligt verankert in het profetische woord van de schrift. De waarheid over Christus is gebaseerd op de profetieën van de schrift, iets wat zelfs zekerder is dan (of net zo zeker is als; zie aantekening bij vers 19) ooggetuigenverslagen.

2 Petrus 1 : 19  dat is vast en zeker. Petrus ervaring van de verheerlijking betekent een bevestiging van de oudtestamentische profetie en benadrukt de betrouwbaarheid van de schrift. De gelovigen worden ertoe aangespoord acht te slaan op de zekerheid van het profetische woord. In de tegenstelling tussen wij hebben en u doet er goed aan legt Petrus er klaarblijkelijk de nadruk op dat de uitleg van de apostelen (‘wij’) als gezaghebbend moet worden beschouwd door de gemeente (‘u’). de dag aanbreekt en de morgenster wijzen beide op de wederkomst. De dag van de Heere is de dag van uiteindelijk oordeel en redding, zoals het Oude Testament vaak leert (Jesaja 13:6, 9; Ezechiël 13:5; Joël 1:15; Amos 5:18, 20). Jezus’ wederkomst zal niet alleen een objectieve gebeurtenis zijn in de geschiedenis, maar zal ook opgaan on uw hart, als het volle licht van de aanwezigheid van Christus de harten van Zijn gemeente herschept tot een volmaakte reinheid.


[1]  2 Korinthe 4:[6] Want God, Die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is ook Degene Die in onze harten geschenen heeft tot verlichting met de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus.

[2]  Openbaring 22:[16] Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om bij u in de gemeenten van deze dingen te getuigen. Ik ben de Wortel en het Nageslacht van David, de blinkende Morgenster.

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

2 PETRUS 1 : 10

DAG 57

LEZEN: 2 PETRUS 1 : 1 – 11

THEMA: inspanningsverplichting

(HSV) [10] Daarom, broeders, beijver u des te meer om uw roeping en verkiezing vast te maken; want als u dat doet, zult u nooit struikelen.

(BGT) [10] Vrienden, doe dus je best om goed te leven. Dan zullen jullie je geloof niet verliezen, maar het juist laten groeien. Dan maken jullie duidelijk dat God jullie heeft uitgekozen en jullie zal redden. 

Aantekening

2 Petrus 1 : 10  Christenen moeten zich ‘beijveren’ om hun roeping en verkiezing (Grieks ‘eklogëvast (Grieks bebaios, ‘betrouwbaar, onveranderlijk, hecht’) te maken. God roept gelovigen tot geloof door het Evangelie (2 Thessalonicenzen 2:14), maar Hij heeft hen ook verkozen ‘vóór de grondlegging van de wereld’ (Efeze 1:4). Gods genade in de verlossing mag niet als vanzelfsprekend worden beschouwd. Groeien in de christelijke deugden in 2 Petrus 1:5-7, zal de gelovige een toenemend vertrouwen geven dat God hen echt heeft geroepen, en dat Hij hen werkelijk tot zaligheid heeft uitverkoren vóór de grondlegging van de wereld. Zo wordt hun verkiezing ‘vast’, als een stevig fundament. Zij die deze dingen doen, zullen nooit meer struikelen, wat waarschijnlijk duidt op afvalligheid (afval van het geloof). Goede werken zijn het bewijs van en geven de zekerheid tot zaligheid, al zijn ze er nooit de basis voor. Petrus’ bewoordingen betekenen niet dat ware volgelingen van Christus ooit ontrouw kunnen worden; zij die afvallig worden, waren nooit echt ‘geroepen’, ‘uitverkoren’ of wedergeboren (vgl. aantekening bij Johannes 6:39[1]; 6:40[2]; 10:26-29[3]; 1 Thessalonicenzen 1:4[4]; Hebreeën 6:4-8[5]).


[1]  Johannes 6:[39] En dit is de wil van de Vader, Die Mij gezonden heeft, dat Ik van alles wat Hij Mij gegeven heeft, niets verloren laat gaan, maar het doe opstaan op de laatste dag.

            Aantekening: alles wat Hij Mij gegeven heeft. Allen die de Vader heeft uitverkoren en aan de Zoon heeft ‘gegeven’ om hen te behouden, zullen dus werkelijk behouden worden. In vers 40 licht Jezus verder toe dat deze mensen, die de Vader Hem heeft ‘gegeven’, ook degenen zijn die in de Zoon geloven en ‘eeuwig leven hebben’.

[2]  Johannes 6:[40] En dit is de wil van Hem Die Mij gezonden heeft, dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.

            Aantekening: ieder die … in Hem gelooft.* Dit houdt in dat geen enkele ware gelovige ooit zijn of haar behoud zal verliezen, omdat ieder die in de Zoon gelooft eeuwig leven heeft en zal standhouden als gelovige tot het oordeel (de laatste dag), en dan zal Jezus hem doen opstaan in de volheid van eeuwig leven.

[3]   Johannes 10:[26] Maar u gelooft niet, want u bent niet van Mijn schapen, zoals Ik u gezegd heb. [27] Mijn schapen horen Mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij. [28] En Ik geef hun eeuwig leven; en zij zullen beslist niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand rukken. [29] Mijn Vader, Die hen aan Mij gegeven heeft, is meer dan allen, en niemand kan hen uit de hand van Mijn Vader rukken.

            Aantekening: Degenen die van Mijn schapen zijn (d.w.z. door Hem zijn uitgekozen) zijn zij die in Jezus geloven. Als mensen niet geloven, komt dit doordat zij niet van Jezus’ schapen zijn: God moet hun eerst het vermogen geven om te geloven en hen met een nieuw hart toevoegen aan Jezus’ kudde (zie Johannes 1:13; 6:44). eeuwig leven (Johannes 10:28) kan iemand niet worden ontnomen (zie aantekening bij Johannes 6:40), want Jezus’ schapen zijn het eigendom van Hem en van de Vader. uit Mijn hand rukken in Johannes 10:28 en 29 suggereert geweld.* Dat lukt niet bij de goede Herder. Wel bij een ‘huurling’  (Johannes 10:12-13), die de kudde in de steek laat en vlucht. Vlg. Jesaja 43:13.

[4]  1 Thessalonicenzen 1:[4] Wij weten immers, geliefde broeders, van uw verkiezing door God.

            Aantekening: De uiteindelijke grond voor Paulus’ zekerheid omtrent de uitverkiezing van de Thessalonicenzen is dat zij geliefde broeders zijn. Gods liefde is de dragende grondslag van de verkiezing (Efeze 1:4-5; vgl. Romeinen1:7; 9:13) en wordt erdoor aangetoond (Romeinen 8:35-39; 11:28). Verkiezing (Grieks ‘eklogë, keuze, selectie, verkiezing’) verwijst naar Gods voorafgaande soevereine daad van het bestemmen van mensen voor het eeuwige leven.* Paulus maakt uit de gebeurtenissen tijdens de zendingsreis op dat de Thessalonicenzen uitverkoren zijn. Daarom kan hij hen geruststellen dat zij voor eeuwig geborgen zijn.

[5]  Hebreeën 6:[4] Want het is onmogelijk om hen die eens verlicht zijn geweest, die de hemelse gave geproefd hebben en deelgenoot zijn geworden van de Heilige Geest, [5] en die het goede Woord van God geproefd hebben en de krachten van de komende wereld, [6] en die daarna afvallig worden, weer opnieuw tot bekering te brengen, omdat zij voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigen en openlijk te schande maken. [7] Want de aarde die de regen indrinkt, die er dikwijls op valt, en die nuttig gewas voortbrengt voor hen door wie hij ook bewerkt wordt, ontvangt zegen van God. [8] Maar de aarde die dorens en distels voortbrengt, is verwerpelijk en de vervloeking nabij, waarvan het einde tot verbranding leidt.

            Aantekening: Dit gedeelte is onderwerp van veel – aanzienlijke van elkaar verschillende – interpretaties geweest. Het punt is of de uitspraken in vers 4-5 (bv. ‘verlicht’, ‘de hemelse gave geproefd’, ‘deelgenoot … van de Heilige Geest’, ‘het goede woord van God geproefd’) op hen van toepassing zijn die ooit werkelijk christen zijn geweest. (1) Sommigen beweren dat dit op ware christenen slaat. Dus christenen kunnen ‘afvallig’ worden en hun zaligheid verliezen (maar vgl. Hebreeën 3:14*, waardoor hiermee een fundamenteel probleem ontstaat). Toch zeggen de meeste voorstanders van deze visie dat een afvallige terug kan keren tot het christelijke geloof. Maar dan geld Hebreeën 6:4-6 alleen voor de hardnekkige afvalligen bij wie het ‘onmogelijk’ is hen ‘weer opnieuw tot bekering te brengen’ (vers 4, 6). (2) Zij hebben volledig deelgehad aan de gemeenschap (waarin zij het verlichte Woord Gods ontvingen, bekeringen gezien hebben en de Heilige Geest op krachtige wijze werkte). Maar toch beweren de meesten dat, wanneer zulke mensen ‘afvallig’ worden, het duidelijk is dat zij niet werkelijk christen zijn. Zij hebben immers het Evangelie niet in waarheid en getrouwheid aangenomen, anders hadden zij deel aan het ware geloof, de liefde en de volharding gehad (vers 9-12). Het is opmerkelijk dat ze vergeleken worden met de aarde die veel regen ontvangt maar geen vrucht voortbrengt, alleen ‘dorens en distels’ (vers 8). Zij hebben dus ogenschijnlijk deelgehad deelgehad in de christengemeenschap wellicht zelfs de zegeningen van de gemeenschap genoten, maar, net als zaad dat op de rotsbodem valt, hebben zij ‘geen wortel in zichzelf’ (Markus 4:17) en worden ze ‘afvallig’ als er vervolgingen komen. (3) Nog een ander gezichtspunt is dat de waarschuwingen bestemd zijn voor de ware gelovigen, en al zullen zij nooit helemaal afvallen, gebruikt God dit toch als oproep voor hen om het geloof vast te houden. Zo wil God hen die Hij uitverkoren heeft, bewaren. (4) Een vierde standpunt is dat ‘afvallig worden’ in Hebreeën 6:6 te maken heeft met het verlies van de hemelse voorrechten. Ondanks dat de auteur beseft dat er misschien enkelen in de gemeenschap zijn voor wie vers 4-8 geldt, denkt hij al met al niet dat dit voor de hele gemeente geldt aan wie hij schrijft. Hij zegt immers: ‘wat u betreft zijn wij echter overtuigd van betere dingen, die met de zaligheid samenhangen’ (vers 9).   

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

PSALM 38 : 16 – 23 

DAG 56

LEZEN: PSALM 38

THEMA: Roep om hulp

(HSV) [16] Maar op U, HEERE, hoop ik; Ú zult verhoren, Heere, mijn God! [17] Want ik zei: Laten zij zich toch over mij niet verblijden! Zou mijn voet wankelen, zij zouden zich tegen mij verheffen. [18] Ja, ik dreig te struikelen, mijn smart staat voortdurend vóór mij. [19][1] [2]Want ik maak U mijn ongerechtigheid bekend, ik ben bekommerd vanwege mijn zonde. [20] Maar mijn vijanden zijn in leven en worden machtig; wie mij om valse redenen haten, worden talrijk. [21] Wie kwaad voor goed vergelden, zijn mijn tegenstanders, omdat ik het goede najaag. [22] Verlaat mij niet, HEERE; mijn God, blijf niet ver van mij. [23] Kom mij spoedig te hulp, Heere, mijn heil!

(BGT) [16] Ik vertrouw op u, Heer, U zult mij antwoord geven, God. [17] Ik wil niet dat mijn vijanden om mij lachen, ik wil niet dat ze vrolijk zijn omdat ik val. [18] Ik kan bijna niet meer staan, en ik heb voortdurend pijn. [19] Ik wil zeggen wat ik verkeerd gedaan heb, anders vind ik geen rust. [20] Ik heb heel veel vijanden, maar ik weet niet waarom ze mij haten. [21] Ik wil goed doen, maar zij zijn tegen mij. Voor mijn goedheid krijg ik ellende terug. [22] Mijn God, blijf niet ver weg van mij. Heer, laat mij niet alleen. [23] U kunt mij redden, Heer, kom snel en help mij!

Aantekening

Psalm 38 : 16 – 23  Maar op U hoop ik. In een zo hopeloze situatie moet de gelovige alleen op God zien, en nier smeekt hij God hem te hulp te komen. Hij toont waar geloof door zijn ongerechtigheden te belijden waarvoor hij gestraft wordt (vers 19) en door de Heere zijn heil te noemen (vers 23).


[1]  2 Korinthe 7:[8] Want al heb ik u in de brief bedroefd, ik heb er geen berouw van. Hoewel ik er wel berouw van gehad heb, want ik zie dat die brief, ook al is het voor een korte tijd, u bedroefd heeft.

     [9] Nu verblijd ik mij, niet omdat u bedroefd bent geweest, maar omdat u bedroefd bent geweest tot bekering. Want u bent bedroefd geweest overeenkomstig de wil van God, zodat u in geen enkel opzicht door ons schade hebt geleden.

     [10] Want de droefheid die overeenkomstig de wil van God is, brengt een onberouwelijke bekering tot zaligheid teweeg, maar de droefheid van de wereld brengt de dood teweeg.

[2]  Psalm 32:[5] Mijn zonde maakte ik U bekend, mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zei: Ik zal mijn overtredingen belijden voor de HEERE. En Ú vergaf mijn ongerechtigheid, mijn zonde.

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

1 PETRUS 5 : 7

DAG 55

LEZEN: 1 PETRUS 5 : 1 – 14

THEMA: De Heer is je herder

(HSV) [7] [1]Werp al uw zorgen op Hem, [2]want Hij zorgt voor u.

(BGT) [7] Vertrouw op hem als het leven zwaar is, want hij zal voor je zorgen.

Aantekening

1 Petrus 5 : 7  Werp al uw zorgen op Hem. Het woord ‘werp’ vult de uitdrukking ‘verneder u dan’ vers 6 verder aan. Bezorgdheid is een vorm van trots, omdat het betekent dat je de zorgen op jezelf neemt in plaats van deze aan God toe te vertrouwen, omdat Hij als hun Vader zorgt voor hen.

God zorgt!          1 Petrus 5 : 7                (Uit de Vrouwen Bijbel)

Wat kunnen wij ons soms toch zorgen maken! Om onze ouders, onze geliefden, vrienden/vriendinnen, kinderen, de mensen om ons heen. Maar ook om ons werk, om zaken in de kerk en natuurlijk al het leed dat we in de wereld zien. Betrokkenheid is iets moois, maar zorgen vreten energie. Tip: maak een ‘zorgenschriftje’ waarin je telkens wanneer je je zorgen maakt, je zorg in een gebed opschrijft naar God. 


[1]  Psalm 55:[23] Werp uw zorg op de HEERE, en Híj zal u onderhouden; Hij zal voor eeuwig niet toelaten dat de rechtvaardige wankelt.

   Mattheüs 6:[25] Daarom zeg Ik u: Wees niet bezorgd over uw leven, over wat u eten en wat u drinken zult; ook niet over uw lichaam, namelijk waarmee u zich kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding?

   Lukas 12:[22] En Hij zei tegen Zijn discipelen: Daarom zeg Ik u: Wees niet bezorgd over uw leven: over wat u eten zult, of over uw lichaam: waarmee u zich kleden zult.

   Filippenzen 4:[6] Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God;

   1 Timotheüs 6:[8] Als wij echter voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn.

[2]  1 Korinthe 9:[9] Want in de wet van Mozes staat geschreven: U mag een dorsende os niet muilbanden. Bekommert God Zich alleen maar om de ossen?

   Hebreeën 13:[5] Laat uw handelwijze zonder geldzucht zijn. Wees tevreden met wat u hebt, want Hij heeft Zelf gezegd: Ik zal u beslist niet loslaten en Ik zal u beslist niet verlaten.

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

 1 PETRUS 4 : 19 

DAG 54

LEZEN: 1 PETRUS 4 : 12 – 19

THEMA: Vuurproef

(HSV) [19] Daarom, laten ook zij die lijden naar de wil van God, hun zielen aan Hem, als de getrouwe Schepper, toevertrouwen in het doen van het goede.

(BGT) [19] Blijf daarom goede dingen doen, ook al laat God je nu lijden. Vertrouw op hem, want hij heeft je gemaakt.

Aantekening

1 Petrus 4 : 19  Dit vers vat de boodschap van 1 Petrus samen: gelovigen lijden in overeenstemming met de wil van God, want Hij heerst over alles wat er met hen gebeurt. Als de soevereine Schepper is God ook liefdevol en getrouw, daarom moeten zij hun leven helemaal aan Hem toevertrouwen, net zoals Jezus deed toen Hij leed (1 Petrus 2:23). Dit vertrouwen uit zich in het doen van het goede.

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

1 PETRUS 4 : 9 – 10

DAG 53

LEZEN: 1 PETRUS 4 : 1 – 11

THEMA: Anders zijn: gericht op anderen

(HSV) [9] [1]Wees gastvrij voor elkaar, [2]zonder morren. [10] [3]Laat ieder de anderen dienen met de genadegave zoals hij die ontvangen heeft, als goede beheerders van de veelsoortige genade van God.

(BGT) [9] Ontvang elkaar ook hartelijk in je huis, zonder te klagen. [10] Jullie moeten elkaar helpen. God zal ervoor zorgen dat jullie dat kunnen. Want hij heeft aan ieder van jullie een bijzondere kracht gegeven, die je goed moet gebruiken.

Aantekening

1 Petrus 4 : 8 – 9  Volhardende liefde voor anderen toont dat iemand leeft in het licht van de toekomst. Ware liefde zal een menigte van zonden van andere mensen bedekken (Spreuken 10:12). Waar de liefde heerst, worden overtredingen dikwijls met de mantel der liefde bedekt. gastvrij zijn wordt dikwijls bewonderd in Grieks-Romeinse en Joodse bronnen (vgl. 1 Timotheüs 3:2; Titus 1:8). Het was hard nodig in een tijd waarin herbergen dan ook gevaarlijk en onaangenaam konden zijn.

1 Petrus 4 : 10  Alle gelovigen hebben ten minste één genadegave van God ontvangen, en ze moeten deze gaven niet wegstoppen maar ze trouw gebruiken als beheerders van Gods genade (vgl. 1 Korinthe 12-14).


[1]  Romeinen 12:[13] Wees deelgenoot in de noden van de heiligen. Leg u toe op de gastvrijheid.

     Hebreeën 13:[2] Vergeet de gastvrijheid niet, want hierdoor hebben sommigen zonder het te weten engelen onderdak geboden.

[2]   Filippenzen 2:[14] Doe alle dingen zonder morren en meningsverschillen,

[3]   Spreuken 3:[28] Zeg niet tegen je naaste: Ga heen en kom nog eens terug en morgen zal ik het geven, terwijl het bij jou is.

    Romeinen 12:[6] En nu hebben wij genadegaven, onderscheiden naar de genade die ons is gegeven:

    2 Korinthe 8:[11] Voltooi echter nu ook het doen, opdat, zoals de bereidwilligheid er was, zo ook de voltooiing er zal zijn, overeenkomstig wat u hebt.

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

1 PETRUS 3 : 22 

DAG 52

LEZEN: 1 PETRUS 3 : 13 – 21

THEMA: Hoop doet leven

(HSV) [22] [1]Die aan de rechterhand van God is, opgevaren naar de hemel, terwijl de engelen, machten en krachten Hem onderworpen zijn.

(BGT) [22] Christus is opgestaan uit de dood, en zo heeft hij alle engelen en geesten die over de wereld willen heersen, overwonnen. Nu zit hij in de hemel naast God, aan de rechterkant.

Aantekening

1 Petrus 3 : 22 de centrale waarheid van de verzen 18 -22 is dat Christus heeft getriomfeerd over Zijn vijanden. Hij is nu opgevaren naar de rechterhand van God, en alle engelen en demonische machtenzijn aan Hem onderworpen omdat Hij Heere en Christus is. Christenen kunnen zich dus verheugen in hun lijden, wetende dat Christus heeft getriumfeerd. 


[1]  Efeze 1:[20] die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit de doden opwekte en aan Zijn rechterhand zette in de hemelse gewesten,

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

1 PETRUS 3 : 8 

DAG 51

LEZEN: 1 PETRUS 3 : 1 – 12

THEMA: Gelijkwaardig

(HSV) [8] Ten slotte, [1]wees allen eensgezind, vol medeleven, heb de broeders lief, wees barmhartig en vriendelijk.

(BGT) [8] Ten slotte zeg ik tegen jullie allemaal: Maak geen ruzie met elkaar. Leef met elkaar mee, en houd van elkaar als broers en zussen. Wees vriendelijk en bescheiden.

Aantekening

1 Petrus 3 : 8 – 9  Ten slotte … allen geeft een overgang van de voorgaande specifieke aanwijzing naar een opsomming van godvruchtige deugden waar alle gelovigen altijd een voorbeeld van zouden moeten zijn. Wie anderen zegenen, ontvangen zegen van God, wat Petrus in de volgende verzen verklaart.


[1]  Romeinen 12:[16] Wees eensgezind onder elkaar. Streef niet naar de hoge dingen, maar houd u bij de nederige. Wees niet wijs in eigen oog.

   Romeinen 15:[5] En de God van de volharding en van de vertroosting moge u geven onderling eensgezind te zijn in overeenstemming met Christus Jezus,

   1 Korinthe 1:[10] Maar ik roep u ertoe op, broeders, door de Naam van onze Heere Jezus Christus, dat u allen eensgezind bent in uw spreken, en dat er onder u geen scheuringen zijn, maar dat u hecht aaneengesmeed bent, één van denken en één van gevoelen.

   Filippenzen 2:[2] maak dan mijn blijdschap volkomen, doordat u eensgezind bent, dezelfde liefde hebt, één van ziel bent en één van gevoelen.

   Filippenzen 3:[16] Maar tot zover wij gekomen zijn, laten wij naar dezelfde regel wandelen, laten wij eensgezind zijn.

Tekst voor Vandaag

TEKST VOOR VANDAAG

1 PETRUS 2 : 21 – 24

DAG 50

LEZEN: 1 PETRUS 2 : 18 – 25

THEMA: Christelijke assertiviteit

(HSV) [21] Want hiertoe bent u geroepen, omdat ook Christus voor ons geleden heeft; Hij laat [1]ons zo een voorbeeld na, opdat u Zijn voetsporen zou navolgen; [22] [2]Hij, Die geen zonde gedaan heeft en in Wiens mond geen bedrog gevonden is; [23] [3]Die, toen Hij uitgescholden werd, niet terugschold, en toen Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem Die rechtvaardig oordeelt; [24] [4]Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout, [5]opdat wij, voor de zonden dood, voor de gerechtigheid zouden leven. Door Zijn striemen bent u genezen.

(BGT) [21] Jullie zijn uitgekozen om, net als Christus, goede dingen te doen. Ook al word je ervoor gestraft. Christus heeft voor jullie geleden. Daarmee gaf hij jullie een voorbeeld, hij liet zien hoe je moet leven als zijn volgeling.  [22] Hij deed nooit iets verkeerds. Hij vertelde nooit een leugen.  [23] Toen hij werd uitgescholden, schold hij niet terug. Toen de mensen hem lieten lijden, bedreigde hij hen niet. In plaats daarvan vertrouwde hij op God, die eerlijk rechtspreekt over alle mensen. [24] Dankzij Jezus Christus zijn onze zonden vergeven. Hij heeft onze zonden gedragen toen hij stierf aan het kruis. Nu kunnen wij leven zoals God het wil. Want door het lijden van Christus zijn wij bevrijd.

Aantekening

1 Petrus 2 : 21  Het plaatsvervangend offer van Christus, waarin Hij Zijn leven gaf voor zondaars, is uniek en toch kunnen degenen die Hij gered heeft, het voorbeeld van christus volgen wanneer zij ten onrechte lijden, ook al bewerkt hun lijden geen verzoening voor de zonde.

1 Petrus 2 : 22  Dit essentiële vers onderstreept de zondeloosheid van Christus (geen zonde gedaan heeft) en Zijn plaatsvervangende dood voor zondaars (vgl. 1 Petrus 3:18). Jezus’ vrijheid van bedrogverwijst naar Jesaja 53:9. Jesaja 52:13-53:12 benadrukt vooral dat de Knecht van de Heere stierf als Plaatsvervanger om de zonden van Zijn volk weg te nemen.

1 Petrus 2 : 23  toen Hij leed, niet dreigde. Het is normaal om te verlangen naar vergelding bij onrechtvaardige kritiek of lijden, maar Jezus gedroeg Zich als het zachtmoedige lam van Jesaja 53:7. Hij kon dit doen, omdat Hij zowel Zichzelf als hen die Hem mishandelden, geheel overgaf aan God. Hij wist dat God rechtvaardig is en alle dingen uiteindelijk recht zal maken. Zo zijn ook de gelovigen, in de wetenschap dat God rechtvaardig oordeelt, in staat om anderen te vergeven en om alle oordeel en wraak aan God te laten (vgl. Romeinen 12:19). Elke verkeerde daad in het universum zal ofwel bedekt worden door het bloed van Christus, ofwel de rechtvaardige vergelding van god ontvangen bij het laatste oordeel.

1 Petrus 2 : 24  het hout werd vaak gebruikt als synoniem voor het ‘kruis’ in de judaïsme van de 1eeeuw, mogelijk in verband met Deuteronomium 21:22-23 (vgl. Galaten 3:13; ook Handelingen 5:30; 10:39; 13:29; en zie aantekening over kruisiging bij Mattheüs 27:35). De unieke, plaatsvervangende, zonde dragende dood van Jezus wordt hier beschreven, met verwijzing naar Jesaja 53:4, 5, 11. genezen. De genezing in de verzoening heeft in deze context niet betrekking op lichamelijke genezing (echter vgl. Mattheüs 8:17), maar op de vergeving van zonden. Jezus’ dood moet leiden tot een ingrijpende verandering in het leven van gelovigen, zodat ze nu alle banden met het kwaad verbreken (vooe de zonden dood) en zich wijden aan het op een heilige manier (voor de gerechtigheidleven.

Aantekening bij Mattheüs 27 : 35  Hem gekruisigd hadden. Kruisiging was een veelvoorkomende praktijk bij de Romeinen, en de vroeg-Joodse historicus Josephus verhaalt van duizenden mensen die in de 1e eeuw in Israël waren gekruisigd (de meesten tijdens de opstanden tegen Rome). Er zijn verhalen bekend van Romeinse soldaten die een wreed spel speelden met in welke houding de slachtoffers gekruisigd zouden worden (bv. Josephus, De Joodse oorlog, 5.449-551), maar spijkers en een dwarsbalk waren er meestal wel. Modern medisch onderzoek naar de oorzaak van het sterven aan een kruis richt zich op verstikking en een shock. Kruisiging werd door velen als de ergste vorm van terechtstelling gezien, vanwege de ondragelijke pijnen en de publiekelijke schande. Het hangen aan de armen veroorzaakte ten slotte zware ademhaling, maar dat kon verlicht worden door de voeten wat op te duwen, zodat de armen niet het hele lichaamsgewicht hoefden te dragen. Maar dit veroorzaakte weer erge pijnen in de voeten, armen, benen en rug, waardoor het uitgeputte slachtoffer weer inzakte, nauwelijks nog in staat om te ademen. Uiteindelijk zou het uitgeputte slachtoffer bezwijken aan verstikking, als hij al niet gestorven was door de pijnen van alle lichamelijke kwellingen. verdeelden zij Zijn kleren door het lot te werpen is duidelijk een verwijzing naar Psalm 22:19. Mattheüs zinspeelt in zijn verhaal veel op Psalm 22, zonder dat hij overigens zijn kenmerkende ‘vervullingsformulering’ gebruikt (zie aantekening bij Mattheüs 1:22). Zijn lezers zouden toch wel begrijpen dat de soldaten de Schrift vervulden.

Aantekening bij Mattheüs 1 : 22  Dit alles is geschied opdat vervuld werd. Dit is de ‘vervullingsformulering’ van Mattheüs waarmee hij wijst op een gebeurtenis of lering van Jezus die de vervulling is van een tekst uit het Oude Testament. Het is: (1) óf een directe vervulling van een profetie (bv. Mattheüs 1:22-23); (2) óf de eigenlijke bedoeling van een oudtestamentische tekst (bv. Mattheüs 5:17-20), (3) óf  een door God bewerkte analogische/typologische overeenkomst met de geschiedenis van Israël (bv. Mattheüs 2:15, 17-18).

Goed doen aan wie jou kwaad doen 1 Petrus 2:21-24 (Uit de Vrouwen Bijbel)

Goed reageren op een kwetsende opmerking of een pijnlijke roddel. Wat is dat moeilijk! Voor je het door hebt, reageer je met scherpe woorden. Petrus roept op tot een andere weg. Hij wijst op Jezus. Jezus werd gehoond en bedreigd, maar liet het oordeel over aan God. Hij ging niet in de tegenaanval. Dat is ook jouw roeping, zegt Petrus. Die houd je vol wanneer je ontdekt dat Christus ook geleden heeft voor de momenten dat jijzelf iemand pij hebt gedaan.    


[1]  Johannes13:[15] Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat ook u zult doen zoals Ik voor u heb gedaan.

   Filippenzen 2:[5] Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was,

   1 Johannes 2:[6] Wie zegt in Hem te blijven, moet ook zelf zo wandelen als Hij gewandeld heeft.

[2]  Jesaja 53:[9] Men heeft Zijn graf bij de goddelozen gesteld, en Hij is bij de rijke in Zijn dood geweest, omdat Hij geen onrecht gedaan heeft en geen bedrog in Zijn mond geweest is.

   2 Korinthe 5:[21] Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.

   1 Johannes 3:[5] En u weet dat Hij geopenbaard is om onze zonden weg te nemen; en zonde is er in Hem niet.

[3]  Mattheüs 27:[39] En de voorbijgangers lasterden Hem, schudden hun hoofd,

   Johannes 8:[48] De Joden dan antwoordden en zeiden tegen Hem: Zeggen wij niet terecht dat U een Samaritaan bent en door een demon bezeten bent? [49] Jezus antwoordde: Ik ben niet door een demon bezeten, maar Ik eer Mijn Vader, en u onteert Mij.

[4]  Jesaja 53:[4] Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen, onze smarten heeft Hij gedragen. Wíj hielden Hem echter voor een geplaagde, door God geslagen en verdrukt.

   Mattheüs 8:[17] opdat vervuld werd wat gesproken was door de profeet Jesaja toen hij zei: Hij heeft onze zwakheden op Zich genomen, en onze ziekten gedragen.

[5]  Romeinen 6:[11] Zo dient ook u uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere.