Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Bij de beesten af

Lezen: Daniël 4 :  25 – 34 

Woensdag 23 september 2020        Daniël 4 : 33

Op hetzelfde ogenblik werd dat woord over Nebukadnezar voltrokken. Hij werd uit de mensenwereld verstoten, hij at gras zoals runderen, en zijn lichaam werd bevochtigd door de dauw van de hemel, totdat zijn haar zo lang werd als de veren van arenden en zijn nagels als die van vogels.

(BGT vers 30) Op dat ogenblik gebeurde met mij precies wat er gezegd was. Niemand wilde nog iets met mij te maken hebben. Ik begon gras te eten als een koe. Ik was ’s nachts buiten, ook al was het koud en nat. Mijn haar werd even lang als de veren van een adelaar. Mijn nagels groeiden door. Mijn handen leken op de poten van een vogel.

Aantekening

Daniël 4 : 28 – 33  >  De vernedering van Nebukadnezar. Er ging een jaar voorbij, maar Nebukadnezar toonde geen tekenen van verandering. Het uitzicht vanaf het dak van het koninklijk paleis van Babel (vers 29, BGT vers 26) bood de aanblik van diverse sierlijke tempels, hangende tuinen (een van de zeven wereld wonderen) die hij voor zijn vrouw had laten bouwen, en de buitenste stadsmuur, zo breed dat twee vierspannen elkaar daarop konden passeren. Toen hij naar deze geweldige prestatie keek, schepte Nebukadnezar bij zichzelf op over zijn sterke macht en majesteit(vers 30, BGT vers 27). Onmiddellijk werd het oordeel vanuit de hemel aangekondigd. Zijn koninklijke waardigheid werd hem afgenomen en hij werd verdreven uit Babel. Hij at gras en leefde onder de blote hemel zoals de runderen zijn haar en zijn nagels werden niet geknipt en ze werden daardoor zo lang als die van vogels (vers 33, BGT vers 30).

Bewogen oproep                    Daniël 4                       (Uit de Mannen Bijbel)

Nebukadnezar heeft een leger van waarzeggers om zich heen, die hem op de hoogte moeten houden van wat de goden in hun schild voeren. Als zij er niet uit komen, mag Daniël hun probleem oplossen. Nebukadnezar is kennelijk onder de indruk: Daniël wordt bevorderd tot hoofd van alle wijzen en hun leidinggevenden (Daniël 2:48). Nebukadnezars respect voor Daniël en diens God lijkt echter van korte duur. Met het geweldige beeld uit hoofdstuk 3 zoekt de koning goddelijke eer. Die hoogmoed komt voor de val (hoofdstuk 4).

Wat doet dit met Daniël? Gunt hij Nebukadnezar zijn verdiende loon, schrijft hij hem af?

Nee, hij doet een bewogen oproep op de koning om de macht van de hemel te erkennen, door God en zijn naaste recht te doen (Daniël 4:27). Stel je voor dat het oordeel aan Nebukadnezar en zijn volk zou mogen voorbijgaan!

Daniël heeft hart voor het welzijn van het volk en voor sociale gerechtigheid in het goddeloze Babylonië waar hij als balling verblijft. Als christen ben je burger van een Rijk in de hemel. Maar dat geeft je nog niet het recht om de wereld en haar samenleving af te schrijven. Dan zou je op Gods troon gaan zitten, en lijk je meer op Nebukadnezar dan op Daniël.

Psychisch ziek                       Daniël 4 : 33                 (Uit de Vrouwen Bijbel)

Nebukadnezar krijgt te maken met een psychisch ziekte. De ziekte is dermate ernstig dat hij niet onder de mensen kan wonen, maar eenzaam en geïsoleerd moet leven.

Ook wij kunnen last hebben van psychische ziekten, of mensen in onze omgeving hebben ermee te maken. Van verstoting is niemand gelukkiger geworden. Wat kun jij doen om je betrokkenheid te tonen aan hen die psychisch lijden? 

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      … wordt nachtmerrie

Lezen: Daniël 4 : 19 – 28  

Dinsdag 29 september 2020           Daniël 4 : 22 – 25

dat bent u, o koning, u die groot en sterk bent geworden. Want uw grootheid is zo toegenomen dat zij reikt tot de hemel, en uw heerschappij reikt tot het einde van de aarde. Dat nu de koning een wachter, namelijk een heilige, heeft zien neerdalen uit de hemel, die zei: Houw deze boom om, vernietig hem, maar laat de stam met zijn wortels in de aarde, en wel in een ijzeren en bronzen band, in het jonge gras van het veld; laat hem bevochtigd worden door de dauw van de hemel en laat zijn deel met de dieren van het veld zijn, totdat er zeven tijden over hem voorbij zijn gegaan – dit is de uitleg ervan, o koning, en het is een besluit van de Allerhoogste dat mijn heer de koning overkomt: [1]Men zal u namelijk uit de mensenwereld verstoten, en u zult uw verblijf hebben bij de dieren van het veld. Men zal u gras te eten geven, zoals aan runderen, en u zult bevochtigd worden door de dauw van de hemel. Zeven tijden zullen over u voorbijgaan, totdat u erkent dat de Allerhoogste Heerser is over het koningschap van de mensen en dat geeft aan wie Hij wil.

(BGT 19 – 22) Die boom, dat bent u, koning! U bent machtig en sterk. Uw macht is groot, u regeert over de hele aarde. U zag ook een heilige engel uit de hemel komen. Die zei: ‘Hak die boom om! Vernietig hem! Maar laat een klein stuk van de boomstam staan. Zet de stam vast in het gras met een ketting van ijzer en brons. Laat hem ’s nachts buiten, ook al is het koud en nat. Laat hem leven zoals de wilde dieren. Dat zal zeven jaar duren.’’ Daniël zei: ‘Dat betekent, koning, dat de allerhoogste God het volgende over u heeft besloten.  Geen mens wil straks nog iets met u te maken hebben. U moet bij de dieren leven, en gras eten als een koe. U zult ’s nachts buiten zijn, ook al is het koud en nat. Dat duurt zeven jaar. Dan zult u begrijpen dat de allerhoogste God over alles regeert, ook over koningen. Hij beslist zelf aan wie hij macht geeft.

Aantekening

Daniël 4 : 23  >  Het beeld van een kosmische boom die tot de hemel reikt (vers 11) doet denken aan de toren van Babel (zie Genesis 11:4). Een dergelijke hoogmoed eindigt onvermijdelijk in een ramp, en de goddelijke houthakker zou de boom krakend vellen en hem verwijderen van zijn plaats van invloed en eer. Nebukadnezar zou niet alleen zijn macht en eer verliezen, maar ook zijn verstand (dat hem als mens kenmerkt), zodat hij zich zou gedragen als de wilde dieren. Degene die van zichzelf in goddelijke bewoordingen dacht, zou worden als een beest, zodat hij zou beseffen dat hij in wezen slechts een mens is. Toen de boom was omgehakt, mochten de stam en de wortels in de aarde blijven, in een ijzeren en bronzen band. Wellicht was dat een suggestie dat het koninkrijk van Nebukadnezar beschermd zou blijven en weer hersteld kon worden nadat hij geleerd had de ware God eer te bewijzen

Daniël 4 : 25  >  Er was hoop voor herstel voor Nebukadnezar nadat hij een volledige periode van boete, zeven tijden, had doorgemaakt in zijn dierlijke staat.

Wanneer Nebukadnezar zou erkennen dat God het heelal en de menselijke koninkrijken onder Zijn beheer heeft en hij, Nebukadnezar, niet, zou hij weer hersteld worden in zijn koningschap. Daniël verkondigde Gods heerschappij over het lot van landen, zelfs over Babel – in die tijd de grootste natie ter wereld – door te bevestigen wat Nebukadnezar al in zijn droom gehoord had (vers 17; vgl. vers 32, 35), namelijk dat de Allerhoogste Heerser is over het koningschap van de mensen en dat geeft aan wie Hij wil. 


[1]  Daniël 5:20 enz.

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Droomleven …

Lezen: Daniël 4 : 1 – 18  

Maandag 28 september 2020         Daniël 4 : 10

De visioenen nu die mij op mijn bed voor ogen kwamen, waren deze: Ik keek toe, en zie, een boom, midden op de aarde, groot was zijn hoogte.

(BGT vers 7) Terwijl ik sliep, had ik de volgende droom. Ik zag een hoge boom midden op de aarde staan.

Aantekening

Daniël 4 : 10 – 16  >  In deze droom zag Nebukadnezar een enorme boom waarvan de hoogte tot de hemel reikte. Terwijl Nebukadnezar toekeek, daalde echter een wachter, namelijk een heilige (een engel die de opdracht heeft het oordeel van God op aarde uit te voeren) neer en gaf bevel de boom om te houwen. De boom werd echter niet totaal vernietigd: zijn stam moest zeven tijden (de tekst legt de lengte van die tijden niet uit, maar ‘zeven’ betekent volledigheid en de meeste oude en hedendaagse geleerden hebben beargumenteerd dat dat ‘zeven jaar’ betekende) in de grond blijven, in een ijzeren en bronzen band.

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Wie gaat voor jou door het vuur?

Lezen: Daniël 3 : 24 – 30  

Zondag 27 september 2020            Daniël 3 : 28

Nebukadnezar nam het woord en zei: Geloofd zij de God van Sadrach, Mesach en Abed-Nego, Die Zijn engel heeft gezonden en Zijn dienaren heeft verlost, die op Hem hebben vertrouwd, het bevel van de koning hebben weerstaan en hun lichaam hebben overgegeven, omdat zij geen enkele god wilden vereren of aanbidden dan hún God.

(BGT) Toen zei de koning: ‘Ik dank de God van Sadrach, Mesach en Abednego! Zij hebben niet geluisterd naar mijn bevelen, maar ze vertrouwden op hun God. Ze wilden zelfs hun leven geven. Ze wilden beslist niet voor een andere god buigen. Daarom stuurde hun God een engel om hen te redden.

Aantekening

Daniël 3 : 28  >  De vraag van Nebukadnezar in vers 15 is beslissend beantwoord, zoals hijzelf moet toegeven. Maar zijn hart was nog niet veranderd: hij sprak van de God van Sadrach, Mesach en Abed-Nego, of hún … God, niet van zijn God.

OverdenkingKunnen wij de vraag: Wie gaat er voor mij door het vuur, zonder nadenken beantwoorden? Zijn wij net als de vrienden van Daniël er zo van overtuigd dat God ons zal redden en helpen uit elke situatie waarin wij zullen komen. Omdat wij voor Hem hebben gekozen. Als we dit hebben gelezen, moeten wij toch erkennen dat Gods macht zeer groot is. Maar wij zijn mensen en bij ons is vaak de twijfel die de boventoon voert. Gelukkig hebben wij Jezus! Want die weet wat wij voelen en doormaken en Hij kent onze twijfel. Laten wij dan luisteren naar wat Jakobus zegt: Als er iemand wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, (Jakobus 1:5). Ook Jakobus heeft vertrouwen want in datzelfde vers zegt hij: Als je het aan God vraagt, Hij je overvloedig geeft, en geen verwijten maakt, voegt hij eraan toe. Ook zegt Jakobus dat het je gegeven zal worden, als je het in geloof doet. Dus met andere woorden ver

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Laaiende woede

Lezen: Daniël 3 : 13 – 23  

Zaterdag 26 september 2020          Daniël 3 : 19

Toen werd Nebukadnezar met grimmigheid vervuld, en zijn gelaatsuitdrukking tegenover Sadrach, Mesach en Abed-Nego veranderde. Hij nam het woord en zei dat men de oven zevenmaal heter moest stoken dan men gewoon was hem te stoken.

(BGT) De koning werd nog kwader. Hij keek woedend naar de drie mannen en riep: ‘Steek de grote oven aan, en maak het vuur zeven keer zo heet als anders.

Aantekening

Daniël 3 : 19  >  Kwaad beveelt Nebukadnezar dat de vuuroven harder opgestookt moet worden: zevenmaal heter … dan men gewoon was hem te stoken is waarschijnlijk een figuurlijke aanduiding voor ‘zo heet mogelijk’ (zeven is het getal dat volledigheid of toppunt aanduidt, vgl. Spreuken 24:16, 26:16).

Overdenking

Boven het gedeelte staat ‘Laaiende woede’, en we lazen in vers 19 dan ook dat Nebukadnezars gelaatsuitdrukking (letterlijk: het beeld van zijn gezicht) veranderde. Waardoor kwam dat? Ik denk dat dat kwam omdat zoals we konden lezen in vers 17, dat Sadrach, Mesach en Abed-Nego de koning vertelden dat als het moest hun God hen uit de brandende vuuroven kan redden. Maar een ding was zeker, hun God zal hen uit de hand van hem, koning Nebukadnezar redden. Wat een vertrouwen komt hier naar voren. Je ziet de vuuroven en je kent de macht van de koning, en dan nog zo overtuigd zijn dat God kan redden, en blijven geloven in de God die de toekomst in de hand heeft.

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Uitkomen voor je geloof

Lezen: Daniël 3 : 1 – 12  

Vrijdag 25 september 2020            Daniël 3 : 12

Nu zijn er Joodse mannen die u over het bestuur van het gewest Babel hebt aangesteld, namelijk Sadrach, Mesach en Abed-Nego. Deze mannen hebben op uw bevel, o koning, geen acht geslagen. Uw goden vereren zij niet, en het gouden beeld dat u hebt opgericht, aanbidden zij niet.

(BGT) Maar er zijn drie mannen uit Juda die niet doen wat u gezegd hebt! Het zijn Sadrach, Mesach en Abednego, uw eigen bestuurders in de provincie Babel. Die mannen dienen uw goden niet. En ze buigen ook niet voor uw gouden beeld.’

AantekeningDaniël 3 : 12  >  Sommige ‘Chaldeeuwse mannen’ (Daniël 3:8 – d.w.z. magiërs, bezweerders, e.d. vgl. Daniël 2:2, 4) merkten dat Sadrach, Mesach en Abed-Nego niet meededen bij het buigen voor het beeld. Zij beschuldigden de jongemannen van ondankbaarheid voor de functie die zij bekleedden en van oneerbiedigheid tegenover de goden van Nebukadnezar. Merkwaardigerwijze is Daniël zelf niet aanwezig; misschien was hij onderweg met een opdracht of stond hij boven de ambtenaren die in Daniël 3:3 genoemd worden, en hoefde hij daarom niet mee te doen aan een dergelijke manifestatie van Nebukadnezars trots. Het is ook mogelijk dat de Chaldeeuwse mannen Daniël niet durfden beschul

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      … en uitleg

Lezen: Daniël 2 : 36 – 49  

Donderdag 24 september 2020          Daniël 2 : 43 – 44

Dat u gezien hebt ijzer vermengd met modderig leem – ze zullen zich door menselijk zaad vermengen, maar ze zullen zich niet aan elkaar hechten, zoals ijzer zich niet vermengt met leem. In de dagen van die koningen zal de God van de hemel echter een Koninkrijk doen opkomen [1]dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan en waarvan de heerschappij niet op een ander volk zal overgaan. Het zal al die andere koninkrijken verbrijzelen en tenietdoen, maar zelf zal het voor eeuwig [2]standhouden.

(BGT) Dat komt doordat koningen hun kinderen laten trouwen met prinsen en prinsessen uit een ander land. Omdat die niet bij elkaar passen, valt het koninkrijk uit elkaar. In de tijd dat die koninkrijken verdwijnen, zal de God van de hemel een nieuw koninkrijk maken. Een rijk dat nooit verdwijnt. Niemand anders zal erover heersen. Dat rijk zal alle andere koninkrijken vernietigen. Maar zelf blijft het voor altijd bestaan.

Aantekening

Daniël 2 : 43 – 44  >  Het beeld van ijzer dat zich vermengt met leem ‘door menselijk zaad’ doet terugdenken aan het verbod gemengd zaad op een akker te zaaien (Leviticus 19:19). In die tijd zal God een Koninkrijk doen opkomen dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan. Zijn uiteindelijke Koninkrijk dat alle andere koninkrijken volledig zal vernietigen. Hoewel het klein begint, zal het groeien totdat het de aarde vervuld en het zal, anders dan aardse koninkrijken, voor eeuwig duren (vgl. ‘steen’, ‘grote berg’, Daniël 2:34-35). Het is opvallend dat God deze droom aan Nebukadnezar gaf in de 7e eeuw voor Christus (rond 602; zie aantekening bij vers 1). In deze droom en de volgende visioenen die ermee verbonden zijn in hoofdstuk 7-8 voorspelt God tot in details de toekomstige koninkrijken die in de 6e, 4e en 1e eeuw voor Christus op zouden komen om de wereldgeschiedenis te beheersen. Traditionele commentaren hebben in de loop van de geschiedenis van de kerk de vier koninkrijken bijna allemaal gelijkgesteld aan Babel, Medo-Perzië (gesticht door Kores in 539 voor Christus; bij name genoemd in Daniël 8:20), Griekenland (onder Alexander de Grote, ca. 331; bij name genoemd in Daniël 8:21) en Rome (her Romeinse Rijk begon zijn heerschappij in het Joodse land in 63 voor Christus). Deze geleerden nemen echter aan dat de gedetailleerde visioenen van Daniël geen voorspellende profetieën kunnen zijn, maar geschreven moeten zijn na de gebeurtenissen die zij zeggen te ‘voorspellen’. Zij zijn van mening dat Daniël niet in de 6e eeuw voor Christus was geschreven maar in de 2e eeuw, de periode van de Makkabeeën. Bij deze opstelling kan het vierde koninkrijk niet het Romeinse Rijk zijn, want dat bestond nog niet in die tijd. Zij stellen daarom diverse andere namen voor de koninkrijken voor, zoals (1) Babel. (2) Medië, (3) Perzië en (4) Griekenland; Medië was echter nooit een onafhankelijke wereldmacht nadat Babel in 539 voor Christus in handen van Kores kwam (het werd ook geregeerd door Kores). Een andere implicatie van de droom is dat elk aards koninkrijk zijn eigen roem heeft, maar ook zijn eigen einde; beide zijn bepaald door God. Het kenmerk van de voortgang van de wereldgeschiedenis is niet een weg omhoog naar roem en eenheid, maar een weg omlaag naar schande en verdeeldheid. Het beeld bestaat daarom achtereenvolgens uit goud, zilver, brons en ijzer, en van een hoofd via borst en armen, buik en benen naar voeten en tenen van een mengsel van ijzer en leem. De lijst metalen laat een steeds mindere waarde en schittering van het materiaal zien, maar een toename in hardheid en stevigheid. Sommige commentatoren zien hierin een aanduiding van een algeheel verval van morele waarde van de koninkrijken en een toename van de tijdspanne dat zij duurden. Zie het [3]schema op pagina 1404. In tegenstelling daarmee groeit het Koninkrijk van God vanuit een nietig begin tot uiteindelijk, ongedeelde roem als één enkel Koninkrijk dat de hele aarde voor eeuwig zal omvatten. De steen die al de vier andere koninkrijken zal verbrijzelen, is zeer waarschijnlijk Christus (zie Lukas 20:18). Hij is het mysterie van alle eeuwen, Degene in Wie God alles in Zijn glorierijke Koninkrijk bijeen wil brengen (Efeze 1:9-10).

Aantekening bij Daniël 2 : 1  > In de oude wereld werden dromen gezien als afschaduwingen van de toekomstige gebeurtenissen. Een droom van de koning was van belang voor het hele land. De uitleg was belangrijk, omdat de koning dan stappen kon ondernemen om klaar te zijn voor de gebeurtenissen die de droom aankondigde, of deze zelfs onschadelijk kon maken. Uit het tijdstip het tweede regeringsjaar van Nebukadnezar kan mogelijk afgeleid worden dat de auteur ervan uitgaat dat Daniël en zijn vrienden hun driejarige training nog niet hadden afgerond (Daniël 1:5). Het kan echter beter zijn om rekening te houden met de Babylonische manier om de jaren van een regeringsperiode te tellen. Dan waren de jonge mannen gevangengenomen en met hun training begonnen in het jaar van Nebukadnezars troonsbestijging, en vielen hun tweede en derde jaar van training in wat de Babyloniërs het eerste en tweede jaar van Nebukadnezars regering noemden (zie aantekening bij Daniël 1:1-2). In dat geval zou ‘het tweede jaar van de regering van Nebukadnezar’ in 603-602 voor Christus vallen.

Aantekening bij Daniël 1 : 1 – 2  >  In het derde jaar van de regering van Jojakim (605 voor Christus) … kwam Nebukadnezar, de koning van Babel, naar Jeruzalem en hij nam Daniël en andere veelbelovende jonge mensen mee naar Babel om onderwezen te worden in de Babylonische cultuur en literatuur. Deze deportatie was het begin van wat later bekend werd als de Babylonische ballingschap, die het gevolg was van het oordeel van de Heere over Zijn volk. In Leviticus 26:33, 39 dreigde de Heere Zijn volk met ballingschap als zij ontrouw zouden zijn aan de regels van het verbond dat opgericht was bij de berg Sinaï (zie ook Deuteronomium 4:27; 28:64). Na hun langdurige ongehoorzaamheid werd deze dreiging in verschillende stappen uitgevoerd. Het liep tenslotte uit op de verwoesting van Jeruzalem en het verbranden van de tempel in 586 voor Christus. De uiteindelijke verwoesting en ballingschap werden voorafgegaan door deze eerdere eerdere ballingschap waarbij voorwerpen van het huis van God in beslag werden genomen. Daarbij werd ook een deel van de bevolking gevangengenomen. Daniël noemt het ‘het derde jaar van de regering van Jojakim’, waarbij hij de Babylonische manier gebruikt om de duur van een regering aan te geven. Jeremia 25:1 noemt het ‘het vierde jaar’, daarbij gebruikmakend van de Joodse tijdsaanduiding. (Een regeringstermijn kon gerekend worden vanaf het begin van het jaar waarin de troonsbestijging plaatsvond, of precies vanaf de datum van de troonsbestijging, of vanaf  het begin van het jaar volgend op de troonsbestijging: die derde methode werd in Babel gebruikt).

Eindigheid                   Daniël 2 : 36 – 49                   (Uit de Vrouwen Bijbel)

Nebukadnezar krijgt te horen dat zijn rijk niet eeuwig zal duren. Het mag dan wel van goud zijn en ‘mooier’ dan dat van de Meden en Perzen, Grieken en Romeinen, maar het wordt verpulverd door een steen. Na deze trieste boodschap wordt Daniël overladen met lof.

Soms leven wij ook alsof we hier op aarde al het eeuwige leven hebben en hebben we te weinig oog voor de dingen van eeuwigheidswaarde. 


[1]  Daniël 4:3, 34; 6:27; 7:14, 27; Micha 4:7; Lukas 1:33

[2]  Lukas 1:31-33; 1 Korinthe 15:24-26

[3]  De schema’s zijn te zien op de website:  www.vanderhorst.frl

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Tekst …

Lezen: Daniël 2 : 24 – 35 

Woensdag 23 september 2020        Daniël 2 : 27 – 28

Daniël antwoordde in de tegenwoordigheid van de koning en zei: De verborgenheid die de koning vraagt, kunnen wijzen, bezweerders, magiërs en toekomstvoorspellers de koning niet te kennen geven. Maar er is een God in de hemel Die verborgenheden openbaart. Hij heeft koning Nebukadnezar laten weten wat er in later tijd gebeuren zal. Uw droom en de visioenen die u voor ogen kwamen op uw bed, zijn deze:

(BGT) Daniël zei: ‘Koning, niemand kan u dat vertellen. Er zijn geen wijze mannen in Babylonië die dat kunnen. Maar er is een God in de hemel die u kan vertellen wat voor de mensen geheim is. Hij heeft u iets laten zien wat in de toekomst gaat gebeuren. Dat zag u in uw droom.

Aantekening

Daniël 2 : 25 – 28  >  Arioch wilde graag de eer ontvangen dat hij iemand had gevonden die de droom van de koning kon verklaren. Daniël gaf echter zorgvuldig aan God alle voor het openbaren van de verborgenheid. Daniël was niet op grond van zijn eigen wijsheid in staat verborgenheden te verklaren, maar alleen omdat er een God in de hemel is Die verborgenheden openbaart. De verklaring van Daniël stelt de macht van God tegenover de onmacht van alle heidense wijzen, bezweerders, magiërs en toekomstvoorspellers om de ‘verborgenheden’ te weten waarvan de koning droomde, en wat die betekenden.

God de eer                   Daniël 2 : 28 – 30                   (Uit de Vrouwen Bijbel)

Daniël bidt samen met zijn vrienden om wijsheid. Daarin is hij nederig. Als Daniël de droom kan vertellen en uitleggen blijft hij God de eer geven. Niet alleen in zijn binnenkamer eert hij God, maar ook in het openbaar in tegenwoordigheid van een dictator. Krijgt God de eer in heel ons leven, of alleen wanneer het ons uitkomt? 

Daniëls Visioenen

De traditionele kijk op Daniëls visioenen
Het visisioen van de ram en de geitenbok (Daniël 8)
Babylonische Rijk (625-539 v. Chr.) 
Medo-Perzische Rijk (539-331 v. Chr.)een ram met twee hoorns, de ene hoger dan de andere (v. 2-4)
Griekse Rijk (331-63 v. Chr.)een geitenbok met één hoorn; die brak af en in plaats daarvan kwamen vier hoorns (v. 5-8)       Antiochus IV (v. 23-26)
Romeinse Rijk (63 v. Chr.-476 na Chr.) 
Toekomsige gebeurtenissen  

Daniëls Visioenen

De traditionele kijk op Daniëls visioenen
Het visisioen van de vier beesten (Daniël 7)
Babylonische Rijk (625-539 v. Chr.)Leeuw met vleugels van een arend (v. 4)
Medo-Perzische Rijk (539-331 v. Chr.)beer die zich naar één kant opricht (v. 5)
Griekse Rijk (331-63 v. Chr.)luipaard met vier vogelvleugels en vier koppen (v. 6).
Romeinse Rijk (63 v. Chr.-476 na Chr.)een schrikwekkend dier met ijzeren tanden (v. 7)
Toekomsige gebeurtenissen de antichrist een kleine hoorn met grootspraak (v. 8-11)