Tekst van de dag … en uitleg
Lezen: Daniël 2 : 36 – 49
Donderdag 24 september 2020 Daniël 2 : 43 – 44
Dat u gezien hebt ijzer vermengd met modderig leem – ze zullen zich door menselijk zaad vermengen, maar ze zullen zich niet aan elkaar hechten, zoals ijzer zich niet vermengt met leem. In de dagen van die koningen zal de God van de hemel echter een Koninkrijk doen opkomen [1]dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan en waarvan de heerschappij niet op een ander volk zal overgaan. Het zal al die andere koninkrijken verbrijzelen en tenietdoen, maar zelf zal het voor eeuwig [2]standhouden.
(BGT) Dat komt doordat koningen hun kinderen laten trouwen met prinsen en prinsessen uit een ander land. Omdat die niet bij elkaar passen, valt het koninkrijk uit elkaar. In de tijd dat die koninkrijken verdwijnen, zal de God van de hemel een nieuw koninkrijk maken. Een rijk dat nooit verdwijnt. Niemand anders zal erover heersen. Dat rijk zal alle andere koninkrijken vernietigen. Maar zelf blijft het voor altijd bestaan.
Aantekening
Daniël 2 : 43 – 44 > Het beeld van ijzer dat zich vermengt met leem ‘door menselijk zaad’ doet terugdenken aan het verbod gemengd zaad op een akker te zaaien (Leviticus 19:19). In die tijd zal God een Koninkrijk doen opkomen dat voor eeuwig niet te gronde zal gaan. Zijn uiteindelijke Koninkrijk dat alle andere koninkrijken volledig zal vernietigen. Hoewel het klein begint, zal het groeien totdat het de aarde vervuld en het zal, anders dan aardse koninkrijken, voor eeuwig duren (vgl. ‘steen’, ‘grote berg’, Daniël 2:34-35). Het is opvallend dat God deze droom aan Nebukadnezar gaf in de 7e eeuw voor Christus (rond 602; zie aantekening bij vers 1). In deze droom en de volgende visioenen die ermee verbonden zijn in hoofdstuk 7-8 voorspelt God tot in details de toekomstige koninkrijken die in de 6e, 4e en 1e eeuw voor Christus op zouden komen om de wereldgeschiedenis te beheersen. Traditionele commentaren hebben in de loop van de geschiedenis van de kerk de vier koninkrijken bijna allemaal gelijkgesteld aan Babel, Medo-Perzië (gesticht door Kores in 539 voor Christus; bij name genoemd in Daniël 8:20), Griekenland (onder Alexander de Grote, ca. 331; bij name genoemd in Daniël 8:21) en Rome (her Romeinse Rijk begon zijn heerschappij in het Joodse land in 63 voor Christus). Deze geleerden nemen echter aan dat de gedetailleerde visioenen van Daniël geen voorspellende profetieën kunnen zijn, maar geschreven moeten zijn na de gebeurtenissen die zij zeggen te ‘voorspellen’. Zij zijn van mening dat Daniël niet in de 6e eeuw voor Christus was geschreven maar in de 2e eeuw, de periode van de Makkabeeën. Bij deze opstelling kan het vierde koninkrijk niet het Romeinse Rijk zijn, want dat bestond nog niet in die tijd. Zij stellen daarom diverse andere namen voor de koninkrijken voor, zoals (1) Babel. (2) Medië, (3) Perzië en (4) Griekenland; Medië was echter nooit een onafhankelijke wereldmacht nadat Babel in 539 voor Christus in handen van Kores kwam (het werd ook geregeerd door Kores). Een andere implicatie van de droom is dat elk aards koninkrijk zijn eigen roem heeft, maar ook zijn eigen einde; beide zijn bepaald door God. Het kenmerk van de voortgang van de wereldgeschiedenis is niet een weg omhoog naar roem en eenheid, maar een weg omlaag naar schande en verdeeldheid. Het beeld bestaat daarom achtereenvolgens uit goud, zilver, brons en ijzer, en van een hoofd via borst en armen, buik en benen naar voeten en tenen van een mengsel van ijzer en leem. De lijst metalen laat een steeds mindere waarde en schittering van het materiaal zien, maar een toename in hardheid en stevigheid. Sommige commentatoren zien hierin een aanduiding van een algeheel verval van morele waarde van de koninkrijken en een toename van de tijdspanne dat zij duurden. Zie het [3]schema op pagina 1404. In tegenstelling daarmee groeit het Koninkrijk van God vanuit een nietig begin tot uiteindelijk, ongedeelde roem als één enkel Koninkrijk dat de hele aarde voor eeuwig zal omvatten. De steen die al de vier andere koninkrijken zal verbrijzelen, is zeer waarschijnlijk Christus (zie Lukas 20:18). Hij is het mysterie van alle eeuwen, Degene in Wie God alles in Zijn glorierijke Koninkrijk bijeen wil brengen (Efeze 1:9-10).
Aantekening bij Daniël 2 : 1 > In de oude wereld werden dromen gezien als afschaduwingen van de toekomstige gebeurtenissen. Een droom van de koning was van belang voor het hele land. De uitleg was belangrijk, omdat de koning dan stappen kon ondernemen om klaar te zijn voor de gebeurtenissen die de droom aankondigde, of deze zelfs onschadelijk kon maken. Uit het tijdstip het tweede regeringsjaar van Nebukadnezar kan mogelijk afgeleid worden dat de auteur ervan uitgaat dat Daniël en zijn vrienden hun driejarige training nog niet hadden afgerond (Daniël 1:5). Het kan echter beter zijn om rekening te houden met de Babylonische manier om de jaren van een regeringsperiode te tellen. Dan waren de jonge mannen gevangengenomen en met hun training begonnen in het jaar van Nebukadnezars troonsbestijging, en vielen hun tweede en derde jaar van training in wat de Babyloniërs het eerste en tweede jaar van Nebukadnezars regering noemden (zie aantekening bij Daniël 1:1-2). In dat geval zou ‘het tweede jaar van de regering van Nebukadnezar’ in 603-602 voor Christus vallen.
Aantekening bij Daniël 1 : 1 – 2 > In het derde jaar van de regering van Jojakim (605 voor Christus) … kwam Nebukadnezar, de koning van Babel, naar Jeruzalem en hij nam Daniël en andere veelbelovende jonge mensen mee naar Babel om onderwezen te worden in de Babylonische cultuur en literatuur. Deze deportatie was het begin van wat later bekend werd als de Babylonische ballingschap, die het gevolg was van het oordeel van de Heere over Zijn volk. In Leviticus 26:33, 39 dreigde de Heere Zijn volk met ballingschap als zij ontrouw zouden zijn aan de regels van het verbond dat opgericht was bij de berg Sinaï (zie ook Deuteronomium 4:27; 28:64). Na hun langdurige ongehoorzaamheid werd deze dreiging in verschillende stappen uitgevoerd. Het liep tenslotte uit op de verwoesting van Jeruzalem en het verbranden van de tempel in 586 voor Christus. De uiteindelijke verwoesting en ballingschap werden voorafgegaan door deze eerdere eerdere ballingschap waarbij voorwerpen van het huis van God in beslag werden genomen. Daarbij werd ook een deel van de bevolking gevangengenomen. Daniël noemt het ‘het derde jaar van de regering van Jojakim’, waarbij hij de Babylonische manier gebruikt om de duur van een regering aan te geven. Jeremia 25:1 noemt het ‘het vierde jaar’, daarbij gebruikmakend van de Joodse tijdsaanduiding. (Een regeringstermijn kon gerekend worden vanaf het begin van het jaar waarin de troonsbestijging plaatsvond, of precies vanaf de datum van de troonsbestijging, of vanaf het begin van het jaar volgend op de troonsbestijging: die derde methode werd in Babel gebruikt).
Eindigheid Daniël 2 : 36 – 49 (Uit de Vrouwen Bijbel)
Nebukadnezar krijgt te horen dat zijn rijk niet eeuwig zal duren. Het mag dan wel van goud zijn en ‘mooier’ dan dat van de Meden en Perzen, Grieken en Romeinen, maar het wordt verpulverd door een steen. Na deze trieste boodschap wordt Daniël overladen met lof.
Soms leven wij ook alsof we hier op aarde al het eeuwige leven hebben en hebben we te weinig oog voor de dingen van eeuwigheidswaarde.
[1] Daniël 4:3, 34; 6:27; 7:14, 27; Micha 4:7; Lukas 1:33
[2] Lukas 1:31-33; 1 Korinthe 15:24-26
[3] De schema’s zijn te zien op de website: www.vanderhorst.frl