Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Oversteek

Lezen: Handelingen 16 : 6 – 15   

Donderdag 30 – April – 2020         Handelingen 16 : 9

En Paulus kreeg ’s nachts een visioen te zien: er stond een Macedonische man, die hem dringend vroeg: Kom over naar Macedonië en help ons!

(BGT) In Troas kreeg Paulus ’s nachts een droom. In die droom zag hij een man uit Macedonië staan. De man smeekte: ‘Steek de zee over naar Macedonië en kom ons helpen!’

Aantekening

Handelingen 16 : 9  >  een visioen van een man. Paulus zag iets als een mens, maar op zo’n krachtige manier van en vergezeld van zo’n sterk gevoel van Gods aanwezigheid, dat hij concludeerde dat dit door God geleid werd. God sprak ook op andere plaatsen tot mensen in visioenen (Gryks ‘orama), zoals in Handelingen en elders in de schrift staat (zie Handelingen 7:31; 9:10; 10:3; 12:9; 18:9; vgl. Genesis 15:1; 45:2; Exodus 3:3; Daniël 7:1; Mattheüs 17:9).

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Wie gaat er mee?

Lezen: Handelingen 15 : 36 – 16 : 5   

Woensdag 29 – April – 2020   Handelingen 16 : 1 – 3

En hij kwam in Derbe en in Lystre aan. En zie, er was daar een zekere discipel van wie de naam Timotheüs was, de zoon van een gelovige Joodse vrouw, maar van een Griekse vader; [1]van wie een goed getuigenis gegeven werd door de broeders in Lystre en Ikonium. Paulus wilde dat die met hem mee zou gaan; en hij nam hem bij zich en besneed hem [2]omwille van de Joden die in die plaatsen woonden, want zij wisten allen dat zijn vader een Griek was.

(BGT) Paulus en Silas gingen naar de steden Derbe en Lystra. In Lystra woonde een christen die Timotheüs heette. Zijn moeder was een Joodse vrouw die christen geworden was. Maar zijn vader was geen Jood, en daarom was Timotheüs niet besneden. De gelovigen in Lystra en Ikonium hadden veel respect voor Timotheüs. Paulus wilde Timotheüs meenemen op zijn reis. Maar hij liet hem eerst besnijden. Want er woonden veel Joden in de plaatsen waar hij heen wilde. En zij wisten allemaal dat Timotheüs niet besneden was, omdat zijn vader niet Joods was.

Aantekening

Handelingen 16 : 1 – 5  >  Timotheüs voegt zich bij Paulus en wordt besneden. Timotheüs voegde zich in Lystra bij Paulus en Silas. Paulus had hem besneden, want Timotheüs’ moeder was Joods. Zij bezochten de gemeenten van de eerste reis.

Handelingen 16 : 1  Waarschijnlijk waren Timotheüs, zijn moeder en grootmoeder in Lystra op Paulus’ eerste zendingsreis tot Christus gekomen (Handelingen 14:8-23; vgl. 2 Timotheüs 1:5). Omdat hij een Griekse vader had, was Timotheüs niet besneden, hoewel een kind van een heidense vader en een Joodse moeder volgens de Joodse wet Joods was.

Handelingen 16 : 3  >  omwille van de Joden die in die plaatsen woonden. Paulus loochende zijn Joodse erfenis niet en dus besneed hij Timotheüs. Dat was echt nodig als Timotheüs met Paulus verder wilde reizen, en hij wilde over dergelijke zaken geen drukte maken (1 Korinthe 9:19-21). Paulus begon altijd in de synagoge, en als hij dan met een onbesneden Jood kwam, zou de verkondiging aan de Joden problematischer worden. (Timotheüs was in die regio opgegroeid, dus de Joden zouden zijn gemengde achtergrond kennen).

Geloofsopvoeding                  Handelingen 16 : 1                (Uit de Vrouwen Bijbel)

Het is niet zo eenvoudig als je kind thuiskomt met een ongelovige vriend of vriendin. Veel ouders maken dit mee en maken zich zorgen. De Joodse moeder van Timotheüs is getrouwd met een Griekse man en haar zoon is als kind niet besneden. Maar oma en moeder hebben hem wel onderwezen in het Joodse geloof, en de Heere heeft het willen zegenen. Lees maar on de brieven van Timotheüs. 


[1]  Handelingen 6:3

[2]  1 Korinthe 9:20; Galaten 2:3

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Bemoedigende woorden

Lezen: Handelingen 15 : 22 – 35  

Dinsdag 28 – April – 2020             Handelingen 15 : 24

Wij hebben gehoord [1]dat sommigen die bij ons vandaan zijn gekomen, u met woorden in verwarring hebben gebracht en uw zielen hebben verontrust door te zeggen dat u besneden moet worden en de wet moet onderhouden. Wij hadden hun daar geen opdracht toe gegeven.

(BGT) We hebben gehoord dat er een paar mensen uit onze kerk bij jullie geweest zijn. En dat zij dingen hebben gezegd waardoor jullie in de war gebracht zijn. Die mensen waren niet door ons gestuurd!

Aantekening

Handelingen 15 : 24  >  uw zielen hebben verontrust. Zij die eisten dat heidenen besneden werden, vertegenwoordigden niet de leiding in Jeruzalem en hadden ook hun instemming niet (vgl. Handelingen 15:1-2, 5).


[1]  Galaten 2:4

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Het verlossende woord

Lezen: Handelingen 15 : 6 – 21  

Maandag 27 – April – 2020      Handelingen 15 : 16-18

[1]Hierna zal Ik terugkeren en de vervallen hut van David weer opbouwen, en wat daarvan is afgebroken, weer opbouwen en Ik zal hem weer oprichten, opdat de mensen die overgebleven zijn, de Heere zouden zoeken, en alle heidenen over wie Mijn Naam uitgeroepen is, spreekt de Heere, Die dit alles doet. Aan God zijn al Zijn werken van eeuwigheid bekend.

(BGT) «Lang geleden heeft de Heer gezegd: Ik zal medelijden hebben met mijn volk. Ik zal het koninkrijk van David weer sterk maken. Het is nu zwak en er is niet veel van over. Maar ik maak het weer groot en machtig. Dan zullen de mensen van mijn volk mij weer gaan vereren. Samen met alle andere volken die ik uitgekozen heb. »

Aantekening

Handelingen 15 : 16 – 18  Jakobus verwijst naar de ‘profeten’ (Handelingen 15:15) waarmee hij aangeeft dat hij dan één oudtestamentisch vers kon aanhalen om de aanname van heidenen door geloof alleen te rechtvaardigen. Zie de zinspeling op Jesaja 45:21 in Handelingen 15:18, en de context van de profetie van Jesaja. Jakobus legde de nadruk op Amos 9:11-12 dat vooruitziet naar de tijd waarin God het huis van David zou herstellen. Lukas gebruikt hier de tekst uit de [2]LXX waarin staat dat de heidenen (Grieks ‘ethné’) de Heere zullen zoeken. Maar zelfs de Masoretische (Hebreeuwse) Tekst past goed bij wat Jakobus beweert, want die spreekt over een volk over wie Mijn Naam uitgeroepen is(Amos 9:12). En degene over wie Gods Naam is uitgeroepen, zijn zalig. Amos keek vooruit naar de tijd waarin God voor Zichzelf een volk uit de heidenen zou opeisen. Jakobus stemde overeen met Petrus dat de tijd gekomen was waarin de heidenen als Gods volk werden aangenomen. 


[1]  Amos 9:11, 12

[2]  De Septuagint of Septuaginta, vaak afgekort tot LXX (70 in Romeinse cijfers), is de naam voor de Griekse vertaling van de Tenach of de Hebreeuwse Bijbel, die tussen circa 250 v.Chr. en 50 v.Chr. werd gemaakt.

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Verdeeldheid

Lezen: Handelingen 15 : 1 – 5  

Zondag 26 – April – 2020          Handelingen 15 : 1 – 5

En enigen die uit Judea gekomen waren, leerden de broeders: [1]Als u niet besneden wordt [2]volgens het gebruik van Mozes, kunt u niet zalig worden. Toen er dan van de kant van Paulus en Barnabas een niet geringe tegenstand en woordenstrijd tegen hen ontstond, bepaalden zij [3]dat Paulus en Barnabas en enkele anderen uit hen in verband met dit geschilpunt naar de apostelen en ouderlingen in Jeruzalem zouden gaan. Nadat zij dan door de gemeente uitgeleide gedaan waren, reisden zij door Fenicië en Samaria en vertelden over de bekering van de heidenen, en zij bezorgden al de broeders grote blijdschap. Toen zij in Jeruzalem gekomen waren, werden zij ontvangen door de gemeente en de apostelen en de ouderlingen; en zij deden verslag van alles wat God door hen gedaan had Maar, zeiden zij, er zijn er enigen opgestaan onder de aanhangers van de sekte van de Farizeeën die gelovig zijn geworden, die zeggen dat men hen moet besnijden en moet gebieden de wet van Mozes in acht te nemen.

(BGT) In die tijd kwamen er een paar Joodse christenen uit Judea in Antiochië aan. Ze zeiden tegen de christenen daar: ‘Jullie moeten je laten besnijden. Dat staat in de wet van Mozes. Anders kunnen jullie niet gered worden.’ Maar Paulus en Barnabas waren het daar helemaal niet mee eens. En ze kregen een felle discussie met die christenen uit Judea. Toen besloten de christenen in Antiochië dat Paulus en Barnabas en een paar anderen naar Jeruzalem moesten gaan. Ze moesten daar aan de apostelen en de leiders van de kerk vragen wat die ervan vonden.Paulus en Barnabas werden dus naar Jeruzalem gestuurd door de christenen in Antiochië. Ze gingen op weg en reisden door Fenicië en Samaria. Overal vertelden ze dat er nu ook niet-Joden waren gaan geloven in de Heer. En alle christenen die het hoorden, waren erg blij.Paulus en Barnabas kwamen in Jeruzalem aan. Ze werden ontvangen door de apostelen, de leiders en de andere mensen van de kerk. Ze vertelden alles wat ze met Gods hulp gedaan hadden. Maar er waren daar ook een paar farizeeën die in Jezus waren gaan geloven. En die zeiden: ‘De niet-Joodse gelovigen moeten zich ook laten besnijden. En ze moeten zich aan de wet van Mozes houden.’

Aantekening

Handelingen 15 : 1 – 5  >  Aanhangers van de besnijdenis hebben kritiek op de zending onder de heidenen. De gemeente te Antiochië had het Evangelie aan vele heidenen gebracht (Handelingen 11:20-21), en God had Paulus en Barnabas rijkelijk gezegend in hun zending onder de heidenen (Handelingen 14:27). Er zijn geen aanwijzingen dat deze heidenen besneden waren of gedwongen werden de gehele wet van Mozes te houden. In feite was de Geest zonder dat alles over hen gekomen, zo beweerde Petrus. Sommige conservatieve Jodenchristenen wilden dat heidenen zich aan deze dingen hielden, want dat was voor iedereen vereist die zich tot het Jodendom bekeerde. De vraag was of heidenen Joods moesten worden en de Joodse rituele wetten moesten houden om christen te kunnen zijn. Sommige wetenschappers denken dat Paulus in Galaten 2:1-10 naar deze vergadering verwijst, maar het is aannemelijker dat het daar persoonlijke contacten betrof toen hij tijdens de hongersnood Jeruzalem bezocht.

Handeling 15 : 5  >  De aanhangers van de Farizeeën waren waarschijnlijk de zelfden die in vers 2 en Handeling 11:2 de besnijdenis eisten. Ze beweerden dat de heidenen niet alleen besneden moesten worden om behouden te worden, maar dat zij ook heel de wet van Mozes in acht moesten nemen, want besnijden was een uiterlijk teken van gehoorzaamheid aan de wet. 


[1]  Galaten 5:2

[2]  Genesis 17:10; Leviticus 12:3

[3]  Galaten 2:1

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Luister en Jubel

Lezen: Psalm 95  

Zaterdag 25 – April – 2020            Psalm 95 : 1 – 2

Kom, laten wij vrolijk zingen voor de HEERE, laten wij juichen voor de rots van ons heil. Laten wij Zijn aangezicht tegemoet gaan met een loflied, laten wij voor Hem juichen met psalmen.

(BGT) Kom, laten we zingen voor de Heer! Laten we juichen voor hem, want hij beschermt ons en hij redt ons. Laten we hem danken in zijn tempel, en vrolijk voor hem zingen.

Aantekening

Psalm 95  >  Deze psalm roept de zangers op de les te leren van de rebellie van een vorige generatie en zichzelf ertoe te zetten Gods ‘stem’ gelovig ter harte te nemen. Deze psalm kan een profetisch lied worden genoemd (vgl. Psalm 81, die ook Meriba in herinnering brengt, en Psalm 82), aangezien er thema’s uit de oudtestamentische profeten in doorklinken. Men kan hem ook een historische psalm noemen (vgl. Psalm 78, m.n. 78:7-8), omdat hij een les trekt uit de geschiedenis van Israël. Er is maar een dunne scheidslijn tussen deze twee categorieën. De combinatie Massa en Meriba laat zien dat de psalm een les trekt uit het morren van de Israëlieten tegen Mozes omdat zij geen water hadden (Exodus 17:1-7). Tegelijkertijd leidde dit niet tot Gods beslissende eed in deze psalm. Die eed verschijnt in Numeri 14:21-35, nadat het volk had geluisterd naar het verslag van de tien ongelovige verkenners en weigerde het land binnen te trekken om het in te nemen. De Heere zwoer (‘zo waar Ik leef’, Numeri 14:21, 28) dat niet één van hen die morden in ongeloof ‘in dat land zal komen’ (Numeri 14:29-30). De veertig dagen van de verkenning zouden veertig jaren rondtrekken opleveren (Numeri 14:34). Zij die in geloof weigerden Gods stem te gehoorzamen (Numeri 14:11), zouden uit het volk verwijderd worden. Er zou dus uitstel komen voor het volk, dat zijn roeping om het land in bezit te nemen zou volgen. De Psalm beschouwt het incident bij Massa en Meriba als een vroeg verschijnsel van telkens terugkerend ongeloof, dat uiteindelijk resulteerde in de weigering het land binnen te trekken. De psalm is opgebouwd uit twee delen. Het eerste deel is een viering van Gods koningschap en het voorrecht dat Zijn volk geniet in de eredienst (Psalm 95:1-7a). Het tweede deel bevat de waarschuwing niet te vervallen in de rebellie van hun voorouders (Psalm 94:7b-11). Het eerste deel legt uit waarom de psalm samen met Psalm 93-99 verschijnt, en dient er ook toe om de dwaasheid van iedere vorm van rebellie te belichten met het oog op een dergelijk verbazingwekkend voorrecht. Hebreeën 3:7-11 gebruikt Psalm 95:7b-11 door het gehoor in een soortgelijke situatie te plaatsen als de Israëlieten in de woestijn. Voor deze Joden zou het afzweren van hun geloof in Jezus en terugkeer naar de veiligheid van het ‘gewone’ Jodendom zijn als rebellie van Israël in de woestijn, een teken van ongeloof. Evenals in de psalm maakt Hebreeën elke dag tot een ‘heden’ dat roept om vernieuwing van het geloof.

Nu komt het erop aan            Psalm 95 : 7 – 11          (Uit de Vrouwen Bijbel)

De vrolijke oproep om te komen en God om Zijn grootheid te aanbidden in Zijn tempel, verandert plotseling van toon en wordt grimmig. Wat gebeurt er als wij Gods stem vandaag horen? Durf jij aan te wijzen wanneer jij hard, cynisch en wrokkig bent? Kun je dat afleggen en opnieuw voor Hem neerknielen?

Massa en Meriba                   Psalm 95 : 8                 (Uit de Vrouwen Bijbel)

Als je een slecht voorbeeld hebt gehad, is het moeilijker om zelf het goede voorbeeld te geven. Massa en Meriba, die namen staan voor hoe het niet moet in de relatie met God. Ben jij zelf een goed voorbeeld voor je kinderen, de jeugd van de gemeente waartoe je behoort? Van welk slecht voorbeeld heb je zelf nog last? Bid om bevrijding en nieuwe toewijding. 

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Ouderdom komt met gebreken

Lezen: Prediker 12 : 1 – 14  

Vrijdag  24 – April – 2020              Prediker 12 : 1

Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd, voordat de kwade dagen komen en de jaren naderen waarvan u zeggen zult: Ik vind er geen vreugde in;

(BGT) Denk aan God die je gemaakt heeft. Denk aan hem zolang je nog jong bent. Want straks komen de slechte dagen. Dan komt de tijd dat je geen plezier meer in het leven hebt.

Aantekening

Prediker 12 : 1  >  In dit verband verwijst de kwade dagen niet naar de gevolgen van een goddeloze levensstijl, maar naar de lichamelijke ongemakken bij het ouder worden (zie Prediker 12:2-7).

Aantekening bij Prediker 12:2-7  :  Dit gedeelte is een lang uitgesponnen vergelijking en beschrijft het proces van veroudering en sterven. Vaak is de beeldspraak duidelijk (de maalsters in vers 3 verwijzen bv. naar tanden), hoewel andere beelden moeilijker te begrijpen zijn. De overeenkomst tussen sommige beelden die in vers 6 gebruikt worden (kruik … het rad bij de waterput) lijkt te zijn dat ze water bevatten. Omdat water symbool staat voor leven (2 Samuël 14:14; Johannes 4:14; Openbaring 21:6; 22:1, 17) geeft de vernietiging van die dingen het ogenblik aan waarop het sterfelijke leven ophoudt en de geest terugkeert tot God, Die hem gegeven heeft (zie aantekening bij Prediker 3:21).

Aantekening bij Prediker 3:21  >  Wie merkt op dat de adem van de mensenkinderen naar boven stijgt? Voor Prediker is de menselijke geest een geheimzinnig iets; hoewel hij belijdt dat de geest bij iemands overlijden weer naar God gaat (Prediker 12:7), weet hij niet hoe die in het begin in het menselijk lichaam gekomen is (Prediker 11:5). In dat vers heeft het werkwoord ‘opmerken’ zowel de betekenis van ‘leren kennen, naspeuren’ (zoals in Prediker 1:17; 7:25; 8:16) alsook ‘merken, weten’ (zoals in Prediker 2:14; 3:12, 14).

Terug naar je begin               Prediker 12 : 1 -7          (Uit de Vrouwen Bijbel)

Elk mens wordt ouder. Met het ouder worden komen de gebreken. Dien God daarom al terwijl je nog jong bent. Het kan er zomaar zijn, de dag dat je lichaam weer stof wordt. Belangrijker dat je lichaam is je geest. Waar gaat die naar toe? Je kunt tijdens dit leven kiezen. Ben jij klaar om terug te keren naar je Maker? 

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Zet niet alles op één kaart

Lezen: Prediker 11 : 1 – 10 

Donderdag 23 – April – 2020         Prediker 11 : 2

[1]Verdeel het in zevenen of zelfs in achten, want u weet niet welk kwaad er over de aarde komen zal.

(BGT) Deel je bezit met veel anderen. Want je weet niet wat voor rampen er nog zullen komen.

Aantekening

Prediker 11 : 2  >  In plaats van te speculeren over dergelijke onzekerheden (zie aantekening bij Prediker 11:1-6) is het financieel gezien verstandiger om op verschillende manieren de kost te verdienen en bezit te investeren (Prediker 11:2, 6). Dat zou kunnen inhouden om een ‘deel’ of ‘vergoeding’ over verschillende sectoren te spreiden (in zevenen of zelfs in achten), omdat die verscheidenheid bescherming bied tegen het onverwachte kwaad dat in een of twee van die sectoren kan voorvallen.

Tekst verwijzing Prediker 11:1-6  >  Wijs handelen in het licht van de onvoorspelbaarheid van het leven. Omdat het leven in een gevallen wereld zo onvoorspelbaar is (vers 2, 6; zie ook Prediker 9:1, 11; 10:14), biedt dit gedeelte wijze raadgeving voor zo’n wereld.


[1]  2 Korinthe 9 : 10

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Leef bewust

Lezen: Prediker 10 : 12 – 20 

Woensdag 22 – April – 2020          Prediker 10 : 14

De dwaas gebruikt veel woorden, maar de mens weet niet wat er gebeuren zal. Wat er na hem zal gebeuren, wie zal het hem bekendmaken?

(BGT) Zo iemand praat maar door. En door al dat gepraat wordt hij moe. Zo moe dat hij niet eens meer de weg naar huis weet. Geen mens weet wat er in de toekomst gaat gebeuren. Niemand kan je vertellen wat er na je dood zal zijn.

Aantekening

Prediker 10 : 14  >  de mens weet niet wat er gebeuren zal, maar dat weerhoudt een dwaas er niet van om daar veel woorden voor te gebruiken, m.a.w. veel ongegronde voorspellingen te doen.

Wijze man                   Prediker 10 : 14 – 15             (Uit de Mannen Bijbel)

De stad wordt belegerd. En een arme man verlost die stad door zijn wijsheid. Het voorbeeld laat zien dat de buitenkant van een mens nog niet alles zegt over zijn waarde voor de gemeenschap. In 2 Samuël 20:13-22 vind je een soortgelijke situatie, waar een wijze vrouw een stad weet te redden. Zij spreekt Joab aan die de stad omsingelt, en als ze in de gaten heeft dat hij uit is op Seba offert zij Seba op om de stad te ontzetten.

Overgave                     Prediker 10: 14                     (Uit de Vrouwen Bijbel)

De toekomst kan je verwachtingsvol maken, maar ook bang. Mensen treffen voorbereidingen, maken plannen, stippelen een weg uit. Staat de God Die de toekomst in handen heeft, ook in jouw plan? We weten niet war er voor ons ligt. Maar Hij Die in het verleden Zijn trouw heeft betoond, is ook de God van de toekomst. Als je je plannen, verwachtingen en angsten overgeeft aan Hem, mag je met vertrouwen de toekomst tegemoet gaan.

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Blijf kalm

Lezen: Prediker 10 : 1 – 11 

Dinsdag 21 – April – 2020             Prediker 10 : 6-7

de dwaas wordt op grote hoogten geplaatst, maar de rijken zitten in de laagte. Ik heb dienaren te paard gezien en vorsten die als dienaren te voet over de aarde gingen.

(BGT) Ze geven de beste banen aan domme mensen. En de slechtste banen aan belangrijke en rijke mensen. En ik zag nog iets anders. Slaven reden op paarden, alsof zij de baas waren. En de bazen moesten lopen, alsof ze slaven waren.

Aantekening

Prediker 10 : 6 – 7  >  Prediker heeft gezien hoe een dwaas een gezagspositie beklede die aan rijkenen vorsten toekwam. Hij beseft dat de armen ook wijsheid kunnen bezitten (Prediker 4:13-14; 9:15-16) en dat mensen uit de rijke heersende klasse niet ongevoelig zijn voor corruptie (Prediker 5:7-11; 10:16-17; vgl. Lukas 6:24; Jakobus 2:6; 5:1). Hoe dan ook, de Bijbel associeert rijkdom vaak met een bedachtzame, godvruchtige levenswijze (Spreuken 10:4) en armoede met dwaasheid (Spreuken 6:11; 13:18). Bovendien biedt de rijkdom van de gegoede man hem meer mogelijkheden om geleerdheid en wijsheid na te jagen. Daarom is Prediker verbaasd over de situatie zoals hier beschreven is.