Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Nieuwjaar

Dinsdag 31 – Maart – 2020            Exodus 12 : 2

Lezen: Exodus 12 : 1 – 13

Deze maand zal voor u het begin van de maanden zijn. Hij zal voor u de eerste zijn van de maanden van het jaar.

(BGT) ‘Deze maand moet voortaan voor jullie de eerste maand zijn, de maand waarin het nieuwe jaar begint.

Aantekening

Exodus 12 : 2  >  De tiende plaag met de uittocht is van groot belang voor Israël als beginnende natie, dat de maand van de uittocht voor hen het begin van de maanden moet worden. Vgl. De Hebreeuwse kalender, pagina 22.

Priester in het gezin               Exodus 12                    (Uit de Mannen Bijbel)

Let my people go!’ Moedig en vastbesloten gaat Mozes elke keer tegenover de machtige farao staan. Hij is een vrijheidsstrijder in dienst van God. In Exodus 12 zien we Mozes ineens in een andere rol, die van priester. In opdracht van de Heere legt Mozes heel duidelijk uit hoe het Pascha gevierd moet worden in het gezin. Ook moedigt hij het volk aan om het verhaal van de uittocht door te vertellen aan hun kinderen en kleinkinderen. Die nacht blijkt dat gehoorzaamheid aan deze regels van levensbelang kan zijn. Het bloed aan de deurposten maakt het verschil tussen leven of sterven.

Als christenen leven we gelukkig niet van voorschriften en regels en mogen we veilig schuilen achter het bloed van het lam. Toch is het ook nu nog steeds belangrijk op welke manier we vormgeven aan huisgodsdienst. Zit daarin nog steeds iets van dezelfde zorgvuldigheid, liefde, eerbied en toewijding die we zien bij Mozes? Blijven we met dezelfde passie aan onze kinderen en kleinkinderen vertellen over Gods bevrijdend werk toen en nu? Wees vandaag en morgen met diezelfde overtuiging priester. 

Pagina 22 

De Hebreeuwse kalender vergeleken met de Gregoriaanse (moderne) kalender
Hebreeuwse maandGregoriaanse (huidige) maandBijbelse verwijzingen 
Eerste maand: Abib (voor de ballingschap) Nisan (na de ballingschap)maart – aprilEx. 13:4; 23:15; 34:18; Deut. 16:1; Neh. 2:1; Esth. 3:7 (vgl. Gen. 8:13; Ex. 12:2, 18; 40:2, 17; Lev. 23:5; Num. 9:1; 20:1; 28:16; 33:3; Joz. 4:19; 1 Kron. 12:15; 27:2, 3; 2 Kron. 29:3, 29:17; 30:20; 45:18, 21; Dan, 10:4) 
Feesten: 14e: Pascha (Ex. 12:18; Lev. 23:5) 15e – 21e: Feest van de ongezuurde broden (Ex 12:14-20; 23:15; Lev. 23:6) 16e: de eerste schoof  (Lev. 23:9-11)  
Tweede maand: Ziv (voor de ballingschap) Ijar (na de ballingschap)april – mei1 Kon. 6:1, 37 (vgl. Gen. 7:11; 8:14; Ex. 16:1; Num. 1:1, 18; 9:11; 10:11; 1 Kron. 27:4; 2 Kron. 3:2; 30:2, 13, 15; Ezra 3:8)  
Feest: 14e: uitgestelde Pascha (Num. 9:10-11)  
Derde maand: Sivanmei – juniEsth. 8:9 (vgl. Ex. 19:1; 1 Kron. 27:5; 2 Kron. 15:10; 31:7; Ezech. 31:1)
Feest 4e: Pinksterfeest [Wekenfeest] (lev. 23:15-16)  
Vijfde maand: Tammuzjuni – juliEzech. 8:14 (vgl. 2 Kon. 25:3; 1 Kron. 27:7; Jer. 39:2; 52:6; Ezech. 1:1; Zach. 8:19) 
Vijfde Maand: Abjuli – augustusNiet bij name genoemd in de Bijbel (vgl. Num. 33:38; 2 Kon. 25:8; 1 Kron. 57:8; Ezra 7:8, 9; Jer. 1:3; 28:1; 52:12; Ezech. 20:1; Zach. 7:3, 5; 8:19)
Zesde maand: Elulaugustus – septemberNeh. 6:15 (vgl. 1 Kron. 27:9; Ezech. 8:1; Haggaï 1:1; 2:1)
Zevende maand: Ethanim (voor de ballingschap) Tisri (na de ballingschap)september – oktober1 Kon. 8:2 (Gen. 8:4; Lev. 16:29; 23:24, 27, 34, 39, 41; Mum. 29:1, 7, 12; 2 Kon. 25:25; 1 Kron. 27:10; 2 Kron. 5:3; 7:10; 31:7; Ezra 3:1, 6; Neh. 7:73; 8:2, 14; Jer. 27:17; 41:1; Ezech. 45:25; Haggaï 2:2; Zach. 7:5; 8:19)
Feesten: 1e: Feest der bazuinen (lev. 23:24; Num. 29:1) 10e: Verzoendag (Lev. 16:29-34; 23:27-32) 15e-21e: Loofhuttenfeest (Lev. 23:34-40) 22e: Heilige samenkomst (Lev. 23:36)  
Achtste maand: Bul (voor de ballingschap) Marcheswan (na de ballingschap)oktober – november1 Kon. 6:38 (vgl. 1 Kon. 12:32, 33; 1 Kron. 27:11; Zach. 1:1)
Negende maand: Chisleu (Kislev)november – decemberNeh. 1:1; Zach. 7:1 (vgl. 1 Kron. 27:12; Ezra 10:9; Jer. 36:9,22; Haggaï 2:11, 19)
Feest: 25e: feest van de inwijding van de tempel in Jeruzalem (Joh. 10:22)  
Tiende maand: Tebethdecember – januariEsth. 2:16 (vgl. Gen. 8:5; 2 Kon. 25:1; 1 Kron. 27:13; Ezra 10:16; Jer. 39:1; 52:4; Ezech. 24:1; 29:1; 33:21; Zach. 8:19)
Elfde maand: Sjebatjanuari – februariZach. 1:7 (vgl. Deut. 1:3; 1 Kron 27:14)
Twaalfde maand: Adar*februari – maartEzra 6:15; Esth. 3:7, 13; 8:12; 9:1, 15, 17, 19, 21 (vgl. 2 Kon. 25:27; 1 Kron. 27:15; Jer. 52:31; Ezech. 32:1; 32:17)
* van tijd tot tijd werd er een 13e maand toegevoegd (schrikkelmaand) zodat de maandkalender zou
aansluiten bij heel het zonnejaar.

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Door een diep dal

Maandag 30 – Maart – 2020          Psalm 130 : 1 – 2

Lezen:  Psalm 130

Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE; Heere, hoor naar mijn stem. Laat Uw oren opmerkzaam zijn op mijn luide smeekbeden.

(BGT) Ik ben wanhopig, Heer! Daarom roep ik naar u. Heer, hoor mijn stem, luister naar mij, hoor hoe ik smeek!

(Uit de Friesche Bijbel) Ut ’e djipte wei rop ik Jo, Heare. Hear, harkje nei myn stim. Lit jo earen dochs acht jaan op myn lûd smeekjen.

Aantekening

Psalm 130  >  Dit is een persoonlijke klaagzang die boetedoening en vertrouwen op Gods genade tot uitdrukking brengt. (Andere boetpsalmen zijn Psalm 6; 32; 38; 51; 102; 143.) Het element van boetedoening wordt aangevoerd om de vromen te helpen zichzelf te zien als mensen die vergeving hebben ontvangen, wier enige recht om in Gods nabijheid te komen, ligt in Zijn genade.

Psalm 130 : 1 – 2  >  Heere, hoor mij smeken om genade! De Psalm klimt uit de diepten van ellende over de zonde, naar de schuldbelijdenis (Psalm 130:3-4), naar hoop (Psalm 130:5-6) en zekerheid (Psalm 130:7-8). De toon is dringend, en het onderwerp is mijn smeekbeden.

Psalm 130 : 3 – 4  >  Maar bij U is vergeving. Het lied erkent dat als God op de ongerechtigheden let (alsof Hij ze bijhield in een aantekeningenboek), niemand, zelfs geen gelovigen die dit zingen, kon bestaan. Maar bij de Heere is vergeving: God belooft dat aan Zijn volk dat in geloof tot Hem komt (vgl. Psalm 86:5; 103:3; Nehemia 9:17; Daniël 9:9), opdat Hij gevreesd wordt (d.w.z. geprezen en gediend in liefdevolle eerbied). 

Psalm 130 : 5 – 8  >  Ik wacht ernstig tot de Heere mij hoort. De vrome zingt nu: Ik verwacht de Heere, en ik hoop op Zijn woord, waarschijnlijk specifiek op Zijn woord van vergeving, samen met de zondoffers die daarbij horen (vgl. Leviticus 4:21). Dit wachten groeit uit tot zekerheid, waarmee elke zanger alle anderen uitnodigt om te hopen op de Heere, bij Wie goedertierenheid en veel verlossingis. De Heere is het Die Israël zal verlossen van al zijn ongerechtigheden, d.w.z. hen bevrijden van de straf die hun ongerechtigheden verdienen (over ‘verlossen’, zie aantekening bij Psalm 25:22). Het ideale Israël is een volk waarin ieder lid volmondig zijn of haar afhankelijkheid van Gods barmhartigheid en genade erkent.

Uit de diepten                       Psalm 130:1                 (Uit de Vrouwen Bijbel)

Een geliefde psalm en voor velen herkenbaar. De diepten in ons levensverhaal, en óók het roepen vanuit de diepten. Ook de diepten van onze schuld. Maar er is ook opstanding. ‘Mijn ziel wacht op de Heere, meer dan wachters op de morgen’ (vers 6)

Aantekening bij Psalm 25 : 22 O God, verlos Israël uit al zijn benauwdheden.  >  Gebed voor heel het volk. ‘Verlossen’ brengt doorgaans de gedachte van redding en bescherming over, speciaal wanneer Israël het onderwerp is (bv. Psalm 44:27; 111:9; 130:7-8) of een trouwe gelovige (bv. Psalm 34:23; 55:19; 71:23). Op enkele plaatsen (hoewel hier niet) voedt het de gedachte van hert vrijkopen door een plaatsvervanger of een losprijs (bv. Exodus 13:13; Leviticus 27:29).   

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      De laatste slag

Zondag 29 – Maart – 2020            Exodus 11 : 4 – 5 

Lezen:  Exodus    10 : 21 – 11 : 10

En Mozes zei: Zo zegt de HEERE: Omstreeks middernacht [1]zal Ik uittrekken door het midden van Egypte [2]en alle eerstgeborenen in het land Egypte zullen sterven, van de eerstgeborene van de farao af, die op zijn troon zitten zou, tot de eerstgeborene van de slavin die achter de handmolen zit, en alle eerstgeborenen van het vee.

(BGT) Mozes zei ook: ‘Midden in de nacht zal de Heer door Egypte gaan. Dan zal elke oudste zoon in Egypte sterven. Niet alleen de oudste zonen van al uw slavinnen, maar ook uw eigen oudste zoon. Uw oudste zoon, die later farao zou worden, zal sterven. Ook bij het vee zal elk jong dat het eerstgeboren is, sterven.

Aantekening

Exodus 11 : 4  >  De derde, zesde en negende plaag beginnen ermee dat de Heere Mozes eenvoudig opdraagt het wonderteken te verrichten (Exodus 8:16; 9:8; 10:21; zie tabel[3]) . De overige plagen bevatten de uitspraak tegen de farao ‘Zo zegt de Heere’ met de oproep ‘Laat Mijn volk gaan’ (zie Exodus 7:16, 17; 8:1, 20; 9:1, 13; 10:30. Maar als nu Mozes zegt: Zo zegt de Heere, en dan de tiende plaag beschrijft zonder er nog over te spreken om Israël te laten gaan, klinkt door hoe onherroepelijk deze plaag is.

Exodus 11 : 5  >  Toen de Heere tegen Mozes sprak over zijn gang naar Egypte, noemde Hij Israël ‘Mijn zoon, Mijn eerstgeborene’ (Exodus 4:22) en zei Hij al dat weigering van de farao zou leiden tot de dood van diens eerstgeborene (Exodus 4:23). Omdat de farao Egypte vertegenwoordigt, hebben de plagen niet alleen hemzelf getroffen, maar ook zijn volk, en dit werkt wel heel schrijnend door in de laatste plaag nu alle eerstgeborenen in het land Egypte zullen sterven.

Een huiveringwekkend oordeel       Exodus 11:4-5     (Uit de Vrouwen Bijbel)

Gods volk uitroeien, dat was het Egyptische plan: ‘Gooi alle jongetjes in de Nijl.’ Nu zullen alle oudste kinderen van de Egyptenaren sterven. Waarom komt God tot dit verschrikkelijke oordeel? Wie een eerstgeborene heeft, heeft toekomst. Het gaat om de vraag: heeft het kwaad in de persoon van de farao, en daarmee zijn land, toekomst? Of behoort de toekomst aan God, en daarmee aan Zijn eerstgeboren zoon Israël (Jeremia 31:9)?   


[1]  Exodus 12:29

[2]  Exodus 12:12

[3]  Deze tabel kunt u vinden op onze internetpagina ‘www.vanderhorst.frl’

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Kaalslag

Zaterdag 28 – Maart – 2020          Exodus 10 : 4-5

Lezen:  Exodus 10 : 1 – 20

Want als u weigert Mijn volk te laten gaan, zie, dan zal Ik morgen sprinkhanen op uw grondgebied brengen. Zij zullen het oppervlak van het land bedekken, zodat men geen land meer kan zien. Zij zullen het overschot van wat aan de hagel ontkomen is, wat er voor u overgebleven is, opvreten, ja, zij zullen al de bomen die voor u op het veld opkomen, kaalvreten.

(BGT) Als u weigert, dan stuurt hij morgen sprinkhanen naar uw land. 5Er zullen zo veel sprinkhanen komen, dat het hele land ermee bedekt is. De grond zal niet meer te zien zijn. De sprinkhanen zullen al het koren opeten. Ook het beetje koren dat er nog groeit na de hagel. Ook alle bomen eten ze op.

Aantekening

Exodus 10 : 5  >  Dat de sprinkhanen het oppervlak van het land bedekken, zodat men geen land meer kan zien (ook Exodus 10:15) is een voorproef van de duisternis bij de negende plaag (Exodus 10:21-23). Alle plagen tot dusver hielden tot op zekere hoogte oordeelsdreiging van ziekte en dood in, maar de zevende tot en met negende plaag intensiveren die waarschuwing en bereiden het doodoordeel voor van de tiende plaag.

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Na hagel komt… nog steeds verzet

Vrijdag 27 – Maart – 2020             Exodus 9 : 18

Lezen:  Exodus 9 : 13 – 35

Zie, Ik zal morgen omstreeks deze tijd heel zware hagel doen neerkomen, zoals er in Egypte niet is geweest van de dag af dat het gegrondvest is tot nu toe.

(BGT) Daarom zal het morgen om deze tijd verschrikkelijk gaan hagelen. Het heeft in de hele geschiedenis van Egypte nog nooit zo hard gehageld.

Aantekening

Exodus 9 : 18 – 21  >  zware hagel … zoals er in Egypte niet is geweest van de dag af dat het gegrondvest is tot nu toe (Exodus 9:18 ook vers 24). Verschillende plagen betroffen tot op zekere hoogte verschijnselen die voor Egypte natuurlijk waren (kikkers, steekvliegen, hagel, sprinkhanen). Maar telkens bleek uit details dat de Heere de plaag op bovennatuurlijke wijze had opgeroepen: het tijdstip, de intensiteit, de plaatsen tot waar ze doordrongen en ook de wijze waarop verlichting intrad. De Heere gaf de raad het vee in veiligheid te brengen (Exodus 9:19) om te zien wie de plagen ter harte had genomen en dus het woord van de Heere vreesde (Exodus 9:20). De uitdrukking wie het woord van de Heere niet ter harte nam bevat een zinspeling op het hart van de farao (zie Exodus 9:14 letterlijk ‘in uw hart’).

Hagel                           Exodus 9 : 18                        (Uit de Mannen Bijbel)

Hagel ontstaat wanneer kleine ijs- en sneeuwkristallen in luchtlagen terechtkomen met grote onderkoelde waterdruppels. Het water klit vast aan de ijskristallen en komt naar beneden. Je kunt aan de hagelstenen nog zien of ze op grote hoogte zijn ontstaan of niet. Hoe hoger ontstaan, hoe matter de kleur.

God bepaald het tijdstip                 Exodus 9 : 5        (Uit de Vrouwen Bijbel)

Wat leert Mozes in deze periode veel over de Heere. Mozes ontdekt dat God vastgestelde tijden noemt waarop Hij zal ingrijpen. Zeker weten, dan gebeurt het. Door al die vreselijke plagen heen groeit zijn vertrouwen op de Heere. Dat vertrouwen wordt merkbaar in zijn gebed. Wat helpt jou om – als je Hem kent – in vertrouwen te bidden? 

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Geruimd

Donderdag 26 – Maart – 2020       Exodus 9 : 5-6

Lezen:  Exodus 9 : 1 – 12

De HEERE bepaalde een vastgestelde tijd en zei: Morgen zal de HEERE deze zaak in het land doen. En de HEERE deed deze zaak de volgende dag. Al het vee van de Egyptenaren stierf, maar van het vee van de Israëlieten stierf niet één dier.

(BGT) Morgen zal de Heer dat laten gebeuren.’’ De volgende dag gebeurde wat de Heer gezegd had. Al het vee van de Egyptenaren stierf. Maar bij de Israëlieten ging er geen enkel dier dood.

Aantekening

Exodus 9 : 5  >  Morgen. Toen de farao een tijd mocht noemen waarop Mozes om verlichting van de tweede plaag zou bidden, vroeg hij dit ‘morgen’ te doen (zie Exodus 8:10). Mozes hanteerde dezelfde termijn ten aanzien van de vierde plaag (Exodus 8:29). Nu maakt de Heere zelf dezelfde keuze als moment voor de veepest.

God bepaald het tijdstip                 Exodus 9 : 5        (Uit de Vrouwen Bijbel)

Wat leert Mozes in deze periode veel over de Heere. Mozes ontdekt dat God vastgestelde tijden noemt waarop Hij zal ingrijpen. Zeker weten, dan gebeurt het. Door al die vreselijke plagen heen groeit zijn vertrouwen op de Heere. Dat vertrouwen wordt merkbaar in zijn gebed. Wat helpt jou om – als je Hem kent – in vertrouwen te bidden? 

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Apart

Woensdag 25 – Maart – 2020        Exodus 8 : 22

Lezen: Exodus 8 : 12 – 28

Maar op die dag zal Ik de landstreek Gosen, waar Mijn volk woont, afzonderen, zodat daar geen steekvliegen zullen zijn, opdat u zult weten dat Ik, de HEERE, in het midden van het land aanwezig ben.

(BGT) Maar in Gosen, waar de Israëlieten wonen, zullen geen steekvliegen zijn. Want de Heer maakt verschil tussen uw volk en zijn eigen volk. Daardoor zult u begrijpen dat de Heer in uw land is.

Aantekening 

Exodus 8 : 22 (HSV) ( vers 18 BGT)  >  De landstreek Gosen (vermoedelijk de oostelijke Nijldelta) is oorspronkelijk door de farao die Jozef kende en waardeerde aan Jakob en zijn familie gegeven (Genesis 47:4-6; vgl. Genesis 45:10; 46:28). Een van de redenen is toen geweest dat de Israëlieten en hun leefwijze de Egyptenaren een gruwel waren (zie Genesis 42:32; 46:34). Nu de Heere verschil wil maken tussen Egypte en Gosen, moet de waarde die Hij aan Gosen toekent voor het besef van de Egyptenaren wel de omgekeerde wereld zijn! opdat u zult weten dat Ik, de Heere, in het midden van het land aanwezig ben. De Heere noemt herhaaldelijk als doel van de plagen dat de farao (en Egypte) zal weten Wie Hij is (zie aantekening bij Exodus 7:5). Namelijk dat Hij de Heere is (zie Exodus 3:14-15) en dat Hij aanwezig is, aan het werk ten behoeve van Zijn volk Israël (zie Exodus 6:1-7).

Aantekening bij Exodus 7:5  >   Exodus 7 : 5 > Dan zullen de Egyptenaren weten dat Ik de Heere ben. In Gods uitspraak horen we die van de farao terug: ‘Wie is de Heere …? Ik ken de Heere niet …’ (Exodus 5:2). De Heere zegt het meermalen uitdrukkelijk als het doel van de plagen (zie Exodus 7:17; 8:10, 22; 14:4, 18). In het Nederlands kan de uitspraak klinken als: ‘dan weten ze dat ik God ben’. Maar het Hebreeuwse woord voor ‘de Heere’ is de Naam waarmee God Zich bij de brandende doornstruik aan Mozes heeft geopenbaard (Exodus 3:14-15). Dus de bedoeling is: dat ze dan weten dat Hij Israëls Verbondsgod is. In de geschiedenis van de plagen komen ook andere beschrijvingen van de Heere voor (zie Exodus 8:10, 22; 9:14,29; 11:7), maar de hoofdbedoeling is steeds Gods Zelfopenbaring door Zijn machtige daden. Met de uitspraak ‘zullen … weten dat ik de Heere ben’ openbaart de Heere Zich als God van Israël, en dat zowel aan Israël zelf (Exodus 6:6; 10:2; 16:12; 29:46; vgl. Deuteronomium 4:35; 7:9) als aan Egypte (Exodus 7:5, 17; 8:22; 14:4, 18). Dezelfde uitspraak komt veel voor in Ezechiël. Daarmee doet God Zich gelden, met name tegenover Zijn ongehoorzame volk, maar ook tegenover de heidenvolken (bv. Ezechiël 28:22; 36:23). 

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Overal kikkers

Dinsdag 24 – Maart – 2020            Exodus 8 : 2 – 3

Lezen:  Exodus 7 : 26 – 8 : 11

En indien u weigert het te laten gaan, zie, dan zal Ik heel uw gebied met kikkers treffen, zodat de Nijl krioelen zal van kikkers. Ze zullen eruit omhoog klimmen en in uw huis komen, in uw slaapkamer, ja, op uw bed, ook in de huizen van uw dienaren en bij uw volk, ja, in uw ovens en in uw baktroggen.

(BGT) Als u weigert, zal hij het hele land straffen met een kikkerplaag. De rivier de Nijl zal vol zitten met kikkers. Maar ze zullen ook uit de rivier komen en het paleis in gaan. Ze zullen in uw slaapkamer zitten en in uw bed, in de huizen van uw dienaren en van uw hele volk. Overal, zelfs in ovens en pannen, zullen kikkers zitten.

Aantekening

Exodus 8 : 1 – 15  >  Tweede plaag kikkers. Na de weigering van de farao om het teken van het Nijlwater ter harte te nemen, geeft de Heere Mozes en Aäron opdracht voor een tweede teken, ook uit de Nijl: kikkers zullen het land bedekken (vers 1 – 7), Maar al erkent de farao de macht die uit de plagen blijkt en al smeekt hij Mozes om voorbede, zodra er verlichting intreedt, verhardt hij zijn hart weer (vers 8 – 15).

Exodus 8 : 3 – 4 (Exodus 7 : 28-29 BGT)  >  De Heere zegt met nadruk dat de tweede plaag verder gaat dan alleen de Nijl. De kikkers zullen doordringen in huis, slaapkamer, bed, in ovens en baktroggen, en dat bij heel het volk. 

De 10 plagen van Egypte

De strijd tussen de Heere en de Egyptsche heersers 
 Soort plaagVerwijzingGewaarschuwdWanneer waarschuwing?OpdrachtUit-voerderStaf?Belofte van de farao om het volk te laten gaan?Hart van de farao verhard?
eerste reeks1. Water wordt bloed7:14-25Jain de ochtendGa naar de Farao, ga staanAäronJaJa
 2. Kikkers8:1-15JaGa naar de farao toeAäronJaJaJa
 3. Muggen8:16-19AäronJaJa
Tweede reeks4. Steekvlie-gen8:20-32Javroeg in de ochtendGa voor de farao staanGodJaJa
 5. Veepest9:1-7JaGa naar de farao toeGodJa
 6. Zweren9:8-12MozesJa
Der-de reeks7. Hagel9:13-35JaVroeg in de ochtendGa voor de farao staanMozesJaJa
 8. Sprinkha-nen10:1-20JaGa naar de farao toeMozesJaJaJa
 9. Duisternis10:21-29MozesJaJaJa
 10. Dood van de eerstgeborenen11:1-10;12:29-32JaGodJaJaJa

Tekst van de Dag

Tekst van de dag      Verzet is bloedlink

Maandag 23 – 03 – 2020         Exodus 7 : 17

Lezen: Exodus 7 : 14 – 25

Zo zegt de HEERE: Hieraan zult u weten dat Ik de HEERE ben. Zie, ik zal met deze staf die in mijn hand is, op het water slaan dat in de Nijl is, en het zal in bloed veranderd worden.

(BGT) Daarom zal de Heer u laten zien wie hij is. Ik zal met deze stok op het water van de Nijl slaan. Dan zal het water veranderen in bloed.

Aantekening

Exodus 7 : 17  >  Hieraan zult u weten dat ik de Heere ben. Deze en soortgelijke uitspraken (Exodus 8:10, 22; 9:14, 29; 10:2) zijn meestal gericht aan de farao en Egypte (Exodus 7:5; 14:4, 8); de eerste keer zegt de Heere dit tegen Mozes als Hij over Israël spreekt (Exodus 6:6). 

[Ps. Voor een overzicht van de 10 plagen zie website www.vanderhorst.frl]