Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Donderdag 28 februari 2019 – 1 Petrus 1:24-25

[1]Want alle vlees is als gras en al de heerlijkheid van de mens is als een bloem in het gras. Het gras is verdord en zijn bloem is afgevallen. Maar het Woord van de Heere blijft tot in eeuwigheid. En dit is het Woord dat onder u verkondigd is.

(BGT) Zo staat het ook in de heilige boeken: «Mensen zijn zo zwak als bloemen in het gras. Gras verdroogt, bloemen gaan dood, en mensen zullen sterven. Maar de woorden van de Heer blijven eeuwig bestaan.» Die woorden zijn het goede nieuws dat aan jullie verteld is.

Aantekening

1 Petrus 1 : 24 – 25  >  Petrus haalt Jesaja 40:6, 8 aan om de zwakheid van het menselijke vlees te stellen tegenover de kracht van het Woord van de Heere,dat nieuw leven heeft geschonken aan de gelovigen.

################################################################

Petrus

Een radicale verandering zoals een bekering is, heeft een begin dat je soms kunt aanwijzen. Belangrijk(er) is het proces dat daarna volgt: een levenslang bijleren en afleren. We zien dat aan Petrus. Bij zijn eerste ontmoeting met Jezus heet hij nog Simon. Hij is dan visser, geboren en getogen in Bethsaïda, dicht bij het Meer van Galilea (Johannes 1:45). Met zijn broer Andreas heeft hij zich eerst aangesloten bij de kring rond Johannes de Doper. Waarschijnlijk is hij door hem gedoopt. Later woonde hij in Kapernaüm. Zijn zieke schoonmoeder wordt door Jezus wonderlijk genezen (Markus 1:29-34).

Na het uitspreken van zijn belijdenis krijgt Simon de nieuwe naam Petrus (‘rots’; Mattheüs 16:18). Hij volgt Jezus drie jaar lang. Altijd weer is hij ‘haantje-de-voorste’ en spreekt hij zijn mond voorbij. Telkens weer blijkt dat hij het niet eens is met de lijdensweg die Jezus kiest. En als die lijdensweg dan toch aanbreekt, raakt Petrus zo in paniek dat hij Jezus verloochent.

Toch heeft Petrus het geleerd: Jezus’ lijden was nodig om gered te worden. In zijn brieven, die hij jaren na Goede Vrijdag schreef, komt duidelijk naar voren dat Petrus veranderd is. In 1 Petrus 2:21 zegt hij tegen onderdrukte christenslaven dat ze Jezus’ voorbeeld moeten volgen, dat wil zeggen: het lijden zonder protest ondergaan. Daarin zie je een andere Petrus. Eerst verzette hij zich tegen Jezus’ lijden. Later leeft hij ervan, hij preekt en schrijft erover en noemt het een voorbeeld om na te volgen.

Zeer waarschijnlijk is Petrus van grote invloed geweest bij de totstandkoming van het Markusevangelie. De jonge(re) Markus trok met Petrus op, en het vermoeden is dat Petrus hem het evangelie heeft gedicteerd.

Een betrouwbare overlevering vertelt dat hij onder keizer Nero 67 of 68 de marteldood sterft door, op eigen verzoek, ondersteboven gekruisigd te worden.

(Uit de: Mannen Bijbel)


[1]  Jesaja 40:6; 1 Korinthe 7:31; Jakobus 1:10; 4:14; 1 Johannes 2:17

Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Woensdag 27 februari 2019 – Daniël 4:3(HSV) ; 3:33(BGT)

Hoe groot zijn Zijn tekenen en hoe machtig Zijn wonderen! Zijn Koninkrijk is een eeuwig Koninkrijk en Zijn heerschappij is van generatie op generatie.

(BGT) Met zijn wonderen laat hij zien dat hij groot en machtig is. Hij is koning voor altijd, en zijn rijk zal altijd bestaan.

Aantekening

Daniël 4 : 1 – 3  >  Het verhaal begint bij het einde, bij de brief met dank aan God, die Nebukadnezer schreef na zijn herstel. De brief is gericht aanvolken, natiën en talen,dezelfde groep die de opdracht had geschreven te buigen voor het gouden beeld (zie Daniël 3:7). De ‘tekenen’ en ‘wonderen’ die God heeft gedaan omvatten beslist ook de brandende vuuroven, maar het verschil ligt hierin dat Nebukadnezer  nu spreekt van tekenen en wonderen die de allerhoogste God aan mij gedaan heeft(vgl. aantekening bij Daniël 3:28). Eerst was hij een vervolger van de gelovigen, maar nu is hij zelf getuige van het geloof geworden.

Tekst verwijzing

Daniël 3 : 7  >  Daarom, zodra al de volken het geluid hoorden van de hoorn, fluit, citer, luit, lier, en allerlei muziekinstrumenten, vielen op datzelfde tijdstip alle volken, natiën en talen neer, en aanbaden het gouden beeld dat koning Nebukadnezar had opgericht.

Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Dinsdag 26 februari 2019 – Filippenzen 2:5-8

[1]Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, [2]Die, hoewel Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, [3]maar Zichzelf ontledigd heeft [4]door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. [5]En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf [6]vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood.

(BGT) Bedenk wat Jezus Christus gedaan heeft. Daaraan zien jullie hoe jullie met elkaar om moeten gaan.Jezus Christus was aan God gelijk. Maar hij vroeg niet om de hoogste macht en eer voor zichzelf. Nee, hij gaf zijn hemelse positie op. Hij maakte zich zo onbelangrijk als een slaaf. Hij kwam als mens op aarde. En toen hij leefde als mens, dacht hij nooit aan zichzelf. Hij was altijd gehoorzaam aan God, zelfs toen hij aan het kruis moest sterven.

Aantekening

Filppenzen 2 : 5> De gezindheidvan de gelovige moet zich richten op het juiste voorbeeld om een leven voor God te leven. Er is enig verschil van mening of deze geestesgesteldheid iets is wat christenen ontvangen op grond van hun verenigd zijn met Christus(sommige vertalingen hebben: die de uwe is in Christus Jezus), of dat zij haar grond vindt in het voorbeeld van Christus(die ook in Christus Jezus was). (In het Grieks staat hier geen werkwoord de vertaler moet ‘is’ of ‘was’ aanvullen). In het kader van deze brief steeds terugkerend thema van een identificatiefiguur voor het gedrag (Jezus, Paulus, Timotheüs en Epafroditus worden als voorbeelden ter navolging genoemd) zijn vele exegeten tot de laatste interpretatie geneigd. Beide opvattingen zijn theologisch verantwoord. Het centrale thema van vers 1 – 5 is in elk geval hetzelfde: de gemeente van Filippi moet eensgezind zijn (vers 2) en nederigheid (vers 3) bezitten en oog hebben voor wat van anderen is (vers 4). 

Filippenzen 2 : 6> Voorafgaand aan Zijn menswording was Christus in de gestalte van God(Grieks morphē theou). Ondanks de aanname door sommige geleerden van het tegendeel is het de meest natuurlijke interpretatie dat dit slat op de ‘pre-existentie’ van Christus. Hij, de eeuwige Zoon, was reeds bij de Vader (Johannes 1:3; 17:5, 24) voordat Hij geboren werd in Bethlehem. ‘Gestalte’ getekend hier de werkelijke en precieze aard van iets; dat wat alle kenmerken en eigenschappen van iets heeft. ‘In de gestalte van God’ betekend dus net zoiets als aan God gelijk …. zijn(Grieks ‘isa theō), wat in lijnrechte tegenstelling staat tot ‘de gestalte van een slaaf’ (zie vers 7). De zoon van God was en is altijd God. ‘Gestalte’ kan ook aangeven dat Christus het alles overtreffende beeld van God is, ‘de afdruk van Zijn zelfstandigheid’ (Hebreeën 1:3). Het kan e rook op wijzen dat Hij de zichtbare uitdrukking is van Gods onzichtbare heerlijkheid (Kolossenzen 1:15). Het is treffend dat Christus er niet van uitging dat Zijn ‘aan God gelijk zijn’ (wat Hij al bezat) Hem ertoe zou brengen daar ook ten volle gebruik van te maken. Het was niet iets wat door roof verkregen, behouden en in eigen voordeel gebruikt moest worden. In plaats daarvan had Hij de geestesgesteldheid van dienstbetoon. ‘Christus heeft niet Zichzelf behaagd’ (Romeinen 15:3). In ootmoed achtte Hij de belangen van anderen hoger dan die van Zichzelf (Filippenzen 2:3-4). 

Filippenzen 2 : 7Zichzelf ontledigd heeft.Deze zinsnede heeft tot veel meningsverschillen geleid. Het Griekse kenoökan ‘leegmaken’ betekenen, maar overdrachtelijk ook ‘status en voorrechten opgeven’. Betekent dit dat Christus tijdens Zijn aardse optreden tijdelijk afstand had gedaan van Zijn Goddelijke eigenschappen? Deze theorie van kenosisof ‘zelfontlediging’ van Christus stemt niet overeen met de context van Filippenzen of met de vroegere christelijke theologie (zie het artikel over De Persoon van Christus pagina 2281-2289). Paulus zegt niet dat Christus minder dan God werd of sommige Goddelijke eigenschappen ‘opgaf’. Hij zegt zelfs niets over de vraag of Christus almachtig of alwetend was gedurende Zijn verblijf op aarde. Ook zegt hij niet dat Christus ooit ‘de gestalte van God’ aflegde. Paulus legt er eerder de nadruk op dat Christus, Die alle voorrechten bezat die Hem als Koning van de wereld toekwamen, die aflegde om een gewone Joodse baby te worden die voorbestemd was voor het kruis. Christus ‘ontledigde Zichzelf ‘ door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden (beide betekenen ongeveer hetzelfde). Hoewel Hij het grootste recht had om zonder problemen te blijven waar Hij was, in een machtspositie, drong Zijn liefde Hem in een positie van de zwakheid ten behoeve van een zondige mensheid (vgl. 2 Korinthe 8:9; ‘dat Hij omwille van u arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat u door Zijn armoede rijk zou worden’). De ontlediging’ bestond in zijn menswording, niet in het prijsgeven van een stuk van Zijn ware Godheid. 

Filippenzen 2 : 8> Het is opvallend genoeg dat de Zoon van God de gedaante als een mensaannam (Grieks schēma, ‘uiterlijk, gestalte, vorm’, een ander woord dan morphē, dat in vers 6-7 voor ‘gestalte van God’ en ‘gestalte van een slaaf’ gebruikt wordt) en zo blootgesteld werd aan alle wisselvalligheden van een gebroken wereld. Maar Jezus ging veel verder: Hij … is gehoorzaam geworden(volgens Romeinen 5:19). tot de dood, ja, tot de kruisdood. Kruisiging was niet zomaar een van de manieren om gevangenen ter dood te brengen. Het was de diepste vernedering, een officiële verklaring van Rome dat de gekruisigde in alle opzichten verachtelijk was. De vreselijke pijn werd nog erger door de smadelijke krenking en vernedering. Geen andere vorm van doodgaan, hoe lang dat ook mocht duren of hoe pijnlijk dat lichamelijk ook was, was te vergelijken met kruisiging; dat was de totale vernietiging van iemands persoonlijkheid (zie aantekening bij Mattheüs 27:35) Het was de hoogst denkbare tegenstelling met de Goddelijke majesteit van de pre-existente Christus, en het was dan ook de absolute uitdrukking van de gehoorzaamheid van Christus aan de Vader. 

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

De minste zijn     –   Filippenzen 2 : 5 – 11    (uit de Mannen Bijbel)

Met het woord ‘roof’ in vers 6 roept Paulus het beeld op van iemand die krampachtig iets wil vasthouden, zoals een dier zijn prooi verdedigt tegen over rovers. Zo heeft Jezus niet gedaan. Hij was aan God gelijk, maar wilde dat loslaten om ons te kunnen redden. Hij heeft daarvoor de gestalte van een knecht aangenomen en wilde de minste van alle mensen worden.

Paulus maakt duidelijk dat diezelfde levenshouding ook in Jezus’ volgelingen herkenbaar zal moeten zijn. Hij doet zijn oproep vanuit het besef dat een christen niets meer te verliezen heeft. Die heeft in Jezus alles gevonden en kan daarom veel loslaten in zijn leven. Hij hoeft niet meer op zijn strepen te staan, want hij weet dat Jezus hem altijd en overal vasthoudt. In relaties met anderen, op ons werk en onder vrienden hoeven we niet koste wat het kost ons gelijk te halen of te laten zien hoe goed we zijn. We zijn geroepen de minste te zijn. In vers 8 valt niet voor niets het woord ‘gehoorzaam’, want de minste zijn we nooit vanuit onszelf. Daarvoor kunnen we elke dag naar Jezus kijken, en bidden of Zijn beeld in ons heel concreet zichtbaar mag worden.  


[1]  Mattheüs 11:29; Johannes 13:15; 1 Petrus 2:21; 1 Johannes 2:6

[2]  2 Korinthe 4:4; Kolossenzen 1:15; Hebreeën 1:3

[3]  Psalm 8:6

[4]  Mattheüs 20:28; Johannes 13:14

[5]  Hebreeën 2:14, 17; 4:15

[6]  Hebreeën 2:9; 12:2

Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Maandag 25 februari 2019 – 1 Johannes 1:5

En dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben en aan u verkondigen, [1]dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is.

(BGT) Dit is de boodschap die we van Gods Zoon gehoord hebben, en die we aan jullie vertellen: God is licht. Er is helemaal geen duisternis in hem.

Aantekening

1 Johannes 1 : 5 – 10  >  Het wezen van God en de zonde van de mens. De uitspraak ‘God is licht’ (vers 5) heeft een oudtestamentische achtergrond waarin ‘licht’ zowel kennis als reinheid symboliseert (zie aantekening bij Johannes 1:4-5; 8:12). Johannes schrijven gaat uit van Gods geestelijke en morele volkomenheid en absolute verhevenheid: Zijn licht (zie 1 Timotheüs 6:16). Dit staat in scherp contrast met zondige mensen die hun onschuld betuigen (1 Johannes 1:6, 8, 10).

Aantekening verwijzing

Johannes 1 : 4 – 5  >  Ook de begrippen leven, licht en duisterniszijn ontleend aan Genesis (vgl. Genesis 1:3-5, 14-18, 20-31; 2:7; 3:20; vgl. ook Jesaja 9:1; 42:6-7; 49:6; 60:1-5; Maleachi 4:2; Lukas 1:78-79). Jezus als ‘het Licht’ heeft de duistere wereld ware kennis en morele reinheid gebracht, en het licht van de aanwezigheid van God Zelf (vgl. Johannes 8:12; 1 Johannes 1:5).

Johannes 8 : 12  > Ik ben, het Licht der wereld.Jezus vervult de beloften in het Oude Testament over de komst van het ‘licht’ van de zaligheid en het ‘licht’ van God (bv. Exodus 25:37; Leviticus 24:2; Psalm 27:1; Jesaja 9:1; 42:6; Johannes 9:5; Handelingen 13:47; 26:18, 23; Efeze 5:8-14; 1 Johannes 1:5-7).  


[1]  Johannes 1:9; 8:12; 9:5; 12:35, 36

Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Zondag 24 februari 2019 – Ezechiël 33:11

Zeg tegen hen: [1]Zo waar Ik leef, spreekt de Heere HEERE, Ik vind geen vreugde in de dood van de goddeloze, maar daarin dat de goddeloze zich bekeert van zijn weg en leeft! Bekeer u, bekeer u van uw slechte wegen, want waarom zou u sterven, huis van Israël?

(BGT) Jij moet hun antwoorden: ‘Dit zegt God, de Heer: Luister, Israëlieten. De dood van een misdadiger maakt mij echt niet blij. Ik wil veel liever dat hij ophoudt met zijn misdaden, zodat hij blijft leven. Houd daarom op met jullie verkeerde gedrag. Dan hoeven jullie niet te sterven!’

Aantekening

Ezechiël 33 : 11  >  Ik vind geen vreugde in de dood van de goddeloze.De Bijbel is er duidelijk over dat God zonde zal bestraffen en Zijn heiligheid en gerechtigheid zal handhaven. Tegelijkertijd voelt God verdriet over de straf en de dood van schepselen die naar Zijn beeld geschapen zijn.


[1]  Ezechiël 18:23, 32

Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Zaterdag 23 februari 2019 – Hebreeën 7:25-26

Daarom kan Hij ook volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft [1]om voor hen te pleiten. Want zo’n Hogepriester hadden wij nodig: heilig, onschuldig, onbesmet, afgescheiden van de zondaars en boven de hemelen verheven.

(BGT) Daarom kan hij mensen die via hem bij God komen, voor altijd redden. Want Jezus laat ons niet in de steek.Jezus is de hogepriester die wij nodig hebben. Want hij hoort bij God, en hij heeft nooit iets verkeerds gedaan. Hij is volmaakt goed. En hij woont niet tussen zondige mensen, maar bij God in de hemel.

Aantekening

Hebreeën 7 : 23 – 25 >  De sterfelijkheid van de vele Levitische priesters (in groten getale) wordt nog eens afgezet tegen Jezus als eeuwige Hogepriester (zie Hebreeën 7:8). Bij volkomenstaat niet of dit in tijd (‘tot in eeuwigheid’) of naar inhoud (‘volmaakt’) bedoeld wordt. Het Grieks eis to panteleskan beide betekenen. Maar omdat ‘volkomen’ zaligheid voor eeuwig is en omdat ‘eeuwige’ zaligheid uiteindelijk alle levensaspecten omvat, is het misschien de bedoeling van de auteur dat de lezer beide betekenissen erin leest. Over tot God gaan,* Jezus Christus leeft altijdom te pleiten(d.w.z. de gebeden van de gelovigen naar de Vader te brengen; vgl. Romeinen 8:34) voor wie door Hemtot God gaan. Omdat de eeuwige Christus de Middelaar voor de gelovigen is, kunnen zij er het volste vertrouwen in hebben dat zij nooit verloren zullen gaan. Eigenlijk kunnen zij weten dat ‘alle dingen’ in hun leven ‘meewerken ten goede’ (Romeinen 8:28), want God de Vader verhoort alle gebeden van Zijn Zoon.

Hebreeën 7 : 26 >  hadden wij nodig.Alleen door Jezus als Hogepriester kon dit werk tot stand komen. Hij was zonder zonde; de woorden heilig, onschuldig, onbesmet, afgescheiden van de zondaarsbenadrukken dat (zie Hebreeën 4:15; ook 9:14 en Jeremia 11:19) evenals Zijn hemelse positie (verheven).

Hebreeën  
Verschillen tussen Levitische hogepriesters en Jezus als enige eeuwige hogepriester
Levitische hogepriestersVerwijzingJezus als Hogepriester
in groten getalen7 : 23-24enige
tijdelijk7 : 23-24blijvend en eeuwig 
Zondaars die slachtoffers moesten brengen voor hun ‘eigen zonden’7:26-27heilig, onschuldig, offert alleen voor anderen
moesten ‘elke dag’ offeren7:27.   offerde ‘eens’ en voor altijd
offerden dieren7:27; 9:11-14offerde Zichzelf’
gingen het heiligdom binnen door toedoen van het bloed van geiten en kalveren en via een tent gemaakt door mensen9:11-12ging het heiligdom van Gods aanwezigheid binnen door toedoen van Zijn eigen bloed

[1]  1 Timotheüs 2:5; 1 Johannes 2:1

Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Vrijdag 22 februari 2019 – Markus 4:20

En dit zijn zij bij wie in de goede aarde gezaaid wordt: zij horen het Woord en nemen het aan en dragen vrucht, de één dertig-, en de ander zestig-, en de ander honderdvoudig.

(BGT) Maar er zijn ook mensen die lijken op het zaad dat in goede grond valt. Dat zijn de mensen die het nieuws over God horen, en het geloven. Zij leven zoals God het wil. Zij lijken op het goede zaad, dat koren oplevert met wel dertig, zestig of honderd graankorrels.

Aantekening

Markus 4 : 14 – 20  >  De zaaier in de gelijkenis (Markus 4:4-8) betekent vooreerst Jezus, maar verder elke trouwe verkondiger van het Evangelie. De verschillende bodems staan voor mensenharten in toenemende ontvankelijkheid, van onverschillig via [1]opportunistisch tot zeer geïnteresseerd, maar niettemin in beslag genomen door de zorgen van het aardse leven dat in opstand is tegen wat God in wezen wil. De goede aardebetekent een permanent aandachtig en ontvankelijk hart. Deze vierde groep hoorders heeft een oprecht en goed hart. Ze ‘houden vast’ en brengen ‘veel’ vruchten voort, in volharding (vgl. Lukas 21:19; Handeling 14:22). Vrucht dragen in het Koninkrijk van God vraagt vaa veel inzet voordat er zichtbaar resultaat komt.   


[1]  Opportunistische = opportunist > iemand die niet handelt uit principe maar zoals het hem op een bepaald moment het beste uitkomt en het voordeligst voor hem is

Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Donderdag 21 februari 2019 – Psalmen 42:2-3

Zoals een hert schreeuwt naar de waterstromen, zo schreeuwt mijn ziel tot U, o God! [1]Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God. Wanneer zal ik binnengaan om voor Gods aangezicht te verschijnen?

(BGT)  God, ik verlang naar u,zoals een hert verlangt naar helder water.3Met heel mijn hart verlang ik naar u,u bent de God die leven geeft.Wanneer zal ik weer bij u zijn?

Aantekening

Psalm 42 : 2 – 6 >  Mijn ziel dorst naar God.Het lied begint met een aangrijpend uiten van verlangen naar God Zelf, met gebruikmaking van het beeld van dorst:Zoals een hert schreeuwt naar de waterstromen.Voor de gelovigen komt het antwoord op dit verlangen in de openbare eredienst. Dat wordt duidelijk uit het zinsdeel om voor Gods aangezicht te verschijnen(d.w.z. in het heiligdom; vgl. Exodus 23:17) en uit Psalm 42:5 dat de vroegere deelneming aan de eredienst in het heiligdom weer naar voren haalt. De zanger schetst zichzelf als [2]verstoken van deze eredienst en als een voorwerp van spot voor hen die het geloof verachten. De zanger besluit de strofe door zichzelf moed in te spreken: God zal hem terugbrengen in de eredienst. (let erop dat de eerste woorden van vers 7, Mijn God’, behoren bij het refrein.)

Psalm 42 – 43

Terwijl elk van deze psalmen apart kan worden beschouwd, gaan Psalm 42 – 43 samen als een lied met drie [3]strofen. Zij hebben een refrein gemeen (42:6, 12; 43:5); Psalm 43:2 is nagenoeg gelijk aan 42:10; en beide brengen het verlangen onder woorden om terug te keren naar Gods tegenwoordigheid in het heiligdom (Psalm 42:3; 43:3-4). 


[1]  Psalm 63:2

[2]  Verstoken: wil hier zeggen > zonder eredienst zijn, en toch er naar verlangen.

[3]  Strofen: couplet, samenstel ven versregels in bepaald schema dat zich of enige malen herhaalt, óf op zichzelf   een gedicht vormt.

Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Woensdag 20 februari 2019 – 1 Timotheüs 1:15a

Dit is een betrouwbaar woord en alle aanneming waard dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaars zalig te maken.

(BGT) Wat ik nu ga zeggen, is waar, en iedereen zal het ermee eens zijn: Jezus Christus is naar de wereld gekomen om slechte mensen te redden.

Aantekening

1 Timotheüs 1 : 15 >  Het vragen van aandacht voor bepaalde woorden als betrouwbaaris een bijzonder kenmerk van de Pastorale Brieven (vgl. 1 Timotheüs 3:1; 4:9; 2 Timotheüs 2:11; Titus 3:8). Christus Jezus is gekomen … om zondaars zalig te maken, van wie ik de voornaamste ben(vgl. Lukas 19:10). Paulus kan niet bedoelen dat hijnuniet meer zondigt dan iemand anders in de wereld, omdat hij elders zegt dat hij voor God met een volkomen zuiver geweten heeft gewandeld (Handelingen 23:1; 24:16), en hij andere gelovigen vraagt zijn voorbeeld te volgen.* Kennelijk bedoelt hij dat zijn eerdere vervolging van de gemeente (1 Timotheüs 1:13; vgl. 1 Korinthe 15:9-10) hem de voornaamste van de zondaars maakte, omdat die anderen verhinderde tot geloof te komen (vgl. 1 Thessalonisenzen 2:15-16). Toch kon God ook daardoor Paulus redden als een ‘voorbeeld’ van genade (1 Timotheüs 1:16). Een andere interpretatie is dat, door de krachtige inwerking van de Heilige Geest in zijn hart, en door zijn nabijheid tot God, Paulus zich niet kon voorstellen dat iemand een ‘grotere’ zondaar zou kunnen zijn dan hij. Vrome mensen met enige zelfkennis zijn geneigd op deze manier over zichzelf te denken.

****************************************************************

Een levende illustratie          –      1 Timotheüs 1 : 15 – 16      (uit de: Mannen Bijbel)

‘Verkondig het Evangelie, gebruik desnoods woorden.’ 

Paulus belichaamt dit gezegde. Natuurlijk vertelt hij over Christus’ liefde voor verloren mensen. Maar Paulus zelf is de illustratie bij de boodschap. Hij noemt zichzelf de voornaamste van de zondaars. Daar heeft Paulus alle reden toe. Hij heeft de jonge gemeente zwaar vervolgd. De Heer had hem daarom aan zijn lot over kunnen laten. Dat was zijn verdiende loon geweest! Maar dat deed de Heere niet. Hij heeft juist Paulus barmhartigheid bewezen. Zo is Paulus een voorbeeld voor latere gelovigen (vers 16). Zelfs aan mij, Paulus, is genade bewezen! Waarom dan niet aan anderen? Niemand hoeft zichzelf te zien als afgeschreven door God.

Paulus is ook voor ons een voorbeeld van onverdiende genade. Wij nemen onze plaats in de samenleving in. We hebben niet-gelovige vrienden en collega’s. Een goede vraag is of ze het Evangelie van ons horen. Maar belangrijker is of zij, zoals bij Paulus, in ons leven kunnen zien dat God ons genade bewezen heeft. Dat zichtbare getuigenis ondersteunt het uitdragen van de boodschap. Meer dan duizend woorden kunnen doen. 

Dagelijks Woord

Dagelijks Woord

Dinsdag 19 februari 2019 – Efeze 5:33

Kortom, ook u moet, ieder in het bijzonder, uw eigen vrouw net zo liefhebben als uzelf; en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man.

(BGT) In ieder geval moeten mannen dus net zo veel van hun vrouw houden als van zichzelf. En vrouwen moeten respect hebben voor hun man.

Wandelen als kinderen van het licht

Hoofdstuk 5 van Efeze gaat over navolgers te zijn van God, en we moeten wandelen als geliefde kinderen.

Het gedeelte waar onze tekst in staat gaat over ‘Vrouw en man in het huwelijk’(Efeze 5:22-33). Het eerste voorbeeld van algemene onderdanigheid (vers 21) wordt geïllustreerd als Paulus vrouwen aanspoort hun mannen onderdanig te zijn (vers 22-24, 33). Mannen wordt daarentegen niet opgedragen onderdanig te zijn aan hun vrouwen, maar om hen lief te hebben (vers 25-33).

Het huwelijk       Efeze 5 : 22 – 33      (uit de: Mannen Bijbel)

Paulus’ beschrijving over de manvrouwrelatie binnen het huwelijk staat in bredere kader van een leven met God. 

Kenmerk hiervan is de liefde (Efeze 5:2).

Twee dingen vallen met name op:

  1. Paulus waardeert het huwelijk positief als goede gave van God.
  2. Binnen het huwelijk is de relatie met God bepalend voor hoe man en vrouw elkaar zien en met elkaar omgaan.

Voortdurend trekt Paulus de vergelijking met Christus Die het Hoofd van de gemeente is. Zoals Hij Zich uit liefde voor haar heeft ingezet, zo moet de man zich ook voor zijn vrouw inzetten. En zoals de gemeente aan Christus gehoorzaam is, niet uit slaafsheid of angst maar uit liefde, zo wordt dit ook van de vrouw gevraagd.

Uit deze woorden wordt duidelijk dat een huwelijk niet gebaseerd mag zijn op eigenbelang of scheve verhoudingen. Het gaat om een hechte eenheid vanuit de liefde van Christus. Niet voor niets noemt Paulus de liefdeseenheid van de man en vrouw een ‘geheimenis’ (vers 32 van Efeze 5). Het is een hoge roeping om hier als man en vrouw vorm en inhoud aan te geven. In het bijzonder in een tijd waarin heel andere normen en waarden leidend zijn als het om relaties gaat.